adverb - adjective

• Engels
• Middelbare school
• vmbo
• Leerjaar 3,4

adverb - adjective 

bijwoord 

bijvoeglijk naamwoord 

adverb:

- werkwoord

- bijv naamwoord

- ander bijwoord 

 

adjective:

- zelfstandig naamwoord

adverb

vorm: 

bijwoord + ly 

maak van dit woord een bijwoord:
real

maak een bijwoord van:
slow

maak een bijwoord van:
bad

eigen vorm 

good - well

fast - fast

hard - hard (hardly = nauwelijks)

daily- daily 

friendly - friendly 

wat is het bijwoord van:
good

1. well
2. goodly

wat is het bijwoord van:
daily

1. daily
2. dailyly

wat is het bijwoord van:
hard

1. hardly
2. hard

volgorde in de zin:

- voor het hoofdwerkwoord

- na: am, is, are, was, were

- voor een ander bijwoord of bijvoeglijk naamwoord

voorbeelden:

She always asks me to get coffee. 

 I am never tired after a work out.

You are going to be extremely popular.  

You can find the shop.

1. easily can
2. can easily

The food was delicious.

1. really was delicious
2. was really delicious