Milieubewust huishouden

Milieubewust huishouden
Verzorging Voor Jou,  thema 5,  les 5
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
VerzorgingPraktijkonderwijsLeerjaar 2

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Milieubewust huishouden
Verzorging Voor Jou,  thema 5,  les 5

Slide 1 - Diapositive

In deze les ga je leren
  •  wat milieu betekent
  • wat milieubewust betekent
  • waarom het milieu beschermd moet worden
  • hoe je zelf milieubewust kunt handelen

Slide 2 - Diapositive

Waar denken jullie aan bij
het woord milieu?

Slide 3 - Question ouverte

Mensen, dieren en planten 
leven in hun eigen omgeving. 

Die omgeving noemen we 
het milieu.

Slide 4 - Diapositive

Milieubewust zijn
In je eigen huishouden kun je rekening houden met het milieu. 
Je bent dan milieubewust bezig.

Voorbeelden:
  • Verf op waterbasis gebruiken, zodat er geen terpentine nodig is. Terpentine is namelijk giftig voor alles en iedereen.

  • Batterijen zijn ook giftig. Maar: oplaadbare batterijen gaan veel langer mee. Dus dan kun je beter de oplaadbare gebruiken. 

  • Hoef je dagelijks niet heel ver te reizen voor school of werk?                               Ga dan met de fiets, in plaats van met de auto.

Slide 5 - Diapositive

Wat is het milieu?
A
Het klimaat in alle werelddelen.
B
De omgeving van alle mensen, dieren en planten.
C
De natuurplekken en de zeeën.
D
De steden en dorpen.

Slide 6 - Quiz

Wat betekent milieubewust zijn?
A
Dat je weet wat het woord 'milieu' betekent.
B
Dat je lief bent voor dieren en ze geen schop verkoopt.
C
Dat je zonnepanelen op je dak hebt.
D
Dat je zelf rekening houdt met het milieu.

Slide 7 - Quiz

Wat zijn voorbeelden van milieubewust gedrag? (2)
A
Dat je terpentine door de gootsteen wegspoelt.
B
Dat je je afval scheidt: glas, papier, restafval en biologisch afval.
C
Dat je een papieren zak gebruikt, in plaats van een plastic zak.
D
Dat je een (biologisch afbreekbare) plastic tas op straat laat liggen.

Slide 8 - Quiz





Door minder energie te verbruiken, ben je ook milieubewust bezig.

Daarnaast worden je energie rekeningen 
hierdoor ook minder hoog.

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Op welke manieren kun je
energie besparen in huis?

Slide 11 - Question ouverte

Welke van deze voorbeelden is
wèl milieubewust?
A
Verf gebruiken op waterbasis.
B
Op de scooter gaan, in plaats van met de auto.
C
Niet-oplaadbare batterijen gebruiken.
D
Een gloeilamp gebruiken, in plaats van een ledlamp.

Slide 12 - Quiz

Welke van deze voorbeelden is
niét milieubewust?
A
Een ledlamp gebruiken i.p.v. een gloeilamp.
B
De fiets pakken i.p.v. de scooter.
C
De verwarming hoog zetten met het raam open.
D
Een korte douche nemen.

Slide 13 - Quiz

Hoe wordt energie en elektriciteit gemaakt?


En kan dat ook op verschillende manieren?
(spoiler: ja)

Slide 14 - Diapositive

8

Slide 15 - Vidéo

00:09
Wat maken ze in deze
verschillende centrales? (2)
A
Water.
B
Stroom.
C
Zuurstof.
D
Elektriciteit.

Slide 16 - Quiz

00:37
Wat doet een afval-energiecentrale?
A
Hier maken ze het afval schoon.
B
Hier maken ze afval.
C
Hier wordt afval omgezet in elektriciteit.
D
Hier doen ze aan recyclen en afval scheiden.

Slide 17 - Quiz

01:09
Wat gaat er met het afval gebeuren, nadat het gemengd is?
A
Het gaat in een grote bak en wordt ergens opgeslagen.
B
Het wordt heel diep in de grond begraven.
C
Het wordt midden op zee geloosd in het water.
D
Het gaat de oven in om te worden verbrand.

Slide 18 - Quiz

01:36
Waarom wordt afval
verbrand? (2)
A
Omdat het hierdoor steeds kleiner wordt en verdwijnt.
B
Omdat het dan lekker warm is voor de arbeiders in de centrale.
C
Omdat er dan stofjes in de lucht komen die goed zijn.
D
Omdat het niet zomaar in de natuur gegooid mag worden.

Slide 19 - Quiz

01:50
Hoe heet wordt de oven van binnen?
A
1500 graden celcius
B
1000 graden celcius
C
100 graden celcius
D
150 graden celcius

Slide 20 - Quiz

02:02
Waar gaat het warme water heen?
A
Naar andere landen.
B
Naar alle dorpjes in Nederland.
C
Naar de Waddenzee.
D
Naar de stad.

Slide 21 - Quiz

02:33
Waar kan je de dynamo van een fiets mee vergelijken?
A
Met de stoom die druk geeft en zo voor elektriciteit zorgt.
B
Met een fietsband die steeds harder gaat draaien.
C
Met een buis waar warm water doorheen loopt.
D
Met een verbrandingsoven.

Slide 22 - Quiz

02:49
Wat wordt er precies naar allerlei huizen vervoerd via de kabels?
A
Water.
B
Hitte.
C
Elektriciteit.
D
Internet.

Slide 23 - Quiz

Afronding les: 
wat hebben we geleerd?

  • Wat betekent milieu?
  • Wat betekent milieubewust?
  • Waarom moet het milieu beschermd worden?
  • Hoe kun je zelf milieubewust handelen?

Slide 24 - Diapositive