Paragraaf 8

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Paragraaf 8

Leerdoelen paragraaf 8

- Je weet waarom en hoe landen hun economieën beschermen tegen de wereldmarkt.

- Je weet waarom de Wereldhandelsorganisatie streeft naar vrije wereldhandel.

- Je weet wat het doel is van vrijhandelszones.

Opdrachten

Maak opdrachten 1 en 3

Opdracht 1a, b

1 a Globaal geldt dat hoe hoger de welvaart is, hoe lager het percentage invoerrechten.

b Deze landen proberen hun eigen economie van de grond te krijgen, bijvoorbeeld door het opbouwen van een eigen secundaire en tertiaire sector. Als ze geen of lage invoerrechten heffen, is de kans groter dat hun beginnende bedrijven het door de concurrentie van ontwikkelde landen niet redden.

Opdracht 1c, d

1c Behalve invoerrechten kunnen landen ook andere invoerbeperkingen opleggen bijv. voedselveiligheid en subsidies aan binnenlandse bedrijven verstrekken.

d – Dit gaat ten koste van de werkgelegenheid.

– Overheden lopen belastinginkomsten mis (Toelichting: bijvoorbeeld belastingen op de winst van de bedrijven en inkomstenbelasting).

Opdracht 3a, b, c

3 a Liberalisering van de wereldhandel zal wereldwijd leiden tot een toename van de welvaart doordat de prijzen van goederen en diensten dalen.

b Het feit dat het merendeel van de landen verenigd is in de WTO kan zorgen voor meer politieke stabiliteit. Dit verkleint mogelijk de kans op ernstige conflicten.

c B

Opdracht 3d

3d – Voorbeelden van goede voordelen:

– China staat dan niet alleen om de importheffingen van de VS van tafel te krijgen.

– De druk op de VS om af te zien van importheffingen kan vergroot worden.

– Voorbeelden van nadelen:

– De VS kan het oordeel van de WTO negeren en de importheffingen niet intrekken.

– Als de importheffingen niet opgeheven worden kan de afzet van deze producten verminderen en daarmee ook de werkgelegenheid in China.

Opdrachten

Maak opdrachten 5 en 6 uit paragraaf 1.8

Opdracht 5

5 a De WTO zal positief oordelen over het feit dat sinds 2008 door zowel de Europese Unie als de ACS– landen de onderlinge invoerrechten zijn afgeschaft.

b Doordat ACS-landen hun producten zonder invoerrechten konden invoeren in de verdragslanden van de Europese Unie, werden hun producten niet duurder en konden ze meer producten afzetten. Dit zorgde voor een toename van de export.

Opdracht 6a

6 a Ze hoeven dan geen invoerrechten te betalen op de machines, de grondstoffen en de halffabricaten die ze invoeren.

Opdracht 6b, c

6b – De productieprocessen in assemblagebedrijven zijn vaak arbeidsintensief. Om de productiekosten

te drukken, vestigen ze zich bij voorkeur in de vrijhandelszones in de lagelonenlanden.

– Assemblagebedrijven voeren vaak onderdelen in die elders gemaakt zijn. Zij zijn dus zeer gebaat bij lage of geen invoerrechten om de kosten van hun eindproduct zo laag mogelijk te houden.

c A, C en D

Opdracht 6d

6d – Geografisch: de vrijhandelszones liggen aan de kust, zodat grondstoffen en onderdelen gemakkelijk kunnen worden aangevoerd en eindproducten gemakkelijk kunnen worden uitgevoerd.

– Economisch: de lonen in China zijn relatief laag, waardoor bedrijven hun productiekosten laag kunnen houden.