4.2 Spanningsbronnen

Hoofdstuk 4 Elektriciteit

4.2     Spanningsbronnen
1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 4 Elektriciteit

4.2     Spanningsbronnen

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen:
1.    Je kunt een aantal spanningsbronnen noemen
2.   Je kunt uitleggen wat spanning  en stroomsterkte zijn
3.   Je kunt beschrijven hoe je spanning meet
4.   Je kunt de spanning berekenen als je batterijen in serie 
        schakelt
5.   Je kunt van enkele veel voorkomende spanningsbronnen
        aangeven of ze veilig of onveilig zijn
 

Slide 2 - Diapositive

Spanningsbronnen
                                                      Voorbeelden: 
    
      Batterij                 Accu                    Dynamo                       Zonnecel

Slide 3 - Diapositive

functies van een spanningsbron
- de spanningsbron zorgt ervoor dat er een stroom gaat lopen
- de spanningsbron geeft energie mee aan de elektronen in een elektrische stroom.

Slide 4 - Diapositive

Energie vervoeren
- Vanuit de spanningsbron worden elektronen (kleine deeltjes) de stroomkring in gestuurd, met een pakketje energie.
- Deze elektronen stromen rond en geven hun energie af bij het apparaat.
- Weer terug bij de spanningsbron krijgen ze weer een pakketje mee

Slide 5 - Diapositive

Energie vervoeren
- Stroomsterkte (Ampere): hoeveelheid elektronen die per seconde door de stroomkring gaan.
- Spanning (Volt): hoeveelheid energie die de elektronen meekrijgen.
De totale hoeveelheid energie hangt dus af van de stroomsterkte en de spanning

Slide 6 - Diapositive

Soorten spanningsbronnen
Hoe werken die spanningsbronnen?

  • Batterij en accu;  chemische energie --> elektrische energie
  • Dynamo, turbine en generator; bewegings energie --> elektrische energie

Slide 7 - Diapositive

Soorten spanning
  • laagspanning  (tot 24 V)
  • netspanning (meestal 230 V)
 

  • transformator (230V -> 5V)

Slide 8 - Diapositive

Voltmeter
  • Spanning meet je met een spanningsmeter. 
  • Een andere naam voor spanningsmeter is voltmeter.
  • Eenheid van spanning: volt (V)

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Spanning meten
       Spanning meten we met een Voltmeter (spanningsmeter)
       Deze wordt altijd parallel aangesloten.

           Symbool:
  

Slide 11 - Diapositive

Batterijen
Chemische spanningsbron: 
  • Er vindt een chemische reactie plaats
  • Zet chemische energie om en elektrische energie


ELEKTRODEN
ELEKTROLYT

Slide 12 - Diapositive

spanning

Slide 13 - Diapositive

condensator
geen constante spanning bescherming voor elektronica onderdelen.

Slide 14 - Diapositive

condensator
In veel stroomkringen kom je een condensator
tegen.
Een condensator is eigenlijk een soort 
oplaadbare batterij, je kunt er tijdelijk
elektrische energie in opslaan.

Slide 15 - Diapositive

Batterijen/spanning

Slide 16 - Diapositive

Batterijen schakelen

Als een apparaat op een hogere spanning moet werken kunnen we batterijen schakelen.

Kijk eerst naar het volgende filmpje...

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Batterijen in serie schakelen
   
    Als je batterijen
    in serie schakelt 
    mag je de spanningen
    bij elkaar optellen.

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Vidéo

Batterijspanning is 1,5 V.
Hoe groot is de spanning
tussen de aansluitpunten?

A
0 Volt
B
1,5 Volt
C
6 Volt
D
6 Ampère

Slide 21 - Quiz


Batterijspanning 1,5 V
Hoe groot is de spanning op de aansluitpunten?
A
0 Volt
B
1,5 Volt
C
6 Volt
D
6 Ampère

Slide 22 - Quiz

Drie batterijen (1,5 V) Welke spanning geeft linker meter aan?
A
1,5 Volt
B
3 Volt
C
4,5 Volt
D
6 Volt

Slide 23 - Quiz

Drie batterijen (1,5 V) De spanning op de middelste meter:
A
1,5 Volt
B
3 Volt
C
4,5 Volt
D
6 Volt

Slide 24 - Quiz

Lichtnet

De spanning die op stopcontacten staat noemen we de 
netspanning

Deze is in Nederland gelijk aan 230 Volt

Slide 25 - Diapositive

Spanning (U)
De Spanningsbron zorgt voor een verschil in lading. Het verschil meten we in volts. (V)


Slide 26 - Diapositive

Spanning
Als je een motortje of een lampje wil aansluiten moet je daarvoor de goede spanningsbron gebruiken.

Een lampje die het beste werkt bij 9 V zal heel zwak branden bij 3 V. Bij 12 V is de stroom zo sterk dat het lampje doorbrandt.

Slide 27 - Diapositive

In serie schakelen
Als je met meerdere batterijen werkt moet je die zo aan elkaar aansluiten dat de stroom goed gaat lopen.
Dit noem je “in serie schakelen”

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Vidéo

Voltmeter
  • Spanning meet je met een spanningsmeter. 
  • Een andere naam voor spanningsmeter is voltmeter.
  • Eenheid: volt (V)

Slide 34 - Diapositive

Energie vervoeren: een vergelijking
De elektrische stroom zijn tankauto's die benzine vervoeren.
Stroomsterkte (A) is het aantal tankauto's dat langsrijdt per uur.
(hoe meer auto's, hoe meer energie er naar het apparaat kan)
Spanning (in volt) is de hoeveelheid benzine in de tankauto.
Hoe meer benzine per auto, hoe meer energie vervoerd wordt

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Diapositive