12.1 t/m 12.4 Oefeningen

Bij cavia’s is de aanleg voor zwart haar dominant over die voor wit haar. Twee cavia’s (heterozygoot voor deze aanleg), worden met elkaar gekruist. Hoe groot is het percentage nakomelingen in de F1 dat wit haar zal hebben?
A
0%
B
25%
C
50%
D
100%
1 / 17
suivant
Slide 1: Quiz
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Bij cavia’s is de aanleg voor zwart haar dominant over die voor wit haar. Twee cavia’s (heterozygoot voor deze aanleg), worden met elkaar gekruist. Hoe groot is het percentage nakomelingen in de F1 dat wit haar zal hebben?
A
0%
B
25%
C
50%
D
100%

Slide 1 - Quiz

Hieronder is een stamboom weergegeven. Eigenschap A erft niet X-chromosomaal over.

a) Welk Genotype heeft persoon 4?
b) Welk Genotype heeft persoon 5?
c) Welk(e) Genotype(s) kan persoon 7 hebben?

Slide 2 - Question ouverte

De haarkleur bij ratten wordt bepaald door een gen dat niet X-chromosomaal is. Men kruist een zwarte en een witte rat. Alle nakomelingen blijken zwart te zijn. Een van deze zwarte nakomelingen wordt gekruist met de witte ouder.
Welke fenotypen verwacht je dan bij de nakomelingen van deze laatste kruising en in welke verhouding komen ze voor?

Slide 3 - Question ouverte

Bij mensen is het allel voor rechtshandigheid dominant over het allel voor linkshandigheid. Het gen voor rechts/linkshandigheid erft niet X-chromosomaal over. Hoe groot is in de onderstaande stambomen de kans dat de persoon, aangeven met een vraagteken in de stamboom hierboven, een linkshandige dochter is?

Slide 4 - Question ouverte

Bij een bepaalde bloemsoort is de bloemkleur intermediair (roze). Als een rode bloem wordt gekruist met een witte bloem ontstaan roze nakomelingen. Deze nakomelingen (F1) worden onderling gekruist. Hoeveel van de 32 nakomelingen verwacht je dat er roze zullen zijn in de F2?

Slide 5 - Question ouverte

Slide 6 - Diapositive

Bekijk de stamboom van de vorige slide.
Wat zijn de genotypes van:

1, 2, 4, 7, 9,

Slide 7 - Question ouverte

Nieuwe soorten ontstaan
Als individuen die oorspronkelijk tot dezelfde populatie behoorden, zich niet meer onderling kunnen voortplanten.
Bijvoorbeeld:
-Diersoort leeft in een bepaald gebied
-De dieren worden gescheiden
-Het milieu gaat verschillen
-De beste worden uitgeselecteerd
-De dieren gaan veel van elkaar verschillen uiteindelijk zoveel verschillen dat -ze zich onderling niet meer kunnen voortplanten.

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

in het zuidoosten van Nederland worden meer zwarte dan rode lieveheerstbeestjes gevonden. Leg uit hoe dat komt

Slide 11 - Question ouverte

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

welke uitspraak/uitspraken zijn waar
A
1 als 2
B
geen van beide
C
alleen 1
D
alleen 2

Slide 15 - Quiz

Op biologiepagina.nl staan oefenopdrachten. Let wel goed op welke je gaat maken!!
Over stambomen, kruisingsschema's en evolutie is vaak wel goed.

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Lien