1.8 Identiteit en conflicten

1.8 identiteit en conflicten
Ik begrijp de relatie tussen identiteit en territoriale conflicten.

Ik ken de mogelijke gevolgen van territoriale conflicten.

Ik begrijp hoe het streven naar onafhankelijkheid tot conflicten kan leiden.
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

1.8 identiteit en conflicten
Ik begrijp de relatie tussen identiteit en territoriale conflicten.

Ik ken de mogelijke gevolgen van territoriale conflicten.

Ik begrijp hoe het streven naar onafhankelijkheid tot conflicten kan leiden.

Slide 1 - Diapositive

Waar denk je aan bij het woord 'conflicten'?

Slide 2 - Carte mentale

Separatisme
Separatisme: als een bevolkingsgroep het door hen bewoonde gebied los willen maken van het land waarin ze wonen

- voelen zich niet verbonden met de dominante cultuur
- eigen geschiedenis; sterke identiteit
- afscheidingsbewegingen


Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Wat is separatisme?

Slide 5 - Question ouverte

Gebruik bron 3.
Welke bevolkingsgroep op de Krim zou je tot de separatisten rekenen?

A
De bevolking van Oekraïne
B
de bevolking van Rusland
C
Het deel van de bevolking op De Krim dat bij Oekraïne wil horen
D
Het deel van de bevolking op De Krim dat bij Rusland wil horen

Slide 6 - Quiz

Separatisme heeft politieke dimensie
  • Territoriaal conflict: onenigheid over het bezit/of bestuur van een gebied dat grenst aan twee of meer landen.
  • Een territoriaal conflict gaat over:
- cultuur
- religie
- etnisch nationalisme
- grondstoffen, vruchtbare grond
  • Politieke partijen wakkeren separatisme aan                                                                                                           -> risico op escalatie (burgeroorlog, terrorisme)
  • Een omstreden gebied kan worden toegevoegd of losgekoppeld

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Waarom braken er in 2013-2014 opstanden uit in Oekraïne?
A
Rusland probeerde tegen te houden dat Oekraïne samen ging werken met de EU
B
Rusland wilde niet dat de NAVO verder uit zou breiden
C
Oekraïne wilde alle Russische soldaten het land uit zetten
D
Oekraïne wilde graag een president die anti-EU was

Slide 9 - Quiz

De Krim is vooral belangrijk voor Rusland door ..
A
de welvaart
B
voedselproductie
C
strategische ligging
D
inwoneraantal

Slide 10 - Quiz



Waarom is het voor veel inwoners van de Krim logisch dat het schiereiland bij Rusland hoort?
A
Er zitten veel grondstoffen in de bodem, de Russen kunnen die het beste uit de bodem halen.
B
Door de russificatie van de Krim spreekt niemand er meer Oekraïens.
C
Er zijn grote culturele verschillen tussen het christelijke schiereiland de Krim en de islamitische Oekraïne.
D
Er wonen veel Russen en de russificatie ging er ver zodat veel mensen het Russisch nog beheersen.

Slide 11 - Quiz

Grenzen ter discussie
  • Regionalisme = volk houdt sterk vast aan de eigen cultuur.
  • Nationalisme = volk streeft naar onafhankelijkheid
  • Separatisme = de wens van een volk om zich van een staat af te scheiden.
    

Slide 12 - Diapositive

Regionalisme
Separatisme
Nationalisme

Slide 13 - Question de remorquage

timer
5:00
Aan de slag
Paragraaf 1.8
Opdracht 1-8
Klaar? Nakijken     of 1.7 afmaken
Eerste 5 min in stilte

Slide 14 - Diapositive

Leerdoelen
Ik begrijp de relatie tussen identiteit en territoriale conflicten.

Ik ken de mogelijke gevolgen van territoriale conflicten.

Ik begrijp hoe het streven naar onafhankelijkheid tot conflicten kan leiden.

Slide 15 - Diapositive

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 16 - Question ouverte

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 17 - Question ouverte

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 18 - Question ouverte