Cette leçon contient 47 diapositives, avec diapositives de texte et 3 vidéos.
Éléments de cette leçon
Planning
Nakijken huiswerk
Uitleg § 2.3
afspraak inhalers pw
praten = strafwerk
Slide 1 - Diapositive
1a
Eerste stand: geestelijken
Tweede stand: adel (koning en edelen)
Derde stand: boeren
Slide 2 - Diapositive
1b
1 monarchie
2 De Republiek
3 democratie
Slide 3 - Diapositive
2c - d
C -De koning wilde ze in de buurt hebben om ze in de gaten te kunnen houden.
D ‘Ik regeer alleen en iedereen moet mij gehoorzamen.’
Slide 4 - Diapositive
4!!!
Mensen uit de derde stand moesten als enigen belasting betalen, maar mochten niet meebeslissen over waaraan dat geld werd besteed.
Slide 5 - Diapositive
5a
1 graan, dus: brood
2 belastingen
Slide 6 - Diapositive
5b
Geestelijken: links voor
Adel: rechts achter
Derde stand: midden voor
Slide 7 - Diapositive
6b
‘Zwaar’ betekent hier: mensen uit de derde stand (de boeren) moeten alle lasten dragen.
Slide 8 - Diapositive
6c
derde stand
Slide 9 - Diapositive
7
• Bron 7 is een directe bron. Dit weet ik, omdat het schilderij in het jaar 1695 is gemaakt. In die tijd woonde koning Lodewijk XIV in het paleis; hij had Versailles laten bouwen.
• Bron 8 een directe bron. Dit weet ik, omdat het schilderij in 1777 is gemaakt en koning Lodewijk XVI leefde tussen 1754 en 1793. Op het schilderij is hij 23 jaar.
• Bron 9 een indirecte bron. Dit weet ik, omdat het schilderij in 1839 is gemaakt. Koning Lodewijk XVI was toen al bijna 50 jaar dood. De schilder was niet bij de vergadering die hij schilderde
Slide 10 - Diapositive
7b
Je ziet een stilstaand beeld uit een film. De film is in onze tijd gemaakt. Acteurs spelen het leven in het paleis van Versailles voor de film na.
Slide 11 - Diapositive
Planning
Lieke toets inhalen
vragen afmaken 2.3
start 2.4
tijdlijn
Slide 12 - Diapositive
8 a+b
a Een vorm van regeren waarbij de koning alle macht heeft.
b 1 de derde stand
2 koning / adel, ministers en geestelijken
3 koning
Slide 13 - Diapositive
8c
De derde stand wilde meer invloed op het bestuur van het land, omdat zij alle belastingen betaalden
Slide 14 - Diapositive
8d
De derde stand wilde meer vrijheid om zelf beslissingen te nemen over het bestuur (bijvoorbeeld over lagere belastingen). Men wilde ook de indeling in standen afschaffen, dus meer gelijkheid.
Slide 15 - Diapositive
Geschiedenis
Introductie
Van pruikentijd naar revolutie
§ 3 Verlangen naar vrijheid
Geschiedenis
Slide 16 - Diapositive
Tijd van Pruiken en Revoluties
1700 - 1800
Slide 17 - Diapositive
Lesdoelen
Na deze les kun je herkennen en uitleggen waarom de Fransen in opstand kwamen tegen hun koning: revolutie en of ze meer vrijheid kregen. absolutisme is en welke kritiek hierop kwam.
Veel succes!
Slide 18 - Diapositive
Zelfstandig werken
HERHALING:
Maak vraag 1 in je werkboek. bladzijde 30
Slide 19 - Diapositive
De verlichting
Slide 20 - Diapositive
?????????????
Wat is waar?
Hoe werkt de natuur?
Is een gewoonte altijd juist?
Gebruik je verstand
Doe wetenschappelijk onderzoek
Niet zomaar kerk en koning geloven
Slide 21 - Diapositive
Ook nadenken over bestuur van een land!
Is koning benoemd door god als plaatsvervanger?
Wie mag regeren?
