Hoofdletters les 1

Hoofdletters
gemaakt door Corina en Jorn
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Hoofdletters
gemaakt door Corina en Jorn

Slide 1 - Diapositive

Wanneer gebruik je hoofdletters?

Slide 2 - Carte mentale

Regel 1: begin van een zin
Aan het begin van een zin:
  • Je begint een zin met een hoofdletter.
Als de zin met een apostrof begint, verschuift de hoofdletter naar het tweede woord:
  • 's Ochtends sta ik vroeg op.
  • 't Was vanochtend wel erg koud.

Slide 3 - Diapositive

Regel 1: begin van een zin
Als de zin met begint met een cijfer of symbool, schrijf je het tweede woord NIET met een hoofdletter.
  • €15 betaalde hij voor het boek.
  • 86 jaar geleden werd mijn opa geboren.

Slide 4 - Diapositive

Wat is goed geschreven?
A
't is niks voor mij.
B
'T is niks voor mij.
C
't Is niks voor mij.
D
'T Is niks voor mij.

Slide 5 - Quiz

Regel 2: namen van personen
Je schrijft een hoofdletter bij voor- en achternamen, doopnamen en voorletters:
  • Elisabeth Sarah Jansen
Na een voornaam of voorletter schrijf je tussenvoegsels niet met een hoofletter.
  • fam. Berkmans
  • Bert van den Brink

Slide 6 - Diapositive

Regel 2: namen van personen
Als er geen voornaam of voorletter staat schrijf je tussenvoegsels WEL met een hoofdletter.
  • meneer De Vries
Bij een tweede achternaam krijgt het tussenvoegsel geen hoofdletter.
  • mevrouw Van de Ven - de Vries 

Slide 7 - Diapositive

Regel 3: Bijzonderheden
Als je een woord dat begint met ij, met een hoofdletter moet schrijven, schrijf je IJ en niet Ij.
  • IJsjes zijn heel lekker.
  • Simone woont in IJmuiden.

Slide 8 - Diapositive

Wat is goed geschreven?
A
meneer Jansen
B
Meneer Jansen
C
meneer jansen

Slide 9 - Quiz

Wat is goed geschreven?
A
Lisa de Vries - de Groot
B
Lisa De Vries - De Groot
C
Lisa De Vries - de Groot

Slide 10 - Quiz

Regel 3: organisaties, merken, producten
Organisaties, merken en producten krijgen een hoofdletter.
  • Apple
  • Verenigde Naties
Soms gebruiken bedrijven de hoofdletters afwijkend, je neemt dit dan over.
  • iPhone

Slide 11 - Diapositive

Wat is goed geschreven?
A
pepsi max
B
Pepsi Max
C
Pepsi max
D
pepsi Max

Slide 12 - Quiz

Regel 4: aardrijkskundige namen, volken, talen, windstreken, dagen, maanden en jaargetijden.
Bij aardrijkskundige namen van landen, steden, rivieren enzovoort gebruik je een hoofdletter.
  • Eindhoven
  • Amerikaanse president
Ook bij volken, talen of dialecten gebruik je een hoofdletter.
  • Fransman
  • Limburgs dialect

Slide 13 - Diapositive

Regel 4: aardrijkskundige namen, volken, talen, windstreken, dagen, maanden en jaargetijden.
Bij een windstreek gebruik je geen hoofdletter.
  • Er komt vandaag een noordelijke wind.
Als de windstreek onderdeel is van een naam, gebruik je wel een hoofdletter.
  • Noordelijke IJszee

Slide 14 - Diapositive

Regel 4: aardrijkskundige namen, volken, talen, windstreken, dagen, maanden en jaargetijden.
Als je met de windstreek een cultureel, economisch of politiek gebied bedoelt, schrijf je een hoofdletter.
  • In het Nabije Oosten is de situatie erg gespannen.
  • Arme landen krijgen steun van het Westen.

Slide 15 - Diapositive

Wat is goed geschreven?
A
Westelijke zeestroom
B
westelijke zeestroom
C
Westelijke Zeestroom
D
westelijke Zeestroom

Slide 16 - Quiz

Wat is goed geschreven?
A
amstellaan
B
Amstellaan
C
AmstelLaan
D
amstelLaan

Slide 17 - Quiz