6.4 Biologisch evenwicht

Ecologie
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Ecologie

Slide 1 - Diapositive

Thema 6 Ecologie
Leerdoelen:
  • Je leert het verschil tussen biotisch en abiotisch,
  • Je leert de verschillende organisatieniveaus zijn
  • Je leert wat biologisch evenwicht is en wat een optimumkromme inhoudt.

Slide 2 - Diapositive

Begrippen:

  • biotische factoren

Slide 3 - Diapositive

Begrippen:

  • abiotische factoren

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Maak opdracht 1 op blz 95

Slide 6 - Diapositive

Sleep de organisatieniveaus van groot naar klein
1
2
3
4
5
biosfeer 
ecosysteem
soort
populatie
organisme

Slide 7 - Question de remorquage

Begrippen:
  • individu

Slide 8 - Diapositive

Begrippen:

  • individu
  • populatie

Slide 9 - Diapositive

Begrippen:
  • individu
  • populatie
  • levensgemeenschap
  • ecosysteem

Slide 10 - Diapositive

Populatiegrootte
populatiegrootte: Uit hoeveel organismen een populatie bestaat.

De populatiegrootte is afhankelijk van biotische en abiotische factoren. 
  • factoren gunstig --> toename populatiegrootte 
  • factoren ongunstig -->  afname populatiegrootte. 

Slide 11 - Diapositive

Populatiegrootte

Slide 12 - Diapositive

Begrippen:
  • biologisch evenwicht

Slide 13 - Diapositive

Begrippen
optimumkromme
tolerantiegebied
 tolerantie = het gebied waar organismen kunnen leven. 

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Welke soort heeft het grootste tolerantie?
A
Soort a
B
Soort b
C
Soort a en b, want er is overlap

Slide 16 - Quiz

Wat zijn biotische factoren?
A
De invloeden afkomstig van de levende natuur
B
Alle relaties tussen organismen en hun milieu
C
De invloeden afkomstig van de levenloze natuur
D
A en B

Slide 17 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een abiotische factor?
A
Lucht
B
Bomen
C
Roofdieren
D
Soortgenoten

Slide 18 - Quiz

Er is een verband tussen de tolerantie en het areaal van een soort.

Bekijk de afbeelding. Welke soort heeft het grootste tolerantiegebied?
A
soort A
B
soort B
C
soort C
D
soort D

Slide 19 - Quiz

Aan de slag!
Thema 6, basisstof 4
Opdrachten 
1 t/m 6



timer
10:00

Slide 20 - Diapositive