6.4 Nederland bezet

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Schrijf het antwoord op de vragen in je schrift.

Leg uit welke rol de appeasement politiek speelde in de aanloop naar WO2.

Eerder klaar: Noem een overeenkomst en een verschil tussen het fascisme en het nationaal-socialisme.

Lesplanning

1. Leerdoel(en)

2. Uitleg en aantekeningen.

3. Checkvraag bij de uitleg.

4. Werkboek maken/nakijken opdrachten.

5. Korte samenvatting leerdoel(en).

Leerdoelen: Ik kan uitleggen hoe Duitsland Nederland aanviel en zo Wo2 binnentrok.

Ik kan uitleggen hoe de Nederlandse bevolking reageerde op de bezetting door Duitsland.

vragen

1: Waarom en wie gingen er onderduiken?

2: Hoe reageerde de Nederlandse bevolking op de Duitse bezetting. Gebruik hierin de woorden, verzet, collaboratie en accommodatie.

Duitse inval in Nederland 10 mei 1940

• Nederland hoopte weer neutraal te kunnen blijven, leger gemobiliseerd.
• 10 mei 1940 Duitse inval, begin bezetting.
• Grote en lange gevechten bij de Grebbelinie, Afsluitdijk. Duitse aanval duurde te lang volgens Hitler=> eiste op 14 mei 1940 de volledige overgave, anders zou Rotterdam worden gebombardeerd=> 14 mei bombardement, 15 mei capitulatie Ned. Vele doden, schade en daklozen. Regering en koningin al naar Engeland.

Bombardement op Rotterdam

• Seyss Inquart uit Oostenrijk werd  rijkscommissaris in Nederland en ging hier de dienst uitmaken, eerst behandelde hij Nederland nog redelijk netjes omdat wij broedervolk waren en de Duitsers wilden met de Nederlanders samenwerken.
• Regering gaf ambtenaren mee te werken met de Duitsers=> Duitse ambtenaren te voorkomen. Zo hield Nederland nog beetje invloed op bestuur.

Rijkscommissaris Seyss Inquart

 Hoe reageerde de bevolking op de Duitse bezetting?

• Ambtenaren, rechters, burgemeesters, politie bleven zoals hun verteld was hun werk doen en meewerken met de bezetter. Dit meestal omdat ze erger wilden voorkomen. 
• Duitse bestellingen bij bedrijven zorgden voor sterke afname van de werkloosheid. 


• De meeste Nederlanders probeerden er het beste van te maken en ze pasten zich aan=accommodatie. 

1940 alle ambtenaren moeten Ariërverklaring tekenen (niet joods zijn). 

Collaboratie

• 1941 alle politieke partijen verboden, behalve de nationaalsocialistische beweging (NSB) van Anton Mussert. 
• NSB’ers namen plek burgemeesters in die niet samenwerken met Duitsers, werkten voor de bezetter en verraadden tegenstanders, vochten in Duitse leger. 
• Ook vochten andere vrijwilligers mee in Duitse leger tegen de Sovjetunie.
• Samenwerken met de bezetter= collaboratie.
  

leider NSB Anton Mussert ontmoet Hitler.

Het Verzet

• Sommige mensen kwamen in verzet= de bezetter tegenwerken, zoals Bernard IJzerdraat die met de Geuzenactie opriep tot verzet.
• Veel verzetsmensen werden verraden, opgepakt, naar concentratiekampen gestuurd of doodgeschoten. 
• Helpen onderduikers, pleegden aanslagen op Duitsers/ NSB'ers/ verraders, drukten en verspreidden illegale kranten=> Trouw, Het Parool.

A:Leg uit waarom de Duitse inval in Nederland anders was dan in andere Europese landen.
B: Op welke 3 manieren reageerde de Nederlandse bevolking op de Duitse bezetting?

Te doen

Maken werkboek par. 6.4 vraag 56, 57, 59, 60.

Nakijken!

Eerder klaar: maken succescriteria, flashcards/ 6.7 afsluiting/ oefentoetsen/zelf toetsvragen maken.

Leren 6.2, 6.3+begrippen +tijdlijn.

Samenvatting leerdoelen

Gebruik de 5W en H vragen of het cornell schema

(wie, wat, waar, waarom, wanneer en hoe).

Schrijf in max. 5 zinnen een samenvatting van de lesstof van vandaag.

Schrijf het antwoord op de vraag in je schrift.

Leg uit hoe de Nederlandse bevolking reageerde op de bezetting.

Eerder klaar: Leg uit waaraan je kunt zien dat de Duitse samenleving een totalitaire ideologie had.

Lesplanning

1. Leerdoel(en)

2. Uitleg en aantekeningen.

3. Checkvraag bij de uitleg.

4. Werkboek maken/nakijken opdrachten.

5. Korte samenvatting leerdoel(en).

Ik kan uitleggen hoe de Duitsers omgingen met het tekort aan arbeidskrachten.

Ik kan uitleggen hoe de jodenvervolging in Nederland verliep.

Ik kan uitleggen wat de hongerwinter was en welke gevolgen die had.

• Door het toegenomen verzet, bleek dat er geen samenwerking zou komen tussen de 'broedervolken en ging de Duitse bezetter meer geweld gebruiken. Hierdoor nam het verzet ook weer toe.
• Duitsland wilde dat Nederlanders vrijwillig gingen werken in de Duitse fabrieken om de soldaten te vervangen=> arbeiders weigerden=>Arbeitseinsatz= oppakken en dwingen van mannen om te werken=> veel onderduikers.
  

• Het antisemitisme tegen de Joden werd steeds sterker. In Amsterdam werden in februari 1941 tijdens een razzia zo’n vierhonderd Joodse mannen opgepakt. Dit zorgde ervoor dat de spanningen verder toenamen. Communisten riepen op tot een staking en daaraan werd gehoor gegeven. De Duitsers reageerden met veel geweld op deze Februaristaking. Ze schoten negen mensen dood en verwondden tientallen anderen.

De bevrijding van Nederland 

• Via de verboden Radio Oranje gaf Koningin Wilhelmina, Nederlandse regering boodschappen met hoop. 
• Najaar 1944: delen zuid Ned. bevrijd. 
• BBC deed verslag van verloop oorlog, soms met geheime boodschappen. Zoals: ‘de kinderen van Versteeg moeten onder de wol’, was een code voor de oproep tot de spoorwegstaking. Gevolg: Duitse leger kon moeilijker manschappen, oorlogsmaterieel verplaatsen.

De bevrijding en einde van de Tweede Wereldoorlog.

• Onbedoelde gevolgen spoorwegstaking => geen voedsel, brandstof meer naar Holland en Utrecht. Hongerwinter ontstond=> mensen gingen op hongertocht naar platteland Voor brandstof werden bomen, struiken, treinbielzen, meubels gebruikt.
• Meer dan 20.000 mensen stierven. 

a: Leg uit wat we bedoelen met de arbeitseinsatz en elke gevolgen deze had.
b: Leg kort uit hoe de Hongerwinter ontstond, wat het was en wat de gevolgen ervan waren.

Te doen

Maken werkboek par. 6.4 vraag 62 t/m 66, 68 t/m 75, 77.

Nakijken!

Eerder klaar: maken succescriteria, flashcards/ 6.7 afsluiting/ oefentoetsen/zelf toetsvragen maken.

Leren 6.2+begrippen +tijdlijn.

Samenvatting leerdoelen

Gebruik de 5W en H vragen of het cornell schema

(wie, wat, waar, waarom, wanneer en hoe).

Schrijf in max. 5 zinnen een samenvatting van de lesstof van vandaag.