Examentraining 1 (Egypte, Grieken en Romeinen

Examentraining 1 
Egyptische Tijdperk, Grieken & Romeinen
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
kunst algemeenMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Examentraining 1 
Egyptische Tijdperk, Grieken & Romeinen

Slide 1 - Diapositive

Welke bewering klopt over kunst in de prehistorie?
A
Ze maakten rotsschilderingen
B
Prehistorie kent geen kunst

Slide 2 - Quiz

Zet de foto's in de chronologische volgorde.

Slide 3 - Question de remorquage


Sleep de volgende tijdperken in het juiste hokje.
De tijdbalk  wordt in twee periodes verdeeld, vóór en ná Christus.
Vóór Christus
Ná Christus
De renaissance periode
De Griekse periode
De Gotische periode
De Romeinse periode
De Romaanse periode
De Barok periode

Slide 4 - Question de remorquage

Welke beelden werden vereerd in de Griekse tempels?
A
De beelden van de goden en godinnen.
B
De beelden van de koningen en koninginnen.
C
De beelden van de winnaars van de Olympische Spelen.
D
De beelden van verschillende dieren.

Slide 5 - Quiz

Welke bewering is waar? Deze beelden waren altijd....
A
Mannen met atletische lichaamsbouw.
B
Vrouwen met atletische lichaamsbouw.
C
Mannen en vrouwen met atletische lichaamsbouw.
D
Mannen en vrouwen met verschillende kleren.

Slide 6 - Quiz

Deze zuil is:
Dorisch
Ionisch
Korintisch

Slide 7 - Question de remorquage

Deze zuil is:
Dorisch
Ionisch
Korintisch

Slide 8 - Question de remorquage

Deze zuil is:
Dorisch
Ionisch
Korintisch

Slide 9 - Question de remorquage

Wat voor soort vaas is dit?
A
geometrisch
B
zwartfigurig
C
roodfigurig

Slide 10 - Quiz

Wat werden op de Griekse vazen geschilderd?

Slide 11 - Question ouverte

Welk (e) toneelspelen werd (en) er opgevoerd in het theater tijdens de Griekse periode?
A
Er werden alleen komedies en opgevoerd.
B
Er werden alleen tragedies opgevoerd.
C
Er werden komedies en tragedies opgevoerd.
D
Er werden suspensie opgevoerd.

Slide 12 - Quiz

Waarom droegen de acteurs maskers die verschillende mannen- en vrouwenrollen voorstelden?
A
Omdat de acteurs alleen mannen waren en verschillende personages moesten spelen.
B
Omdat de acteurs alleen vrouw waren en verschillende personages moesten spelen.
C
Omdat de acteurs vrouwen en mannen waren en verschillende personages moesten spelen.
D
omdat de acteurs wilden niet laten zien wie ze waren.

Slide 13 - Quiz


A
Romeins
B
Romaans
C
18e Eeuw
D
Renaissance

Slide 14 - Quiz

Welke cultuur bewonderden de oude Romeinen? Waar vonden ze hun inspiratie?
A
inspiratie bij Griekse kunst
B
inspiratie bij Egyptische kunst
C
inspiratie bij Arabische kunst

Slide 15 - Quiz

De Romeinen staan bekend om hun gebouwen. Sleep de begrippen naar de juiste afbeeldingen. 
Thermen
Amfitheather
Aquaduct

Slide 16 - Question de remorquage

Waar ligt dit gebouw alweer?
A
Rome
B
Griekenland

Slide 17 - Quiz

Wat was de naam van dit gebouw?
A
Panthenon
B
Olympia
C
Coloquim
D
Colosseum

Slide 18 - Quiz

Dit is een
A
boog
B
koepel
C
tongewelf
D
kruisgewelf

Slide 19 - Quiz

Waar ligt dit gebouw?
A
Rome
B
Griekenland

Slide 20 - Quiz


A
Grieken
B
20e Eeuw
C
Egypte
D
Romeins

Slide 21 - Quiz

Griekse Tempel bouwelementen
Fries
Voetstuk
Kapiteel
Timpaan
Schacht
Architraaf

Slide 22 - Question de remorquage

beeldhouwkunst uit de Griekse oudheid
beeldhouwkunst Romaans
vrijstaand
onderdeel van de architectuur
veel aandacht voor anatomie
verhoudingen/anatomie hoeft niet te kloppen, gaat om de boodschap

Slide 23 - Question de remorquage

Wat is het onderwerp van deze sculptuur? Sleep het antwoord naar de afbeelding.
geloof
geschiedenis
natuur
emotie
sport

Slide 24 - Question de remorquage

Dit is een
A
boog
B
kruisgewelf
C
tongewelf
D
koepel

Slide 25 - Quiz

primair
Secundair
Tertiair

Slide 26 - Question de remorquage

Welke mengkleur hoort er bij welke kleurensom? Sleep de kleur naar de som!
Kleursom:





Mengkleur:

Slide 27 - Question de remorquage

Wat is de chronologische volgorde....
A
Realisme, romantiek, impressionisme, expressionisme
B
Romantiek, realisme, expressionisme, impressionisme
C
Impressionisme, expressionisme, romantiek, realisme
D
Romantiek, realisme, impressionisme, expressionisme

Slide 28 - Quiz