4.4 Seks enzo

Wat gaan we doen?
  • Terugblik 4.1 tm 4.3
  • Uitleg bs 4.4
  • Maken opdrachten
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Wat gaan we doen?
  • Terugblik 4.1 tm 4.3
  • Uitleg bs 4.4
  • Maken opdrachten

Slide 1 - Diapositive

Sleep de namen naar de juiste plek
penis
bijbal
zaadbal
balzak
eikel

Slide 2 - Question de remorquage

aanmaken van zaadcellen
gevoelig voor prikkels
kunnen zich vullen met bloed
tijdelijk opslaan van zaadcellen
vervoeren zaadcellen
voegen vocht toe aan de zaadcellen (twee organen)
Elk orgaan van het mannelijk voortplantingsstelsel heeft zijn eigen taak.

Kies bij elke taak het juiste orgaan.
prostaat
bijbal
eikel
zaadblaasje
teelbal
zwellichaam
zaadleider

Slide 3 - Question de remorquage

Een vrouw heeft zojuist haar ovulatie gehad.
Zij wil graag een kind.
Wanneer kan zij het best seks hebben om de kans op een zwangerschap zo groot mogelijk te maken?
A
Vandaag nog
B
Over 5 dagen
C
Over 10 dagen
D
Over 14 dagen

Slide 4 - Quiz

Een vrouw is net begonnen aan haar menstruatie. Over hoeveel dagen kan ze de volgende menstruatie verwachten?
Uitgaande van een gemiddelde cyclus!
A
Over 14 dagen
B
Over 28 dagen
C
Over 20 dagen
D
Over 30 dagen

Slide 5 - Quiz

Welke gebeurtenis bepaalt of de menstruatiecyclus van een vrouw doorgaat of stopt? (1 woord)

Slide 6 - Question ouverte

B4.4 - Leerdoelen
  • 4.4.7 Je kunt omschrijven wat onder seksualiteit wordt verstaan.
  • 4.4.8 Je kunt benoemen hoe gender en seksuele oriëntatie kunnen verschillen.
  • 4.4.9 Je kunt benoemen hoe je wensen en grenzen kunt bewaken en respecteren in een seksuele relatie.


In de puberteit gaat seksualiteit een rol spelen in je leven. Ook in het leven van volwassenen is seksualiteit belangrijk. Mensen kunnen daar heel verschillend over denken.

Slide 7 - Diapositive

Welke vormen van seksualiteit ken je?

Slide 8 - Carte mentale

Slide 9 - Diapositive

Bekende vormen seksualiteit
  • Heteroseksueel - Seksueel aangetrokken tot andere geslacht
  • Homoseksueel - Seksueel aangetrokken tot zelfde geslacht 
  • Lesbisch - Vrouwelijke homoseksualiteit
  • Biseksueel - Seksueel aangetrokken tot beide geslachten
  • Aseksueel - niet seksueel aangetrokken tot anderen
  • Panseksueel - Seksueel aangetrokken tot  de persoon
  • .....................

Slide 10 - Diapositive

Ken je mensen die behoren tot de LHBTI+ groep of een ander gender hebben dan wat veel mensen als 'normaal' zien?
Nee, niemand
Ja, een paar
Ja, veel

Slide 11 - Sondage

Geef een voorbeeld van een stereotype

Slide 12 - Question ouverte

Uit de kast
Andere seksualiteiten en genders zijn wereldwijd steeds meer geaccepteerd.
Maar soms zitten 'dingen' in de weg om "uit de kast te komen":
  • Stereotypen
  • Eigen gevoel
  • Wetten/regels
  • Religie
  • Cultuur: in welke landen is de doodstraf van toepassing?

