Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Lidwoorden en SER/TENER/LLAMARSE
¡Bienvenidos!
- Herhaling van vorige les
- Gesprek voeren
- Persoonlijke voornaamwoorden
- ser, tener en llamarse
Barcelona
1 / 34
suivant
Slide 1:
Diapositive
Spaans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1-3
Cette leçon contient
34 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
40 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
¡Bienvenidos!
- Herhaling van vorige les
- Gesprek voeren
- Persoonlijke voornaamwoorden
- ser, tener en llamarse
Barcelona
Slide 1 - Diapositive
¿qué sabes de la clase pasada?
Slide 2 - Question ouverte
Zelfstandig naamwoorden
Wat zijn zelfstandig naamwoorden?
Zelfstandig naamwoorden zijn woorden
waar je een lidwoord voor kunt zetten.
Je gebruikt ze voor: dieren, mensen, dingen,
In het Spaans zijn er
vrouwelijke
en
mannelijke
zelfstandig naamwoorden.
El niño
La niña
Slide 3 - Diapositive
Het bepaalde lidwoord
Neem de grammatica door
over het bepaalde lidwoord.
Libro pag. 29, 122 y 123
Slide 4 - Diapositive
Los artículos /Lidwoorden
De, het, een
zijn Nederlandse lidwoorden
In het Spaans zijn er
mannelijke
en
vrouwelijke
lidwoorden
In het Spaans zijn er lidwoorden voor
enkelvoud
en voor
meervoud
Een
bepaald
lidwoord is: de / het
Een
onbepaald
lidwoord is: een / een paar
De Spaanse
bepaalde lidwoorden
(de/het) zijn:
el, la, los, las.
De Spaanse
onbepaalde lidwoorden
(een/eenpaar) zijn:
un, una, unos, unas
Slide 5 - Diapositive
Lidwoord
Bepaald (de / het)
mannelijk
vrouwelijk
enkelvoud
el
la
meervoud
los
las
Onbepaald (een)
mannelijk
vrouwelijk
enkelvoud
un
una
meervoud
unos
unas
Slide 6 - Diapositive
Vrouwelijk of Mannelijk
Mannelijk
Voorbeeld
el/los
un/unos
el libro
un libro
Vrouwelijk
Voorbeeld
la/las
una/unas
la mesa
una mesa
Mannelijk
Voorbeeld
-o
el libro
-ma
el problema
-l
el mal
-n
el tren
-r
el bar
-s
el autob;ús
Vrouwelijk
Voorbeeld
-a
la casa
-dad
la realidad
-tad
la libertad
-tud
la solicitud
-ión
la televisión
-umbre
la costumbre
Slide 7 - Diapositive
Vul he
t juiste
lidwoord in
Bepaald lidwoord
1. ... alemán
2.
...
perro
3
... libro
4. .... música
5. .... pueblo
Onbepaald lidwoord
6
...
chicas
7 .... chico
8. ....canción
9.... problema
10... mano
l
Slide 8 - Diapositive
pagina 18
Slide 9 - Diapositive
Zelfstandig naamwoorden die eindigen op MA zijn niet vrouwelijk maar mannelijk.
Dit zijn woorden die uit het Grieks komen en lijken vaak op de Nederlandse woorden.
el pijama
el diploma
el problema
el clima
el tema
Slide 10 - Diapositive
Meervoud
Slide 11 - Diapositive
Het meervoud van persona = .....
A
persones
B
personas
C
personos
D
persons
Slide 12 - Quiz
Wat is het meervoud van 'pez'?
A
pezes
B
pezs
C
pece
D
peces
Slide 13 - Quiz
Wat is het meervoud van 'ordenador'?
A
ordenadors
B
ordenadores
C
ordenadorres
D
orddenarores
Slide 14 - Quiz
___ cuadernos
Slide 15 - Question ouverte
___ carpeta
Slide 16 - Question ouverte
___ alumno
Slide 17 - Question ouverte
____ tradición
Slide 18 - Question ouverte
___ universidades
Slide 19 - Question ouverte
____ sillas
Slide 20 - Question ouverte
_____ problema
Slide 21 - Question ouverte
Zet de volgende woorden
in het
meervoud
TIP
eindigt het woord op een klinker (a/e/i/o/u)?
+S
eindigt het woord op een medeklinker?
+ES
Slide 22 - Diapositive
el libro
Slide 23 - Question ouverte
la ciudad
Slide 24 - Question ouverte
el rotulador
Slide 25 - Question ouverte
la mesa
Slide 26 - Question ouverte
la pizarra
Slide 27 - Question ouverte
Woordjes leren
Op de volgende pagina vind je tips hoe je de woordjes kan oefenen.
Zorg dat je niet alleen de woordjes
leest
maar gebruik ze ook actief (schrijven/quizlet).
Slide 28 - Diapositive
Slide 29 - Diapositive
El diálogo en la página quince
Lees onderstaande tekst zijn de zinnen verdadero (waar) of falso (niet waar)?
Slide 30 - Diapositive
Las respuestas
a. falso (es argentino)
b. verdadero
c. verdadero
d. falso (Cecilia es de Bogotá)
e. falso (Cecilia tiene 13 años)
de antwoorden
Slide 31 - Diapositive
KLIK HIER
Slide 32 - Diapositive
nosotros - tenemos
tú - tienes
ellos - tienen
yo - tengo
él / ella - tiene
vosotros - tenéis
1. tengo
2. tenemos
3. tienes
4. tiene (mi padre = él)
5. tienen (los padres, meervoud = ellos)
6. tengo
7. tienes
8. tengo
9. tiene
10. tienen (naam + naam = ellos)
Slide 33 - Diapositive
1. soy
2. eres
3. son (los amigos = ellos)
4. es
5. es (naam = ella)
6. es
7. somos
8. somos
9. sois
10. sois
11. son (naam+naam = ellos)
12. son
13. son
14. es
15. son (naam + naam = ellos)
16. soy
17. somos
Slide 34 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
3. SER/TENER/LLAMARSE
Septembre 2022
- Leçon avec
41 diapositives
Spaans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1-3
persoonlijk voornaamwoord + Verbo SER
Octobre 2024
- Leçon avec
32 diapositives
Spaans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
Repaso Unidad 1 C1+ Frases claves
il y a 11 jours
- Leçon avec
32 diapositives
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Repaso Unidad 1 C1+ Frases claves
il y a 14 jours
- Leçon avec
32 diapositives
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Adjetivos y verbos regulares
Décembre 2023
- Leçon avec
31 diapositives
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Trayecto extra semana 22
Mai 2024
- Leçon avec
38 diapositives
Spaans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Repaso Unidad 1 C1
Août 2023
- Leçon avec
28 diapositives
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Excellentie HH
Mai 2022
- Leçon avec
50 diapositives
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1