De aankomende twee lessen gaan we het over Kinderdijk hebben. We gaan leren waarom de 19 molens zo vlak bij elkaar zijn gebouwd op Kinderdijk.
We gaan vandaag leren over de geschiedenis van de Alblasserwaard (de polder waar de Kinderdijks molens staan). De 19 molens hebben hier natuurlijk niet altijd gestaan.
Wat gaan we deze les doen?
Eerst volgt er een instructie over de Alblasserwaard.
Later gaan jullie in tweetallen aan de slag.
Slide 2 - Diapositive
Vragen over filmpje
Wie is er weleens naar Kinderdijk geweest?
De Alblasserwaard is een polder. Wat is een polder?
Slide 3 - Diapositive
Polder
Een polder is een stuk land waar geen verbinding is met het water buiten dat land. Het is dus een stuk grond wat droog is.
Slide 4 - Diapositive
Lesdoel
De aankomende 2 lessen gaan we het hebben over Kinderdijk. We gaan leren waarom de 19 molens zo vlak bij elkaar zijn gebouwd op Kinderdijk.
Slide 5 - Diapositive
De Alblasserwaard in de zomer (voor het jaar 1200).
De Alblasserwaard bij hoogwater in de herfst/winter (voor het jaar 1200).
Kinderdijk --> getijdenrivieren
De geschiedenis van de Alblasserwaard
Slide 6 - Diapositive
Behoefte aan droge voeten vanaf het jaar 1200 na Christus!
Slide 7 - Diapositive
Waarom wilden mensen na het jaar 1200 in de Alblasserwaard gaan wonen? Ze konden toch ook gewoon op een plek gaan wonen zonder overstromingen?
Slide 8 - Question ouverte
De reden waarom mensen in het jaar 1200 droge voeten wilden in de Alblasserwaard!
Slide 9 - Diapositive
Hoe hebben ze aan het begin van de dertiende eeuw (jaar 1200) het gebied dan droog gemaakt? Hoe zorgde ze ervoor dat het gebied bij hoogwater niet meer overstroomde. Wat denken jullie? Let op: molens waren nog niet uitgevonden!
Slide 10 - Question ouverte
Aan de slag!
Stap 1: samen met je schoudermaatje krijg je 4 kaartjes. Op deze kaartjes kan je zien en lezen hoe de Alblasserwaard na de dertiende eeuw (1200 n. Chr.) is droog gemaakt. Lees ze goed! Leg ze vervolgens in de juiste volgorde.
Stap 2: Klaar? Ga dan je eigen beeldvormer tekenen. Teken de rivieren, sloten, weteringen, Kinderdijk, de boezem en de sluis. Schrijf duidelijk op wat alles is met een uitleg. Trek bijvoorbeeld een pijl naar de boezem, en leg ook uit wat de functie daarvan is! Dit kan je lezen op de kaartjes!