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

1. Het artikel noemt een aantal zoogdieren. Noem vijf woorden die in je opkomen bij het woord zoogdier.
2. Er worden meerdere diersoorten genoemd in het artikel, waarvan de meeste zoogdieren zijn. Welke dieren uit het artikel zijn geen zoogdieren?
3. Noem een aantal kenmerken van zoogdieren.
4. Van hoeveel soorten dieren is bekend dat ze seks hebben met een soortgenoot van hetzelfde geslacht?
5. Vanaf wanneer is deze ontwikkeling waarschijnlijk begonnen in de evolutie?
6. Volgens de onderzoekers heeft dit seksueel contact tussen dieren van hetzelfde geslacht voordelen. Welke voordelen?
7. Hebben de onderzoekers een volledige verklaring kunnen vinden voor homoseksueel gedrag?
8. Om welke redenen hebben mensen seks met elkaar?
9. Het artikel heeft het over de stamboom van de primaten. Wie zijn er eerder van deze stamboom afgesplitst? De apen of de lemuren?
10. De wetenschappers hebben bijna 6.650 levende zoogdiersoorten bestudeerd, zo’n vier
procent daarvan vertoonden een vorm van seksueel gedrag met een soortgenoot van
hetzelfde geslacht. Over hoeveel soorten gaat dit?
Vragen

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Slide 18 - Vidéo

1. Het artikel noemt een aantal zoogdieren. Noem vijf woorden die in je opkomen bij het woord zoogdier.
2. Er worden meerdere diersoorten genoemd in het artikel, waarvan de meeste zoogdieren zijn. Welke dieren uit het artikel zijn geen zoogdieren?
3. Noem een aantal kenmerken van zoogdieren.
4. Van hoeveel soorten dieren is bekend dat ze seks hebben met een soortgenoot van hetzelfde geslacht?
5. Vanaf wanneer is deze ontwikkeling waarschijnlijk begonnen in de evolutie?
6. Volgens de onderzoekers heeft dit seksueel contact tussen dieren van hetzelfde geslacht voordelen. Welke voordelen?
7. Hebben de onderzoekers een volledige verklaring kunnen vinden voor homoseksueel gedrag?
8. Om welke redenen hebben mensen seks met elkaar?
9. Het artikel heeft het over de stamboom van de primaten. Wie zijn er eerder van deze stamboom afgesplitst? De apen of de lemuren?
10. De wetenschappers hebben bijna 6.650 levende zoogdiersoorten bestudeerd, zo’n vier
procent daarvan vertoonden een vorm van seksueel gedrag met een soortgenoot van
hetzelfde geslacht. Over hoeveel soorten gaat dit?
Vragen

Slide 19 - Diapositive

1. Idee: schrijf het woord ‘zoogdier’ op het bord, en maak een mindmap met de antwoorden van de leerlingen.
2. De krekels en zee-egels zijn geen zoogdieren.
3. Zoogdieren hebben een huid met haren, zijn warmbloedig, halen adem met longen en
zijn levendbarend.
4. Van 1500 dier soorten is bekend dat ze seks hebben met iemand van hetzelfde geslacht.
5. Die ontwikkeling is te zien vanaf het moment dat de dieren in sociale groepen begonnen
te leven.
6. Het zou kunnen bijdragen aan het opbouwen en onderhouden van positieve sociale
relaties.
7. Nee, de wetenschappers benadrukken dat dit onderzoek geen volledige verklaring biedt
voor homoseksueel gedrag.
8. Mensen hebben seks met elkaar uit lust (omdat het lekker is), voor het onderhouden
van hun relatie en om zich voort te planten.
9. De lemuren staan op een oudere tak en zijn dus eerder afgesplitst.
10. Vier procent van 6.650 is 266.
Antwoorden

Slide 20 - Diapositive

Seksueel grensoverschrijdend gedrag
Mentorles

Slide 21 - Diapositive

Ga aan de slag met:
  • Lezen BS 4.4
  • Maken Opdrachten

Klaar met het bovenstaande?
  • Verder werken/lezen
  • Samenvatten
  • Ander huiswerk
  • Boek lezen
timer
10:00

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Vidéo

Slide 24 - Vidéo