H8 - §8.1 Geluid als trilling

Welkom in de les
Vandaag:
  • lesdoelen 8.1
  • instructie 8.1
  • maken opdrachten
  • afsluiten les 

 


Hoofdstuk 8 - Geluid
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
ScienceMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Welkom in de les
Vandaag:
  • lesdoelen 8.1
  • instructie 8.1
  • maken opdrachten
  • afsluiten les 

 


Hoofdstuk 8 - Geluid

Slide 1 - Diapositive

Je leert ...
  • uitleggen hoe geluid ontstaat;
  • uitleggen wat de functie van een klankkast is;
  • uitleggen hoe je de toonhoogte van een instrument kunt veranderen;
  • uitleggen hoe je bij een snaarinstrument hard en zacht geluid maakt.

Slide 2 - Diapositive

Discussievraag
Op de trommels ligt een laagje water. 
Van onderaf valt er licht op. 

Bedenk hoe het effect dat je op de 
foto ziet ontstaat.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Wat is een geluidsbron?

Slide 5 - Question ouverte

Geluidsbronnen
Lees aandachtig de alinea 'Geluidsbronnen' vanaf blz. 184

Slide 6 - Diapositive

Geluidsbronnen
Een geluidsbron is 'iets' wat geluid maakt. 

Slide 7 - Diapositive

Hoe ontstaat geluid?

Slide 8 - Question ouverte

Geluidsbronnen
Muziekinstrumenten zijn geluidsbronnen

Slide 9 - Diapositive

Geluidsbronnen
Een geluidsbron is 'iets' wat trilt. 

Slide 10 - Diapositive

7

Slide 11 - Vidéo

Hard en zacht
Lees aandachtig de alinea 'Hard en zacht' op blz. 185

Slide 12 - Diapositive

00:40
Hard en zacht
Bij een grote uitwijking klinkt het geluid hard, bij en kleine zacht. 

Slide 13 - Diapositive

01:00
Juist of onjuist
De uitwijking geeft aan hoe hard of zacht de toon is.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quiz

00:40
Hard en zacht
Hoever de snaar op- en neergaat noemen we de uitwijking.

Slide 15 - Diapositive

01:20
Hoe groter de uitwijking van de snaar des te harder het geluid.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quiz

01:40
Hoog en laag
Hoe sneller een snaar trilt, des te hoger is de toon. 

Slide 17 - Diapositive

Hard en zacht
Een klankkast is een voorwerp dat de trilling van de geluidsbron overneemt en versterkt.

Slide 18 - Diapositive

Hard en zacht
Je kunt de stemvork ook op een klankkast plaatsen.
De klankkast gaat meetrillen. De toon wordt dan versterkt. 
Je noemt dit resonantie.

Slide 19 - Diapositive

Hoog en laag
Lees aandachtig de alinea 'Hoog en laag' vanaf blz. 185

Slide 20 - Diapositive

Hoog en laag
Hogere toon bij snaarinstrumenten?
- hoe korter de snaar;
- hoe strakker gespannen;
- hoe dunner de snaar;

Slide 21 - Diapositive

Hoog en laag
Hogere toon bij blaasinstrumenten?
- hoe korter de luchtkolom;





Luchtkolom is de lengte van de trillende lucht in een blaasinstrument.

Slide 22 - Diapositive

Pak je agenda!
Noteer in het blauwe gedeelte voor de volgende les

  • Lezen §8.1 uit je boek
  • Maak alle opgaven behalve route ✱

Slide 23 - Diapositive

Aan de slag!

  • Lezen §8.1 uit je boek
  • Maak alle opgaven behalve route ✱
Zs

Slide 24 - Diapositive

Aan de slag!

  • Lezen §8.1 uit je boek
  • Maak alle opgaven behalve route ✱
Zf

Slide 25 - Diapositive

02:00
Juist of onjuist
Hoe sneller de trilling hoe lager de toon
A
Juist
B
Onjuist

Slide 26 - Quiz

02:30
Welke snaar geeft de hoogste toon?
1
2
3
4
5
6
A
1
B
3
C
4
D
6

Slide 27 - Quiz

Wat weet je al???

Slide 28 - Diapositive

Juist of onjuist
Je mondholte is een geluidsbron
A
Juist
B
Onjuist

Slide 29 - Quiz

Juist of onjuist
Een klankbord versterkt het geluid
beter dan een klankkast
A
Juist
B
Onjuist

Slide 30 - Quiz

Je kunt...
  • uitleggen hoe geluid ontstaat;
  • uitleggen wat de functie van een klankkast is;
  • uitleggen hoe je de toonhoogte van een instrument kunt veranderen;
  • uitleggen hoe je bij een snaarinstrument hard en zacht geluid maakt.

Slide 31 - Diapositive

Ja, dat kan ik!
😒🙁😐🙂😃

Slide 32 - Sondage