Semana 10 2(2) Unidad 1 Lección 2 ¡Puedes ganar un viaje! + ¿Conoces la Costa del Sol?

                                 ¡HOLA! ¿QUÉ TAL?
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

                                 ¡HOLA! ¿QUÉ TAL?

Slide 1 - Diapositive

Objetivos Doelen
En esta clase... In deze les...

1. ... repetimos los números desde 100 herhalen we de getallen vanaf 100
2. ... aprendemos el superlativo leren we de overtreffende trap
3. ... trabajamos en la tarea práctica werken we aan de PO

Ga in de groepjes zitten waarin jullie de PO gaan maken!

Slide 2 - Diapositive

Los números
Hoe zeg je de volgende getallen voluit in het Spaans?
2024
1.000.000
987.654.321

Slide 3 - Diapositive

Weet je dit (nog)?

Slide 4 - Diapositive

Comparaciones Vergelijkingen
- más + zelfstandig naamwoord/bijvoeglijk naamwoord  + que                              
- werkwoord + más que                                                                                             meer dan


En Groningen hay más museos que en Haren. (zn)
Los museos de Groningen son más bonitos que los museos de Haren. (bn)
Juan bebe más que Alicia. (ww)

Slide 5 - Diapositive

Comparaciones Vergelijkingen
- menos + zelfstandig naamwoord/bijvoeglijk naamwoord + que
- werkwoord + menos que                                                                                   minder dan


Haren tiene menos hospitales que Groningen. (zn)
Estos parques son menos tranquilos que esos parques. (bn)
Ana y Ainara dibujan menos que Aitor y Mario. (ww)

Slide 6 - Diapositive

El superlativo De overtreffende trap
LT p. 18B

el / la + zelfst.nw. + más + bijv.nw. de

el /la  + zelfst.nw. + menos + bijv.nw. de

Slide 7 - Diapositive

El superlativo De overtreffende trap
Vul in:             
       
a. El guepardo es ...  animal ....... todos los animales: puede correr a 100 km/h. (rápido)
b. La Himalaya es ... montaña ......... el mundo. (alto)
c. Madrid es ... ciudad ........... España. (grande)
d. El Amazonas es ... río .......... América (largo).
e. La señora Homan es ... profesora .......... todos los profesores. (simpático) 

Slide 8 - Diapositive

Deberes Huiswerk
- Hacer y corregir: LE p. 15/16 ej. 12+14
- PO opdracht: Minimaal 3 geografische weetjes over jullie
land + superlativo klaar. 

Slide 9 - Diapositive

¡Hasta luego!

Slide 10 - Diapositive

                                 ¡HOLA! ¿QUÉ TAL?

Slide 11 - Diapositive

Objetivos Doelen
En esta clase... In deze les...

1. ... aprendemos dar información sobre un país o una ciudad leren we informatie te geven over een land of stad
2. ... repetimos los verbos ser/tener/estar/(no) hay herhalen we de werkwoorden ser/tener/estar/(no) hay

Ga in de groepjes zitten waarin jullie de PO gaan maken!

Slide 12 - Diapositive

¿Conoces la Costa del Sol?
LT p. 15 ej. 5

Lee el texto y escribe en tu cuaderno si las frases 
a/b/c/d/e son correctas o falsas.

Corregimos en 5 minutos.
timer
5:00

Slide 13 - Diapositive

Weet je dit (nog)?

Slide 14 - Diapositive

Es / Está (LT p. 19C)
Es gebruik je om een plaats te beschrijven (is).
Málaga es una ciudad muy agradable.
Málaga is een heel leuke stad.

Está gebruik je om een plaats te bepalen (is/ligt/bevindt zich).
Málaga está en el sur de España.
Málaga is (ligt) in het zuiden van Spanje.

Slide 15 - Diapositive

Hay / Tiene (LT p. 19D)
Hay gebruik je om één of meer dingen te noemen die er in een plaats zijn (er is/er zijn).
En Málaga hay playas muy bonitas.
In Málaga zijn er hele mooie stranden.

Tiene kun je gebruiken om te vertellen wat een stad allemaal heeft (heeft).
Málaga tiene playas bonitas.
Málaga heeft mooie stranden.                

Slide 16 - Diapositive

¡A practicar! Oefenen maar!
- Maak nu uit je LE p. 17 ej. 17.
- Schrijf daarna 4 zinnen in je cuaderno over Nederland (Los Países Bajos).
   Gebruik es/está/hay/tiene.
- We kijken straks samen na. 







Slide 17 - Diapositive

Deberes Huiswerk
Teksten voor de PO afmaken en meenemen naar de les: 

- Hoofdstad in getallen
- Wat vinden jullie van de hoofdstad?
- Geografische weetjes 
- Activiteiten van de reis



Slide 18 - Diapositive

¡Hasta luego!

Slide 19 - Diapositive