Mensen hebben grondrechten
Leiders moeten naar hun volk luisteren
Verdeling van de macht in drie groepen, geen standen!
Slide 22 - Diapositive
Hoe gaat dat nu?
Grondwet: spelregels van het land - iedereen moet zich hieraan houden (ook de koning!).
De Grondwet is eerlijk - niemand wordt voorgetrokken/gediscrimineerd.
Democratie.
Slide 23 - Diapositive
Trias Politica
"Scheiding der drie machten": 1. Wetgevende macht 2. Uitvoerende macht 3. Rechtgevende macht
Onafhankelijk van elkaar om misbruik te voorkomen
Slide 24 - Diapositive
De Grondwet
grondrechten en plichten van de burgers van een land.
de regels waaraan regering en koning zich moeten hoduen.
Slide 25 - Diapositive
Zelfstandig werken
Maak de vragen: 2 tot en met 4 in je werkboek. bladzijde 30
Slide 26 - Diapositive
De Franse revolutie
Slide 27 - Diapositive
REVOLUTIE!
door de ideeën van de Verlichting komen mensen in opstand.
Slide 28 - Diapositive
14 juli 1789 - Bestorming Bastille
Slide 29 - Diapositive
Slide 30 - Vidéo
Planning
inhalers toets: Amr, Fenna
nieuwe afspraak: Jala, Janai
verdere uitleg 2.3
start 2.4
Slide 31 - Diapositive
Zelfstandig werken
Maak vraag 5 in je werkboek. bladzijde 31
Slide 32 - Diapositive
Lodewijk wordt onthoofd
januari 1793
Frankrijk is geen monarchie meer!
Slide 33 - Diapositive
Slide 34 - Vidéo
Einde aan De Terreur
zomer 1794
Er komt steeds meer weerstand tegen Robespierre en in juli 1794
wordt hij, samen met zijn handlangers, gearresteerd en terechtgesteld.
De nacht voor zijn onthoofding, doet hij een mislukte zelfmoordpoging.
Slide 35 - Diapositive
Marie Antoinette werd door het volk enorm gehaat.
Dit kwam vooral door haar luxe levensstijl en de
grote hoeveelheden geld die ze uitgaf aan
haar hofhouding, kleding en sieraden.
Slide 36 - Diapositive
De terreur
Revolutie gaat niet 'snel genoeg'
Veranderingen met geweld doorvoeren
Niet mee eens : Guillotine
15.000 mensen vermoord
Slide 37 - Diapositive
Zelfstandig werken
Maak vraag 6 in je werkboek. bladzijde 31
Slide 38 - Diapositive
Slide 39 - Diapositive
Slide 40 - Vidéo
Napoleon
Generaal Franse leger
Populair onder de bevolking
Bevolking wil rust en vrede
Napoleon aan de macht
Nieuwe wetten
dictatuur......
Slide 41 - Diapositive
Begrippen:
dicatuur
Franse Revolutie
grondrecht
terreur
Verlichting
Slide 42 - Diapositive
Zelfstandig werken
Maak vragen 6-8-9
Werkboek. bladzijde 31
Slide 43 - Diapositive
6
‘Als we nu niet doorzetten, komt die oude kliek weer aan de macht!’
Slide 44 - Diapositive
8
4 Er volgden jaren van terreur.
5 Napoleon werd de baas van Frankrijk.
1 De Parijse bevolking bestormde de Bastille.
6 Frankrijk werd een dictatuur.
3 De leiders van de revolutie wilden een eerlijke regering.
2 De koning werd afgezet.
Slide 45 - Diapositive
9a
meer vrijheid ACD
minder vrijheid BE
Slide 46 - Diapositive
9b
• Gelukt, want de koning en edelen verloren hun macht.
• Gelukt, want er kwam een nieuwe grondwet waarin onder meer staat dat mensen gelijk zijn aan elkaar.
• Niet gelukt, want Napoleon kwam aan de macht en Frankrijk werd een dictatuur.
• Niet gelukt, want veel mensen die tegen de revolutie waren, werden opgepakt en gedood.