Aanloop naar de Eerste Wereldoorlog



2. Aanloop naar de Eerste Wereldoorlog



Europa tussen 1871 en 1914
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon



2. Aanloop naar de Eerste Wereldoorlog



Europa tussen 1871 en 1914

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen op welke manier de Eerste Wereldoorlog ontstond uit de situatie die er in Europa was ontstaan. 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Europa als kruitvat
  • Europa was rond 1900 een kruitvat. 
       - Enorm gespannen situatie waar het wachten was tot het ging          ........ontploffen. 

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Europa als kruitvat
5 oorzaken maken deze gespannen situatie:
- Nationalisme: liefde voor het eigen land/bevolking
- Militarisme: Verheerlijking van het leger en alles wat ermee te maken heeft
- Economische concurrentie: Economisch het beste willen zijn
- Modern-Imperialisme: Het willen hebben van een zo’n groot mogelijk overzees rijk.
 - Bondgenootschappen: Landen die elkaar zullen helpen wanneer ze aangevallen worden.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Frans-Duitse oorlog
  • Tussen 1870 en 1871 voeren Frankrijk en Duitsland oorlog
       - Duitsland wint deze oorlog
       - Roepen in het Franse Versailles vervolgens de Duitse eenheid uit

  • Duitsland vanaf dat moment één Keizerrijk
       - Onder Wilhelm I

  • De overwinning voor Duitsland zorgde voor opkomend nationalisme.
       - Duitsers waren erg trots op hun land
  • Verdiende een toppositie binnen de wereld

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Engeland en Frankrijk
  • Voor Frankrijk was de nederlaag een vernedering
       - Willen wraak voor hun nederlaag in 1871
  • In Frankrijk leeft de revanchegedachte
       - Draagt bij aan Frans Nationalisme

  • Engeland hield zich weinig bezig met het Europese geruzie
       - Focuste zich om haar machtige vloot en haar reusachtige rijk
       - Bezat kolonies over de hele wereld, 1/4e van de wereld
  • Draagt bij aan Brits Nationalisme


Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het Oosten
  • In Oost Europa zorgde Nationalisme juist voor verdeeldheid in rijken.
  • Ottomaanse Rijk
      - Oude Islamitische rijk dat vanaf de Middeleeuwen bestond.
  • Oostenrijk-Hongaarse Rijk
      - Groot Rijk bestaande bestaande uit twee landen en veroverd gebied. 

  • Binnen het Ottomaanse en Oostenrijk-Hongaarse rijk waren verschillende volkeren met eigen taal, cultuur en gebruiken. 
      - willen onafhankelijk zijn.


Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Militarisme
  • Het nationalisme in alle landen werd sterker door militarisme.
       - Het leger is erg belangrijk!
       - Het nationale 'elftal' die de trots moet waarmaken!

  • Een goed leger heeft ook de beste wapens nodig. 
       - Wapenwedloop
       -Strijd om wie de beste en krachtigste wapens heeft.

  • Op zee probeert Duitsland de Engelsen in te halen qua vloot.
  • Ook op industrieel gebied ontwikkelen alle landen zich op een razend tempo.
       - Willen laten zien dat ze technologisch en technisch voorlopen op de rest.



Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Modern-Imperialisme
  • Wat ook bijdroeg aan de nationalistische gevoelens en het aanzien van een land was de grootte van de koloniale rijken
     - Modern-Imperialisme

  • Tot aan de 20e eeuw hadden Engeland en Frankrijk een gigantisch koloniaal rijk
        - Grondstoffen voor hun groeiende industrie werden uit deze landen gehaald.
        - Ook werden de kolonies als afzetmarkt gebruikt
  • Kolonies zorgen voor geld en aanzien op het wereldtoneel

  • Iedereen streefde naar het  vasthouden van deze kolonies.
  • Terwijl andere landen juist vonden recht te hebben op meer kolonies...



Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bondgenootschappen
  • Landen voelen de spanning toenemen.
       -  Zoeken daarom bondgenoten, die elkaar zullen helpen in geval van oorlog. 
  • Frankrijk sluit een bondgenootschap met Rusland
  • Engeland sluit zich later bij dit bondgenootschap aan.

  • Duitsland wist dat Engeland en Frankrijk hun toppositie niet wilden delen. 
       - Sluit daarom een bondgenootschap met Oostenrijk-Hongarije en later het Ottomaanse Rijk

  • Deze bondgenootschappen komen bekend te staan als de:
       - Centralen: Duitsland, Oostenrijk-Hongarije en het Ottomaanse Rijk
       - Geallieerden: Engeland, Frankrijk en Rusland



Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

De lont in het kruitvat
  • 28 juni 1914, Sarajevo, Oostenrijk-Hongaarse Rijk 

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het sneeuwbaleffect
  • Oostenrijk-Hongarije beschuldigd het naastgelegen Servië
      - Zou de terroristen geholpen hebben. 
  • Komen met een eisenlijst, waarmee Servië akkoord moet gaan

  • Servië gaat met alles akkoord, op 1 punt na
       - Is voor Oostenrijk-Hongarije onacceptabel!
  • Op 25 juli mobiliseren Oostenrijk-Hongarije het leger.
  • 27 juli: Rusland mobiliseert als reactie ook zijn leger
  • 1 augustus: Duitsland verklaart vervolgens Rusland de oorlog
       - Reactie: Frankrijk mobiliseert om bondgenoot te helpen. 
  • 3 augustus: Duitsland verklaart Frankrijk de oorlog





Slide 13 - Diapositive

Apocalypse WW1
13:26