rekenen dichtheid, oplosbaarheid, concentratie en massa en vol. %

• Scheikunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

kennen kunnen lijstje

lessonup.com

Opstellen van reactie vergelijkingen 

1. De elektrolyse van water.

2. De verbranding van butaan.

3. De verbranding van alcohol. C₂H₅OH

4. Vaste fosfor (s) reageert met zwavel (s) tot difosforpentasulfide (s).

5. Stikstof reageert met broom tot tristikstofpentabromide (l).

6. Koolstofdioxide reageert met ammoniak tot water, koolstofmonoxide en stikstof.

7. Koolstofmonoxide reageert met ammoniak tot stikstofdioxide, blauwzuurgas (HCN) en

waterstof.

8. Verbranden van H₂S

C₄H₁₀

van laatste les voor SO

Vraag voor SO [1]

Onder invloed van een hoge temperatuur ontleed CH₄O₄ in een stof (1) die custard geel maakt en een gas (2) dat helder kalkwater troebel maakt.

1. Geef de kloppende reactie vergelijking van deze reactie.

Na ontleding van een bepaalde hoeveelheid CH₄O₄ ontstaat er 

13,5 g van stof 1 en 33 g van stof 2

2. Als men 40 g CH₄O₄ wil maken hoeveel g van stof 1 en hoeveel g van stof 2 is er dan nodig?

van les over blussen

nieuwe ronde nieuwe kansen!

geef nooit op!

De formules

Dichtheid = massa/ volume

Concentratie (g/L) = massa opgeloste stof/volume geheel

Oplosbaarheid = maximale hoeveelheid opgeloste stof/ volume oplosmiddel

massa% = massa deel/ massa geheel x 100%

volume %  = volume deel / volume geheel x 100%

Zie voor oefenopdrachten H1.4

of 1.5 voor VWO

Uitwerking

Gegeven:

totaal volume = 250 ml

Vol% = 82 %

Gevraagd: volume deel 

Uitwerking: op het bord

Uitwerking

Gegeven:

2 klontjes

massa klontje = 4,3 g

Volume totaal = 300 ml 

Gevraagd: de concentratie in g/L

Omrekenen

3 g = ... kg

2,5 L = ...m³

4,7 cm³  = ...ml

3,5 g/L = ......mg/ml

2,9 g/cm³ = .....g/ dm³

3,2 g/cm³ = ....kg/L

Omrekenen

• 3 g = 0.003kg
• 2,5 L = 0,0025 m³
• 4,7 cm³  =  4,7 ml
• 3,5 g/L =  3,5 mg/ml
• 2,9 g/cm³ =  2900 g/ dm³
• 3,2 g/cm³ =  3,2 kg/L

1. Dichtheid

Piet  heeft een blokje van 5 g ijzer. IJzer heeft een dichtheid van 7,2 g/cm³ .

• Hoe groot is dit blokje?

De 5 g ijzer wordt gesmolten en gemengd met 5 g aluminium. Het nieuwe blokje heeft een volume van 2,5 cm³ .

• Wat is de dichtheid van het blokje van deze legering in kg/m³ ?

uitwerking 

Piet heeft een blokje van 5 g ijzer. IJzer heeft een dichtheid van 7,2 g/cm3 .

Hoe groot is dit blokje?

 

gegeven:

massa = 5 g

dichtheid = 7,2 g/cm3

 

gevraagd volume

 

formule :

dichtheid = massa/volume

volume = massa / dichtheid

antwoord volume blokje = 5/7,2 = 0,69 cm3

uitwerking

Het Ijzer wordt gesmolten en gemengd met 5 g aluminium. Het nieuwe blokje heeft een volume van 2,5 cm3 .

Wat is de dichtheid van het blokje van deze legering?

Gegeven 

massa ijzer = 5 g

massa aluminum = 5 g

volume blokje = 2,5 cm3

 

Gevraagd dichtheid van nieuwe blokje in kg/m3?

Formule:

Dichtheid = massa/volume

Dichtheid = (5 + 5)/ (2,5 ) = 4 g/cm3

4 g/cm3 = 4000000 g/m3 = 4000 kg/ m3

Oplosbaarheid [1]

Oplosbaarheid 2

een 2 staps-som..:-) (VWO)

In een glas van met 250 ml thee is de suikerconcentratie 32 g/L.

1 suikerklontje heeft een massa van 4,3 g en een dichtheid van 

2,15 g/cm³

1. Hoeveel cm³ suikerklontjes waren dit?

een andersom-som..:-) (HV)

In een glas van met 250 ml thee is de suikerconcentratie 32 g/L.

1 suikerklontje heeft een massa van 4,3 g en een dichtheid van 

2,15 g/cm³

1. Hoeveel suikerklontjes zijn in deze thee opgelost?

2. Hoeveel cm³ suikerklontjes waren dit?