Hoofdstuk 6 paragraaf 2

H6 §2
Werk voor de overheid. 

§2: collectief en particulier.
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

H6 §2
Werk voor de overheid. 

§2: collectief en particulier.

Slide 1 - Diapositive

Vandaag:
Lesdoel
Uitleg 
Aan de slag

Slide 2 - Diapositive

Lesdoel
Aan het einde van deze les kunnen jullie uitleggen:
  • wat de verschillen zijn tussen overheidsinstellingen en particuliere bedrijven. 


Slide 3 - Diapositive

De overheid
  • Ambtenaar: werknemer in dienst van de overheid.
  • Kan werken bij de gemeente, waterschap, provincie of het Rijk.
  • Alle overheden zijn onderdeel van de collectieve sector.
  • Organisaties in de collectieve sector krijgen een subsidie: geld van de overheid.
  • Zonder subsidie kunnen deze organisaties niet.
  • Denk aan bibliotheken, kinderboerderijen, verpleeghuizen.

Slide 4 - Diapositive

Bekijk de afbeelding.
Wat is het beroep van de
ambtenaar op deze foto?
A
Beveiligingsbeambte
B
Handhaver
C
Gevangenbewaarder
D
Portier

Slide 5 - Quiz

Sociale uitkeringen
  • Sociale premies: geld dat van je loon afgehaald wordt voordat het op je rekening komt.
  • Sociale premies worden gebruik voor het betalen van sociale uitkeringen
  • Sociale uitkeringen zijn overheidsuitkeringen om ziekte of werkloosheid op te vangen.
  • De Sociale Verzekeringsbank betaald sociale uitkeringen.
  • Voorbeelden van sociale uitkeringen: AOW en kinderbijslag.

Slide 6 - Diapositive

Waar worden de sociale premies voor gebruikt?

Slide 7 - Question ouverte

De particuliere sector
  • Bedrijven die winst willen maken horen bij de particuliere sector.
  • Ze krijgen dus GEEN subsidie (geld van de overheid).
  • Bedrijven in de particuliere sector MOETEN dus winst maken, anders gaan ze failliet.

Slide 8 - Diapositive

De overheid als klant
  • De overheid kan diensten of producten kopen bij particuliere bedrijven.
  • Bijvoorbeeld: een tuinman wordt ingeschakeld om de binnentuin van het paleis van justitie aan te leggen.
  • Bijvoorbeeld: de ramen van het gemeentehuis worden gewassen door een glazenwasser die een eigen bedrijf heeft.

Slide 9 - Diapositive

Geef twee voorbeelden van bedrijven die de overheid als klant hebben.

Slide 10 - Question ouverte

De overheid als eigenaar
  • Vreemd maar waar: de overheid is eigenaar van particuliere bedrijven.
  • Bijvoorbeeld: gasunie.
  • Overheid bezig ook enkele waterleidingbedrijven en enkele banken.
  • Overheid heeft deze banken gekocht om ze van ondergang te redden.
  • Bedrijven horen bij de particuliere sector, maar overheid krijgt de winst.

Slide 11 - Diapositive

Het waterleidingbedrijf is eigendom van de overheid. Dit bedrijf maakt deel uit van:
A
Collectieve sector
B
Particuliere sector
C
Tertiaire sector
D
Onbetrouwbare sector

Slide 12 - Quiz

Aan de slag!
  • Ga aan de slag met H6 §2
  • Zorg dat je ook de rekentrainer maakt. 
  • Klaar? Maak versterk jezelf. 
  • Je werkt voor jezelf. 
  • Je mag een rekenmachine gebruiken (geen telefoon).
  • Je werkt in stilte.










Slide 13 - Diapositive