Procenten quiz

procentenquiz  %
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

procentenquiz  %

Slide 1 - Diapositive

Je moet 120 kilometer reizen en je rijdt met een gemiddelde snelheid van 60 km/uur. Hoe lang duurt de reis?
A
2 uur
B
1 uur
C
4 uur
D
3 uur

Slide 2 - Quiz

Als je met 80 km/uur rijdt, hoelang duurt het om 240 kilometer af te leggen?
A
4 uur
B
5 uur
C
2 uur
D
3 uur

Slide 3 - Quiz

Wat is 20% van 150 kilometer?
A
25 kilometer
B
40 kilometer
C
30 kilometer
D
35 kilometer

Slide 4 - Quiz

Als 20% van een getal gelijk is aan 30, wat is dan het getal?
A
130
B
140
C
150
D
120

Slide 5 - Quiz

Een winkel verkoopt een product met 15% korting. Als de originele prijs €60 is, wat is dan de verkoopprijs?
A
€51
B
€54
C
€45
D
€58

Slide 6 - Quiz

Wat is 25% van 80?
A
15
B
40
C
20
D
30

Slide 7 - Quiz

1 van de 4 studenten heeft een onvoldoende voor rekenen.
Hoeveel procent is dat?
A
20
B
25
C
40
D
35

Slide 8 - Quiz


Klaas eet 2 stukken pizza.
Hoeveel procent is dat?
A
12,5%
B
30%
C
40%
D
25%

Slide 9 - Quiz

Hoeveel % korting krijg je op Biodermal?
A
33%
B
20%
C
50%
D
100%

Slide 10 - Quiz

75% van alle gasten zijn tevreden over het eten. Welk deel van de gasten is dan ontevreden?
A
2 op de 3
B
3 op de 4
C
1 op de 3
D
1 op de 4

Slide 11 - Quiz

Tom gaat uit eten. Normaal betaalt hij voor het menu 90 euro.
Met zijn kortingscode krijgt hij 30% korting.
Hoeveel procent van de prijs betaalt Tom?
A
70%
B
40%
C
60%
D
75%

Slide 12 - Quiz

Tom gaat uit eten. Normaal betaalt hij voor het menu 80 euro.
Met zijn kortingscode krijgt hij 40% korting.
Hoeveel betaalt Tom voor dit menu?
A
48 euro
B
50 euro
C
52 euro
D
54 euro

Slide 13 - Quiz

Tom gaat uit eten. Normaal betaalt hij voor het menu 90 euro.
Met zijn kortingscode krijgt hij 70% korting.
Hoeveel euro korting krijgt Tom?
A
60 euro
B
63 euro
C
67 euro
D
70 euro

Slide 14 - Quiz

Op het feest waren 80 gasten aanwezig.
75 % van alle gasten drinkt bier.
Hoeveel gasten zijn dat?
A
40
B
70
C
60
D
50

Slide 15 - Quiz

Op het feest waren 80 gasten aanwezig.
10 gasten zijn de BOB.
Hoeveel procent van de gasten is dat?
A
10 %
B
12,5 %
C
15 %
D
25 %

Slide 16 - Quiz

In een klas zitten 22 studenten. Van hen slagen 20 studenten voor het rekenexamen. Hoeveel procent is dat?
(afgerond op een heel getal)
A
85%
B
90%
C
91%
D
95%

Slide 17 - Quiz

In een maand verdient Erwin € 200,-.
Hij geeft daarvan € 75,- uit aan sigaretten. Hoeveel procent van zijn loon is dat?
A
25 %
B
27,5 %
C
35 %
D
37,5 %

Slide 18 - Quiz


Klopt deze verhoudingstabel?
A
Ja
B
Nee

Slide 19 - Quiz