Aanwezig op: maandag, dinsdag, woensdag en vrijdag (SWS)
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2,3
Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Welkom!
Nederlands
Mevrouw Takken, TNL
takkenl@farel.nl
Aanwezig op: maandag, dinsdag, woensdag en vrijdag (SWS)
Slide 1 - Diapositive
- Lezen
- Bespreken vragen H2 en H3
- Boekopdracht doornemen
- Nieuwsbegrip
Doel:
- Je hebt een boek, dat je elke les meeneemt
- Je beschrijft welke doelen een schrijver met een tekst kan hebben
- Je herkent welk doel een schrijver met een bepaalde tekst heeft
- Je weet welk soort leesstrategie je toe moet passen per tekst
Vandaag in de les:
Slide 2 - Diapositive
Stillezen
timer
12:30
Leg je huiswerk open op tafel:
Opdracht 1, 2, 3, 4, 6, 7, 8
Slide 3 - Diapositive
Doelen van een tekst
Slide 4 - Diapositive
Leesdoel en de manier van lezen....
Als je weet waarom je leest, kun je bepalen hoe je leest:
Globaal lezen
Je wilt weten waar de tekst over gaat.
Je leest:
- De titel
- De eerste en laatste alinea
- Tussenkopjes
- De eerste en laatste zin van alle alinea's
- je bekijkt afbeeldingen
Een schrijver zet zijn belangrijkste informatie in de inleiding of de conclusie. Deze boodschap noem je de hoofdgedachte
Intensief lezen
Je leest de tekst van voor naar achteren aandachtig door. Je wilt geen details missen en dingen/woorden die je niet snapt, zoek je op. Bijvoorbeeld een roman of een lesboek.
Zoekend lezen
Je bent op zoek naar het antwoord op een vraag. Je zoekt trefwoorden die iets met jouw vraag te maken hebben. De inhoudsopgave of een zoekmachine kunnen hier erg handig bij zijn.
Lerend lezen
Je wilt een tekst leren voor een proefwerk. Zorg dat je eerst de structuur van de tekst in je hoofd hebt (waar staat wat en wat heeft het met elkaar te maken), dan ga je intensief lezen, vervolgens maak je een samenvatting van de dingen die je onthouden hebt.
Kritisch lezen
Je vraagt je af wat het doel van de schrijver is. Wil hij alleen informeren, of wil hij je overtuigen? Dan moet je de gegeven feiten op een andere manier interpreteren. Twijfel je over de gegeven informatie? Zoek het dan op in een andere (betrouwbare) bron, zoals de NOS.
Bespreken opdrachten H2 en H3
Slide 5 - Diapositive
Welke vragen heb je nog over tekstdoelen en/of leesstrategieën