Imparfait

Les buts et le planning d'aujourd'hui
Ik weet hoe de imparfait werkt in het Frans;
              explication de la grammaire

Ik kan een frans lees, kijk en luisterfragment begrijpen
             faire le source E
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Les buts et le planning d'aujourd'hui
Ik weet hoe de imparfait werkt in het Frans;
              explication de la grammaire

Ik kan een frans lees, kijk en luisterfragment begrijpen
             faire le source E

Slide 1 - Diapositive

IMPARFAIT

(onvoltooid verleden tijd)

In het Nederlands is de o.v.t.  Bijvoorbeeld:

lopen >> ik liep

hebben>> ik had

gaan >> ik ging

en ga zo maar door !

Slide 2 - Diapositive

Wanneer gebruik je de IMPARFAIT?

Je gebruikt de imparfait om te vertellen hoe iets was of om te vertellen over gewoontes uit het verleden.

Gewoonte: Tous les jours, j'allais chez ma grand-mère. (Ik ging)

Beschrijving: Le concert était super. (was)


(Passé composé gebruik je om een gebeurtenis te vertellen:

Quand j'étais jeune, je suis tombé. )


Slide 3 - Diapositive

IMPARFAIT

(onvoltooid verleden tijd)


1. nous-vorm van de présent

2. "ons" eraf

3. juiste uitgang erachter 


je                  ais
tu                 ais
il/elle/on     ait
nous            ions
vous             iez
ils/elles        aient

Slide 4 - Diapositive

Stam+uitgang
Exemples:
Elle (avoir) avait               (nous avons)
Tu (aller) allais                  (nous allons)
Nous (faire) faisions     (nous faisons)
Je (réussir) réussissais (nous réussissons)


Slide 5 - Diapositive

Let op
De imparfait van het werkwoord "être" is onregelmatig.
Ik was = J'étais
ét is de stam

Exemples:
Nous étions
Er was: c'était

Slide 6 - Diapositive

Rijtje van aller in de imparfait

Slide 7 - Carte mentale

Nous (choisir imparfait) ___
A
choisirions
B
choisissions
C
choisions
D
choisirions

Slide 8 - Quiz

vous (avoir, imparfait)
A
avions
B
avez
C
aviez
D
avons

Slide 9 - Quiz

Imparfait
Welke vorm is GEEN imparfait?
A
C'était
B
Nous chantons
C
Il y avait
D
Je voulais

Slide 10 - Quiz

Zet onderstaande zinnen in de imparfait
Je suis au concert. 
Vous parlez anglais. 
Elle a 15 ans. 
Tu fais du sport? 

Slide 11 - Diapositive

Écouter/lire
Faire le source E

Slide 12 - Diapositive