Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Waarnemen
Slide 1 - Diapositive
1.4
Meten
Slide 2 - Diapositive
Wat gaan we doen vandaag?
- Leerdoelen
- Uitleg
- Opdrachten
- Leerdoelen checken
Slide 3 - Diapositive
Leerdoelen
Je kunt van een aantal meetapparaten uitleggen waarvoor je ze gebruikt.
Je kunt het verschil uitleggen tussen analoge en digitale meetapparatuur.
Je kunt beschrijven wat een grootheid en wat een eenheid is.
Je kunt enkele eenheden naar elkaar omrekenen.
Slide 4 - Diapositive
Meet apparatuur
• Hoelang iets duurt, meet je met een klok.
• Hoe lang iets is, meet je met een liniaal.
• Hoe warm het is, meet je met een thermometer.
• Hoeveel iets weegt, meet je met een weegschaal.
Slide 5 - Diapositive
Analoog
De oventhermometer heeft een wijzer die draait langs een plaat met streepjes en getallen. Dit is de schaalverdeling. Meetapparaten met een wijzer en een schaalverdeling noem je analoog.
Slide 6 - Diapositive
Digitaal
De koortsthermometer heeft cijfers op een schermpje. Een meetapparaat met cijfers op een scherm noem je digitaal.
Slide 7 - Diapositive
Eenheid
Je zegt niet: “Ik ben met dit werkstuk 12 bezig geweest.” Je zegt: ‘12 minuten’ of ‘12 uur’ of ‘12 dagen’. De woorden achter 12 noem je de eenheid. De eenheid is de hoeveelheid of maat waarin je iets meet.
De eenheid geeft het getal een betekenis.
Slide 8 - Diapositive
Grootheid
Bij tijd kun je verschillende eenheden gebruiken. Bijvoorbeeld minuten, uren, dagen of weken. Dit zijn allemaal eenheden van tijd. Lengte heeft ook zijn eigen eenheden. Zo is de lengte van Melissa 154 centimeter. En is de lengte van het schoolplein 30 meter.
Tijd en lengte zijn de dingen die je meet. Tijd en lengte zijn voorbeelden van grootheden. Een grootheid is een eigenschap die je meet. Iedere grootheid heeft zijn eigen eenheden.
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Massa
Met een weegschaal kun je de massa van een voorwerp of van een hoeveelheid stof bepalen. De massa is de hoeveelheid stof in gram (g) of kilogram (kg).
Slide 11 - Diapositive
Volume
Cola is een vloeistof. Je kunt meten hoeveel cola in een glas zit. Je meet dan het volume van de cola. Het volume is de ruimte die een vloeistof of een voorwerp inneemt.