Jodendom en christendom klas 1 Farelcollege

Jodendom en christendom
Schrijf deze titel op in je schrift
1 / 47
suivant
Slide 1: Diapositive
LevensbeschouwingMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 47 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Jodendom en christendom
Schrijf deze titel op in je schrift

Slide 1 - Diapositive

Vragen bij verhaal Adam en Eva
1. Waar woonden Adam en Eva aan het begin van het verhaal?
   A. In de woestijn
   B. In de Hof van Eden
   C. In een stad
2. Waaruit werd Eva gemaakt?
3. Welke boom mochten Adam en Eva niet van eten?
4. Wie gaf Adam de vrucht om te eten?
   A. De slang
   B. God
   C. Eva
5. Wat zei God tegen Adam en Eva nadat ze van de vrucht hadden gegeten?
6. Wat gebruikte Adam en Eva om zichzelf te bedekken nadat ze zich schaamden?
   A. Vijgenbladeren
   B. Dierenhuiden
   C. Gras
7. Wat gebeurde er met Adam en Eva nadat ze de vrucht hadden gegeten?






Slide 2 - Diapositive

Vragen verhaal Adam Eva


9. Hoe denk je dat Adam en Eva zich voelden nadat ze iets hadden gedaan wat verboden was?

10. Teken een moment uit het verhaal dat je belangrijk vindt en leg uit waarom je dit gekozen hebt.


Slide 3 - Diapositive

De zondeval
Probleem: De zondeval is het verhaal waarin Adam en Eva iets deden wat God verboden had. Hierdoor is hun band met God kapot en zijn er zonde en problemen de wereld in gekomen.


Slide 4 - Diapositive

Oplossing 
Voor joden: houden aan de 10 geboden

Voor christenen: geloven in Jezus

Gevolg: band met God hersteld

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Symbool Christendom
Kruis waarop Jezus is gestorven

Slide 7 - Diapositive

Joodse kerk heet een synagoge
Synagoge

Slide 8 - Diapositive

Christenen gaan elke zondag naar de kerk.

Slide 9 - Diapositive

Keppel (hoedje)

Slide 10 - Diapositive

Heilige boek voor joden:
Torah

Slide 11 - Diapositive

Bijbel
Boek van christendom

Slide 12 - Diapositive

Menorah-jodendom
Kandelaar

Slide 13 - Diapositive

Jodendom: Shalom is goedendag of vrede

Slide 14 - Diapositive

Introductie

Jodendom begon als eerst toen Abraham leefde, toen kwam Jezus en begon het Christendom, toen kwam Mohammed en begon de Islam.

Joden, christenen en moslims geloven allemaal in 1 God. Deze God is de schepper van alles wat bestaat. Elk van deze godsdiensten heeft regels waar je je aan moet houden. Ze geloven allemaal dat er leven is na de dood. 

Slide 15 - Diapositive

Opdracht scheppingsverhaal
Leerdoel: ik weet op welke dag God welk element heeft gemaakt

Slide 16 - Diapositive

Geloofspunten jodendom:

1. Er is één God. Die heet Adonai (betekent Heer)
2. Het verbond tussen God en de joden
3. De 10 geboden volgen
4. Het geloof in een Messias (een redder)

Slide 17 - Diapositive

geloofspunten jodendom

Slide 18 - Diapositive

1. Er is een God

Ze geloven in 1 God, dit heet monotheïsme. 

Ze noemen god Adonai. Dit betekent Heer.

Slide 19 - Diapositive

2. Verbond tussen God en de joden 
Verbond betekent dat God zich wil verbinden aan mensen.



Slide 20 - Diapositive

3. De 10 geboden volgen
Schrijf op: God heeft Mozes de 10 belangrijkste leefregels gegeven.

Slide 21 - Diapositive

De 10 geboden

Slide 22 - Diapositive

4. Er komt een verlosser 
Er komt een Messias (een redder) die de hemel gaat brengen.
Voor christenen is dit Jezus. Voor joden moet hij nog komen.

Slide 23 - Diapositive

Maken werkblad over 10 geboden 
https://youtu.be/erPpsOxJBlg?si=UFmJDsvBRk5bgoD7 

Slide 24 - Diapositive

Maken opdracht 3 (blz 59) en 4(blz 60) in je werkboek

Slide 25 - Diapositive

STROMINGEN
Orthodoxe joden: houden zich streng aan de regels van de Thora. Nooit melk en vlees samen, de mannen hebben baarden en zwarte kleding. Je bent alleen joods als jouw moeder joods is.

