gesprekken voeren

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 2

Gesprekken voeren

1. Interview

2. Discussie

Introductie 

Vragenspel:

1. Je krijgt een kaartje met een vraag

2. Loop rond en stel je vraag

3. Beantwoord de vraag van de ander

4. Wissel van kaartje en loop verder

interview

Wat is een interview?

1. Een vraaggesprek over je mening
2. Een vraaggesprek tussen twee of meer personen
3. Een discussie in een groep
4. Een gesprek over je standpunt

Welke volgorde is juist?

1. 1. vragen bedenken 2. inlezen in het onderwerp 3. doel van vaststellen 4. interview afnemen
2. 1. inlezen in het onderwerp 2. vragen bedenken. 3. doel vaststellen 4. interview afnemen
3. 1. doel vaststellen 2. inlezen in het onderwerp 3. vragen bedenken 4. interview afnemen
4. 1. doel vaststellen 2. vragen bedenken 3. inlezen in het onderwerp 4. interview afnemen

Wat zijn open vragen?

Welke vragen kun je beter inzetten bij het interview?

1. open vragen
2. gesloten vragen

Geef een voorbeeld van een open vraag?
thema: kinderopvang

Wat is een geen voorbeeld van een vervolgvraag (doorvragen)?

1. Kun je een voorbeeld noemen?
2. Kun je daar nog meer over zeggen?
3. Begrijp ik goed dat je zegt...?
4. Wat bedoel je daarmee?

Wat kun je het beste doen als je een antwoord niet weet?

Herhalen vragenspel

Vragenspel:

1. Je krijgt een kaartje met een vraag.

2. Loop rond en stel je vraag. Stel ook vervolgvragen en controlevragen!

3. Beantwoord de vraag van de ander.

4. Wissel van kaartje en loop verder.

discussie

Wat is een standpunt?

1. Op zondag moeten alle winkels gesloten zijn
2. Zondag is volgens de Bijbel Gods dag
3. Koopzondagen zorgen voor meer werkgelegenheid
4. Cijfers laten zien dat koopzondagen nadelig uitpakken uit voor kleinere winkeliers

Wat is een mening?

1. Van regen word je nat
2. Maastricht is een gezellige stad
3. Ik ga niet op vakantie omdat ik geen geld heb
4. In Maastricht kun je verschillende musea en bezoeken

Wat is geen argument?

1. Bij regen moet men verplicht een paraplu openzetten.
2. Mensen kunnen worden gestoken door paraplu's.
3. Als gevolg van de stijgende vraag naar paraplu's zal de paraplu-industrie een flinke boost krijgen.

Wat is een subjectief argument?

1. Ik vind dat school om half 10 moet beginnen
2. Leerlingen moeten kunnen uitslapen
3. Leerlingen hoeven dan niet in de spits te reizen
4. Voor 9 uur gebeuren de meeste ongelukken in het verkeer volgens Veilig Verkeer Nederland

Een subjectief argument heeft ondersteuning nodig

Ik vind dat school pas om half 10 moet beginnen, omdat leerlingen moeten kunnen uitslapen. Een puber heeft namelijk minstens 9 uur slaap per nacht nodig om zich te kunnen ontwikkelen.

Aan welke signaalwoorden herken je een argument?

1. ik vind, zij denkt dat, ik ben van mening, kortom
2. ik denk dat, namelijk, omdat, de reden hiervoor is, want
3. omdat, namelijk, want, aangezien, volgens mij
4. immers, namelijk, omdat, de reden hiervoor is, want

Aan welke signaalwoorden herken je een standpunt?

1. ik vind, zij denkt dat, ik ben van mening, volgens ons
2. ik denk dat, namelijk, omdat, de reden hiervoor is, want
3. omdat, namelijk, want, aangezien, volgens mij
4. immers, namelijk, omdat, de reden hiervoor is, want

Discussie oefenen

1. Maak groepen van 4

2. Kies een stelling

3. Zoek bronnen

4. Bedenk 2 argumenten voor/tegen

5. Bedenk hoe je de argumenten van de tegenpartij kunt ontkrachten

6. Voer de discussie 

de andere groepsleden observeren

Stellingen 

1. Kinderdagverblijven moeten speelgoedvrije weken aanbieden.

2. Veroordeelde moeders moeten hun baby’s binnen de gevangenis kunnen opvoeden tot schoolgaande leeftijd.

3. Draagmoederschap tegen betaling moet in Nederland worden toegestaan.

4. Talentenjachten op tv moeten geen kinderen onder de 16 jaar toelaten.

5. Kinderen zijn tot de leeftijd van 12 jaar beter af zonder smartphone.

6. De kinderbijslag moet vanaf de leeftijd van twaalf rechtstreeks aan het kind worden overgemaakt.

 

Veel succes!