Les 10 - Capitulo 2

• Spaans
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1-4

Bienvenidos a la clase de español

Hoy es martes, 7 de noviembre

¿Qué vamos a hacer?

Toetsinzage:

morgen

¿Qué vamos a hacer hoy?

• Deberes: vocabulario
• Repasar capítulo 2
• gramática: presente perfecto en pretérito indefinido

¿Cuáles son las metas de hoy?

• Ik weet wanneer ik ser en wanneer ik estar moet gebruiken
• Ik begrijp wanneer ik presente perfecto moet gebruiken
• Ik begrijp wanneer ik pretérito indefinido moet gebruiken
• Ik begrijp welke uitgangen ik bij de pretérito indefinido moet gebruiken

¿Qué vamos a hacer?

Vocabulario

De ontmoeting

Het geheim

De bezoeker

Het vertrouwen

Vaak

Het gebrek

Ruzie maken

Slechter

De toegang

Van mening zijn

Afspreken

Lang duren

De vrijheid

Daarna

Onmiddellijk

Zich zorgen maken

Kinderachtig 

De oplossing

Avontuurlijk

Verschijnen

Wat? Vertaal de woordjes

Hoe? Zelfstandig in stilte

Hulp: Geen hulpmiddel

Tijd: 6 minuten

Uitkomst: Ik weet welke woorden ik nog moet gaan bestuderen. 

Klaar? Corrigeer de woorden met behulp van de woordenlijst in je werkboek

Tijd: 6 minuten

¿Qué vamos a hacer?

¿Qué sabemos de los verbos

SER y ESTAR?

Vul de juiste vorm van ser of estar in de presente in.

1. La biblioteca __________ cerca del instituto.

2. Mi padre __________ doctor.

3. Luisa y yo __________ primas.

4. Mi hermano ____________ muy simpático.

5. Tú ____________ nervioso por el examen.

Vul de juiste vorm van ser of estar in de presente in.

 

1.La biblioteca está cerca del instituto.

2. Mi padre es doctor.

3. Luisa y yo somos primas.

4. Mi hermano es muy simpático.

5. Tú estás nervioso por el examen.

¿Qué vamos a hacer?

Presente perfecto

?

?

Pretérito indefinido

¿Qué vamos a hacer?

Noteer het hele werkwoord van de dikgedrukte persoonsvormen

1. Yo me despierto a las siete de la mañana.

2. Mi prima viene mañana.

3. Tú vas a la escuela.

4. Mi hermano juega al fútbol.

5. España gana la final.

6. Nosotros vemos una película en Netflix.

7. Mi padre es doctor.

¿Qué vamos a hacer?

Wat? Maak opdr. 29 t/m 31 d van je libro de ejercicio op blz. 77 t/m 83 (WB)

Hoe? In duo's, fluisteren

Hulp: Libro de ejercicio blz. 27 bron I

Tijd: 20 minutos

Uitkomst: Je kan de presente perfecto en de pretérito indefinido uit elkaar halen.

Je kan allebei, presente perfecto en pret. indefinido vervoegen.

Klaar? Maak opdr. 32 en  33 van blz. 82 en 83

Wat? WB blz. 80, opdr. 31 e

2 ->Werkwoorden vervoegen in de pretérito indefinido. 

1 -> scheidsrechter

Hoe? In groepjes van 3 

Hulp: Libro de ejercicio blz. 27 bron I

Tijd: 8 minutos

Uitkomst: Je kan de pret. indefinido vervoegen.

Klaar? Rollen wisselen, winnaar en scheidsrechter moeten nu vervoegen.

Los deberes

Woensdag: 

• Leer de uitgangen van de pretérito indefinido: tekstboek blz. 27- bron I
• Leer de frases clave: tekstboek blz. 22 - bron E en

                                                   tekstboek blz. 27 bron J

Dinsdag:

• Oefentoets: Leer alles van Capltulo 2

Vocabulario: werkboek blz. 92 en 93

Gramática: tekstboek blz. 22 - bron D: ser (blz. 114) y estar (blz. 110) 

                        tekstboek blz. 27 - bron I: Pretérito indefinido

Frases clave: tekstboek blz. 22 - bron E

                            tekstboek blz. 27 - bron J

Ga naar: play.blooket.com

¿Cuáles eran las metas de hoy?

• Ik weet wanneer ik ser en wanneer ik estar moet gebruiken
• Ik begrijp wanneer ik presente perfecto moet gebruiken
• Ik begrijp wanneer ik pretérito indefinido moet gebruiken
• Ik begrijp welke uitgangen ik bij de pretérito indefinido moet gebruiken