Basics 2 - Symbolen

Leerdoelen
Aan het eind van deze les kun je uitleggen welke godsdienstige  symbolen bij welke ideeën horen.
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
LevensbeschouwingGodsdienstMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Leerdoelen
Aan het eind van deze les kun je uitleggen welke godsdienstige  symbolen bij welke ideeën horen.

Slide 1 - Diapositive

Quiz
Welke symbolen zou je gebruiken voor de volgende woorden? Teken ze in je schrift.
Kracht, leiderschap, wijsheid, macht, schoonheid, voorzichtigheid.


Moeilijk? -> welke dieren zou je voor deze woorden gebruiken?

Slide 2 - Diapositive

Wat is volgens jou het nut van symbolen? Waarom zijn ze handig?

Slide 3 - Question ouverte

Vandaag
  • Beroemde symbolen
  • Oude symbolen
  • Symbolen uitleggen
  • Godsdienstige symbolen

Slide 4 - Diapositive

Symbool: aantekening
Symbool = iets met een diepere betekenis.

Slide 5 - Diapositive

Beroemde symbolen
Welke symbolen herken je? Schrijf ze op.

Slide 6 - Diapositive

Beroemde symbolen
Welke symbolen herken je? Schrijf ze op.

Slide 7 - Diapositive

Oude symbolen: de adelaar

Slide 8 - Diapositive

Oude symbolen: de adelaar
Romeinse Rijk: het leger
Indianen: adelaarsveren
Christenen: Johannes
USA: zegel van de president

Slide 9 - Diapositive

Soorten symbolen: aantekening
  • Verschillende dingen kunnen symbolen zijn.
  • Met je lichaam kun je symbolen vormen.
  • Dieren kunnen symbolen zijn.
  • Gebaren, gebruiken en rituelen kunnen ook iets duidelijk maken zonder woorden te gebruiken.
  • Voorwerpen kunnen symbolen zijn, bijvoorbeeld een vlag.

Slide 10 - Diapositive

Oefenen
  • Antwoord open vragen in hele zinnen.

Slide 11 - Diapositive

Bij
Uil
Beer
Leeuw
Pauw
Paard
Hongerig
Bezig
Moedig
Sterk
Wijs
Trots

Slide 12 - Question de remorquage

Leg voor 2 dieren uit waarom ze passen bij die eigenschap. Bijv.: 'Vrij als een vogel' -> omdat vogels overal heen kunnen vliegen en daarom 'vrij' zijn.

Slide 13 - Question ouverte

Waar staat dit symbool voor? En waarom gebruiken we juist dit symbool daarvoor?

Slide 14 - Question ouverte

Waar staat dit symbool voor? En waarom gebruiken we juist dit symbool daarvoor?

Slide 15 - Question ouverte

Waar staat dit symbool voor? En waarom gebruiken we juist dit symbool daarvoor?

Slide 16 - Question ouverte

Gebaren, rituelen
Er zijn een hoop gebaren, gebruiken of rituelen die zonder woorden iets duidelijk maken. Denk aan een doventolk die iets vertaalt voor een ‘niet-horende’, of een kind dat gedoopt wordt.

Slide 17 - Diapositive

De dagopening is een ritueel op school. Wat zou de school hiermee duidelijk willen maken?

Slide 18 - Question ouverte

Bedenk drie gebaren die mensen vaak gebruiken. Leg voor elk uit wat het gebaar duidelijk maakt.

Slide 19 - Question ouverte

Kies een godsdienstig ritueel dat je kent. Beschrijf kort wat er dan gebeurt en wat dat betekent.

Slide 20 - Question ouverte

Wat betekent dit gebaar?

Slide 21 - Question ouverte

Wat betekent dit gebaar?

Slide 22 - Question ouverte

Wat betekent dit gebaar?

Slide 23 - Question ouverte

Wat betekent dit gebaar?

Slide 24 - Question ouverte

Jodendom
Jodendom
Christendom
Islam

Slide 25 - Question de remorquage

Godsdienstige symbolen: sleep het symbool naar de juiste tekst.
Het beroemdste christelijke symbool  verwijst naar Jezus zijn dood aan het kruis.
Jesus als de zondebok die pijn moet lijden voor anderen.
God die alles ziet in de wereld.
Het oudste christelijke symbool voor het Griekse woord 'vis' (ichthus), verwijst naar de zoon van God.
Paulus schreef brieven over het christelijke leven vol geloof, hoop en liefde.
De Griekse letters X (chi) en P (rho) als de eerste letters van het woord Christus.

Slide 26 - Question de remorquage

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 27 - Question ouverte

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 28 - Question ouverte

Belangrijke woorden

  • symbool

Slide 29 - Diapositive

Waar staat dit symbool voor? En waarom gebruiken we juist dit symbool daarvoor?

Slide 30 - Question ouverte