Liberale joden: vinden de de Thora belangrijk maar zijn minder streng. 

Niet-religieuze joden: zijn wel joods, maar doen niets meer met het geloof. 

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Vidéo

 - GESCHIEDENIS tijdlijn-
Aardsvader Abraham (2000 v Chr)
God sluit een verbond met Abraham. Hij geeft hun een heilig land voor de Joden. Abraham gaat op zoek naar het beloofde land.

1300 v chr

De Joden zijn slaven in Egypte. Mozes met de hulp van God bevrijd hun, dit heet de Exodus. Ze gaan opnieuw op zoek naar beloofde land. Krijgen 10 geboden.

Slide 28 - Diapositive


33 na Christus.
De Romeinen heersen in deze tijd. Een groep joden gaan Jezus volgen (Jezus was een jood). De Joden zorgden ervoor dat Jezus doodgemaakt werden omdat hij niet de zoon van God was. 

66-135 na christus
De Romeinen krijgen steeds meer macht. De Joden vluchten en raken over de hele wereld verspreid, dit heet diaspora. 

Slide 29 - Diapositive

1939-1945
De Holocaust: de Joden worden uitgemoord door de Nazi's. 

1948-nu
De Joden krijgen hun eigen land Israel. 

Slide 30 - Diapositive

Maken:
Opdracht 4 (blz 60) in je werkboek 

Slide 31 - Diapositive

Wat is belangrijk voor joden?
  1. Naastenliefde: behulpzaam en lief zijn voor de mensen om je heen zelfs als ze het niet verdienen. 
  2. Wat je niet wilt dat jou overkomt, doe dat bij een ander ook niet.
  3. Rechtvaardigheid: juist en eerlijk handelen.
  4. Vergeef anderen zoals God jou ook vergeeft 

Slide 32 - Diapositive

Wie is de mens?
Volgens joden:
1. De mens is gemaakt om op God te lijken (liefdevol, rechtvaardig, hulpvaardig en troostend).
2. De mens heeft een vrije wil. Je mag zelf kiezen of je de goede of de verkeerde weg volgt.
3. De mens is beperkt. Mensen kunnen niet alles. Sommige dingen moet je aan God overlaten.

Slide 33 - Diapositive

Christendom 

Slide 34 - Diapositive

Maken
Maken opdracht 8,9,10 op bladzijde 63 
Maken opdracht 12 en 13 op bladzijde 64-65

Slide 35 - Diapositive

Hoe leven mensen met elkaar samen?
Door de 10 geboden te respecteren en eraan te houden.

Maken opdracht 16 en 17 op blz 67

Slide 36 - Diapositive

Wat zijn de 10 geboden? Geef voorbeelden!

Slide 37 - Question ouverte

De TeNaCH
"TeNaCH" is het joodse woord voor bijbel. 

De TeNaCH bestaat uit drie delen, namelijk:
  • Thora (wet)
  • Nebiim (profeten)
  • Chetubim (geschriften)

Slide 38 - Diapositive

Symbolen van geloven



Jodendom                                    
                                                                                                      Christendom                                            
                                                  Islam

Slide 39 - Diapositive

Hindoeisme




Boeddhisme

Slide 40 - Diapositive

Heilige gebouwen

Voor Christenen de kerk
  Voor Moslims de moskee
Voor Joden de .................

Slide 41 - Diapositive

Synagoge
 De plek waar Joden samenkomen voor gebed en het voorlezen uit de TeNaCH. De priester van een synagoge noemen we een "Rabbijn". 

Slide 42 - Diapositive

Feesten en rituelen: We lezen samen blz 70-71
Maken dan opdracht 23 en 24 

Slide 43 - Diapositive

Rituele dagen en feesten 
  • Sabbat. De rustdag. Er mag niet gewerkt worden. Dit is op zaterdag.
  • Bar Mitswa: volwassen worden (jongens: 13 jaar en meisjes: 12 jaar). Hoort een groot feest bij.
  • Besnijdenis.
  • Huwelijk: verbond tussen man en vrouw


Slide 44 - Diapositive

Koosjer
Lees samen blz 72
Maak opdracht 25 en 26

Slide 45 - Diapositive

Koosjer
Drie regels uit de Thora die bepalen of voedsel kosjer is (toegestaan): 

  • Alleen “reine” dieren (geen varken)
  • Geen bloed in eten 
  • Vlees en melkproducten niet samen eten 

Slide 46 - Diapositive

Slide 47 - Diapositive