Ontwikkelingspsychologie deel 2 les 2
1 / 25
La durée de la leçon est: 90 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Hoe veel zin heb jij in deze les?
(klik op vergrootglas!)
(klik op vergrootglas!)
A
B
C
D
Slide 3 - Quiz
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Jongens hebben eerder de groeispurt, en zijn daardoor ook eerder uitgegroeid
A
Waar
B
Niet waar
Slide 6 - Quiz
De groeispurt zorgt ook voor emotionele verandering bij pubers, omdat...
A
Ze graag klein willen zijn
B
Ze willen conformeren; niet opvallen
C
Ze sneller moeten huilen
D
Het zelfvertrouwen geeft om te veranderen
Slide 7 - Quiz
Geslachtsrijpheid houdt in dat je...
A
Weet of je een jongen of meisje bent
B
Je kunt voortplanten
C
Je de leeftijd van volwassene hebt bereikt
D
Je toe bent aan het krijgen van kinderen
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Vidéo
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Algemene intelligentie
Specifieke intelligentie
Rekenen
Schilderen
Plan maken om toets te halen
Stijldansen
In een band spelen
Topsporter (prof) zijn
Inhoud van een zwembad berekenen
"als ik meer verdien, krijg ik minder zorgtoeslag".
Feest organiseren
Slide 13 - Question de remorquage
Slide 14 - Diapositive
Waarop ben jij kritisch (geweest)? Of waar ben jij het vaak niet mee eens?
Slide 15 - Question ouverte
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Puber: Herken jij jezelf in emotioneel 'labiel' zijn?
Adolescent: Merk jij dat je minder emotioneel 'labiel' bent dan toen jij een puber was?
Adolescent: Merk jij dat je minder emotioneel 'labiel' bent dan toen jij een puber was?
Slide 21 - Question ouverte
12-17 jaar
17-22/25 jaar
Conformeert naar de groep
Gaat genuanceerd denken
Opzoek naar eigen identiteit
Kan emoties/impulsen onder controle houden
Kiest voor korte termijn
Puber
Adolescent
Wil niet opgaan in de groep
Maakt bewuste toekomst keuzes
Emotioneel "labiel"
Slide 22 - Question de remorquage
Slide 23 - Diapositive
Op welke dag zal jij de toets willen hebben in de gele week?
A
Dinsdag
B
Donderdag
C
Vrijdag
