ROUS Marktgedrag (4.4 en 4.5)

• Economie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Welkom

5 vwo ECONOMIE  ||  2022-2023

Programma

• Vorige les
• Lesdoelen
• Theorie
• Aan de slag
• Evaluatie

Bedrijf A heeft een vraagfunctie van qa = -3Pa + Pn + 200 en Bedrijf N qn = -3Pn + Pa + 200
Wat wordt de gezamenlijke functie van P?

Maak vanuit de gezamenlijke prijsafzetfunctie de marginale opbrengsten functie.
Q = -4P + 600

Prijskartels zijn stabiel.

1. Juist
2. Onjuist

Prijsconcurrentie vindt plaats bij heterogene producten.

1. Juist
2. Onjuist

Voor vraag 4.7 --> wat betekent substitueerbaar?

Bespreken 4.7

a. Je ziet dit aan het positieve verband tussen de prijs van de concurrent en de eigen afzet. Als Adidas de prijs verlaagt, neemt de afzet van Nike af, omdat klanten van Nike overstappen naar Adidas. 

b. Er zijn twee prijzen, Pn en Pa. Dit wijst op een heterogeen product.
c. Pa = Pn = 100 → qa = -200 + 100 + 250 = 150 dus 150.000 stuks. 

qn = -200 + 100 + 250 = 150 dus 150.000 stuks. 

De afzet is voor beide even hoog, ze hebben elk 50% marktaandeel. 

Lesdoelen

Aan het einde van de les

Het ondernemersgedrag en het marktresultaat van de marktvorm oligopolie interpreteren. 

Verschillende marktstrategieën bij oligopolie onderscheiden. 

Aantonen op welke wijze producenten streven naar maximale winst bij oligopolie en dit grafisch onderbouwen

Waarop wordt de verwachte productiecapaciteit afgestemd?

Hoeveelheidsconcurrentie

Productiecapaciteit niet gemakkelijk uitbreiden --> concurreren op hoeveelheid.

Inschatting van de verwachte afzet bepalend.

Verkeerde inschatting? 

• Consequenties voor kostprijs
• Winst

Wat is het gevolg van een te hoge inschatting van de afzet voor de kostprijs en de winst?

Wat is het gevolg van een onderschatting van de toekomstige afzet op de kostprijs en de winst?

Homogeen duopolie

Concurreren vooral hoeveelheid en dus ook op prijs.

Vraag stijgt alleen als de prijs daalt. 

De prijs zal zakken naar mk. 

Op welke marktvorm lijkt een homogene oligopolie?

1. Volkomen concurrentie
2. Monopolie
3. Monopolistische concurrentie

Duopolisten werken samen

Afspraken over hoeveelheid (en prijs.)

Lijkt op monopolie

Waarop kunnen bedrijven concurreren?

Concurreren

Prijs

Hoeveelheid

Productdifferentiatie

• Kwaliteit
• Vestigingsplaats
• Openingstijden

Bij welke soort producten is het slecht mogelijk om te concurreren op productdifferentiatie?

Aan de slag

Maken H 4.13 t/m 4.20

4.11 laten checken door de docent!

Zachtjes overleggen! / Aan docent vragen

Klaar? Nakijken

Niet af? Huiswerk!