Lesweek 2, les 3 & 4 (hoofdstuk 2)

1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
Tussen productie en verkoopMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Wat is een Producent?
A
De persoon die de agrarische producten levert
B
De persoon die de agrarische producten koopt
C
De persoon die de agrarische producten verkoopt

Slide 4 - Quiz

Waar of niet waar? Twee agrarische producten zien er altijd hetzelfde uit.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

Ontwikkelingsfase
Uiterlijk
Grootte
Periode waarin een product op z'n best is. Rijp/vers.
Vorm en kleur
Producten moeten niet te groot of te klein zijn.

Slide 6 - Question de remorquage

Een bedrijf dat koopt van de vorige schakel noemen we een:
A
Aannemer
B
Afnemer
C
Verkoper
D
Consument

Slide 7 - Quiz

Bedrijfskolom
Maak de bedrijfskolom kloppend.
Chocoladefabriek
Supermarkt
Importeur
Cacaoplantage
Groothandel

Slide 8 - Question de remorquage

Slide 9 - Diapositive

exportbedrijf
detailhandel
multinational
scheepvaartmaatschapij
groothandel

Slide 10 - Question de remorquage

Slide 11 - Diapositive

Groothandel
Detailhandel

Slide 12 - Question de remorquage

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

de groothandel
het distributiecentrum
het productiebedrijf
Dit is een groot magazijn voor winkels.
Dit is een winkel die goederen verkoopt aan de detailhandel of horeca. 
Een plek waar grondstoffen tot goederen worden.

Slide 23 - Question de remorquage

importeren
telen
kappen
consument
uit het buitenland laten komen
planten laten groeien, kweken
omhakken
iemand die iets koopt of gebruikt

Slide 24 - Question de remorquage

Klasse extra
Klasse 1
Klasse 2
Klasse 3

Slide 25 - Question de remorquage

Bedrijfskolom
Hieronder staat een aantal bedrijven uit twee verschillende bedrijfskolommen. Zet ze in de juiste kolom
Bedrijfskolom 1
Bedrijfskolom 2
Aardappelboer
katoenimporteur
Chipsfabriek
 weverij
Supermarkt
textielfabriek
katoenplantage
 spinnerij
 herenmodezaak

Slide 26 - Question de remorquage

zet het in de juiste volgorde..
Producent
veiling
Groothandel
detailhandel
Consument

Slide 27 - Question de remorquage

Wat zijn bulkgoederen?
A
Verpakte goederen in hoeveelheid
B
Onverpakt goederen in grootheid
C
Onverpakt goederen in kleinheid

Slide 28 - Quiz

Een steekproef bij geleverde producten noem je?
A
Monsterisatie
B
Ingangscontrole
C
Kwaliteitskweek
D
Voorschriftcontrole

Slide 29 - Quiz

Maak:
- Les 3 in je werkboek (opdracht 1 t/m 9)
   (blz 26+27)

- Les 4 in je werkboek (opdracht 1 t/m 8)
   (BLZ 28+29)


Slide 30 - Diapositive