La météo

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

La météo

La météo

il fait	il y a	il
froid chaud beau ... °C	de l'orage du brouillard du soleil des nuages un arc-en-ciel	pleut grêle neige

Het is mooi weer

Het waait

Het sneeuwt

Het onweert

Het is bewolkt

Het regent

Het vriest

Het is slecht weer

le ciel est couvert -
de lucht is bedekt

Zelfstandige naamwoorden

la pluie

la neige

le froid

la chaleur

le brouillard

le vent

le ciel

la grêle

de regen

de sneeuw

de kou

de hitte

de mist

de wind

de lucht

de hagel

Wanneer neerslag uit de lucht komt (het regent, sneeuwt, hagelt):

il.....(het)

pleut

neige

grèle

Wanneer het gaat om een weersomstandigheid (het is mooi, slecht, zonnig weer etc.):

il fait....(het maakt)

du soleil

beau, mauvais

chaud, froid

du vent

du brouillard

Il y a 

des nuages

du brouillard

du soleil

Er is/zijn... het is....

Bij een weersomstandigheid of constatering van het weer kun je ook zeggen:

(het is) bewolkt/(er zijn)wolken

(het is) mistig/ (Er is) mist

(het is) zonnig/ (er is) zon

Quel temps fait-il ? 

Il fait chaud

Quel temps fait-il ? 

Il fait froid

Quel temps fait-il ? 

Le soleil brille | il fait du soleil  = de zon schijnt

il fait beau = het is mooi weer

Quel temps fait-il?

La météo: sleep het juiste weer naar het juiste plaatje.

Il fait mauvais

Il fait chaud

Il fait froid

Il fait 22 degrés

il fait beau

La météo: sleep het juiste weer naar het juiste plaatje.

Il neige

Il y a du soleil

Il pleut

Il fait -5 degrés

Il y a du vent

Quel temps fait-il?

1. il y a de la pluie
2. il y a de la neige
3. il y a du soleil
4. il y a du vent

Quel temps fait-il?

1. il fait froid
2. il fait chaud
3. il fait mauvais
4. il neige

Prends les écouteurs et un cahier = pak je oordoppen en schrift.

Op de volgende dia hoor je een weerbericht in het Frans.

Noteer de steden hiernaast op een blaadje.

Schrijf bij elke stad in korte steekwoorden de weersverwachting

1. Paris

2. Rennes

3. Strasbourg

4. Nice

5. Toulouse

6. Lyon

Noteer hier de 6 steden en de weersverwachting

La météo

Denk aan jouw favoriete vakantiebestemming.

Je bereidt een kort weerbericht voor in het Frans. Je presenteert jouw weerbericht aan een klasgenoot.

Benoem het land, het weertype (zonnig, regen, etc) en hoeveel graden het was.

Wat vind ik nog moeilijk?

passé composé

à / en / au / aux

la météo

zinnen maken

voca