Les 1: introductie vitaal burgerschap

• Burgerschap
• MBO
• Studiejaar 2

Welkom :)

Vandaag

Kennismaking  +/- 5 min.

lesvragen - algemene informatie +/- 5 min.

Burgerschap +/- 20 min.

Planning en opdrachten eerste periode +/- 10 min.

Opdracht +/- ... min.

Presentie

Wie ben ik?

Algemene informatie - Online afspraken

• De lessen staan vast in de agenda op Teams.
• Ik zie met Insight wie er ingelogd is.
• Zorg dat je op tijd inlogt en je camera aan staat.
• Zet je microfoon uit. 
• Als je een vraag hebt: steek een handje op. 
• Andere regels: .... 

Lesvragen

1. Wat is burgerschap?

2. Wat moet ik aan het einde van de periode precies inleveren?

Het vak burgerschap

• Is een verplicht onderdeel voor het examen. 
• 8 lessen (planner krijgen jullie zo)
• Hierin behandelen we het vitale domein.

Burgerschap

Doel Burgerschapsonderwijs

Onderwijs in burgerschap heeft als doel dat de student als burger kan functioneren in sociale, maatschappelijke en politieke samenlevingen, in de sociale context maar ook op de werkvloer. Het is belangrijk de student te laten leren en ervaren wat je als mens met je vrijheden, rechten en plichten kunt en moet. Niet alleen voor jezelf, ook voor de ander en voor de samenleving. Burgerschapsonderwijs is naast kennis en vaardigheden gebaseerd op het reflecteren op ervaringen, op het ontwikkelen van een eigen identiteit en een waarden- en normenkompas.

4 dimensies

1. Sociaal maatschappelijke dimensie
2. Politieke juridische dimensie 
3. Economische dimensie
4. Vitale dimensie 

Inleiding vitale domein

Wat is vitaliteit?

Vitaal burgerschap

Doel

Het leiden van een goede leefstijl, maar ook het zorgen voor jezelf en de ander. Seksuele voorlichting en onderwijs over mentale gezondheid zijn hier een onderdeel van.

De drie thema's

1. Voeding en gezondheid

2.  Drugs, alcohol en roken

3. Seksualiteit en relaties

De planner

Zie Teams!

Lesvragen

1. Wat is burgerschap?

2. Wat moet ik aan het einde van de eerste periode precies inleveren?

Het is voor mij duidelijk waar we het deze periode over gaan hebben.

1. Waar
2. Niet waar

Ik weet wat ik aan het einde van de periode moet inleveren voor het vak burgerschap.

1. Waar
2. Niet waar

Opdracht:

• Kijk in Teams voor de eerste opdracht
• Meld het even als je klaar bent