Verhoudingen

Verhoudingen
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Verhoudingen

Slide 1 - Diapositive

Geef een voorbeeld van een verhouding
of
leg in eigen woorden uit wat een verhouding is.

Slide 2 - Question ouverte

Euro (€)


Gram


Werking verhoudingstabel

Hoeveel moet ik betalen voor 350 gram schepsnoep?

Zet de gegevens op de juiste plek

100

0,49

350
   
     1

Slide 3 - Question de remorquage

Bij een verhoudingstabel reken je met
A
Plus en min
B
Vermenigvuldigen en delen door
C
Breuken
D
Decimale getallen

Slide 4 - Quiz

Wat je boven doet, doe je onder ook (en andersom)
Euro (€)
0,49
Gram
100
1
350
: 100
x 350

Slide 5 - Diapositive

Wat typ ik in op mijn rekenmachine?
Euro (€)
0,49
Gram
100
1
350
Euro (€)
0,49
Gram
100
1
350
A
100 : 100 x 350
B
0,49 : 1 x 350
C
350 : 100 x 0,49
D
0,49 : 100 x 350

Slide 6 - Quiz


Klopt deze verhoudingstabel?
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quiz

Omdat het OV niet rijdt besluit ik met de auto te gaan.

Mijn auto verbruikt: 5 liter per 100 km

Hoeveel liter benzine ben ik kwijt als ik heen en weer rij naar het Alfa-college?

Slide 8 - Question ouverte

Welke fietsenverhuurder is naar verhouding het goedkoopst?
A
Toms fietsverhuur
B
fietshandel Jelsma

Slide 9 - Quiz

Stel ik wil een fiets huren voor 6 uur.

Hoeveel euro ben ik goedkoper uit bij fietsverhuur Jelsma

Slide 10 - Question ouverte