Les 5.1 3vwo

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Wat gaan we doen?

- Vaardigheden: Meningsvorming opdracht 2 bespreken

- Leerdoelen doornemen 5.1

- Les 5.1

- Werkvorm

- Werkvorm bespreken

- Leerdoelen bespreken

- Huiswerk volgende week

Leerdoelen 5.1

- Je weet welke soorten migratie en migratieredenen er zijn

- Je begrijpt economische groei en ontwikkeling in arme landen vaak tot meer emigratie leidt

- Je kunt met betrekking tot migratie kaarten en grafieken analyseren

wereldmigratie

Bedenk een reden waarom je in je eigen land zou migreren (binnenlandse migratie)

Binnenlandse Migratie

80% van de totale wereldmigratie bestaat uit binnenlandse migratie.

Redenen kunnen zijn:

Werk

Studie

Conflicten

Buitenlandse migratie

Veel minder mensen migreren naar het buitenland.

Emigranten

Immigranten

Radu uit Indonesië migreert naar Maleisië om daar een zaakje te beginnen. Wat voor migrant is Radu?

1. Vluchteling
2. Arbeidsmigrant
3. Internationale student
4. Gezinsmigrant

Redenen voor migratie

Economische redenen:

Arbeidsmigranten - Internationale studenten

Politieke redenen:

Vluchtelingen en asielzoekers

Sociale redenen:

Gezinsmigranten

De meeste migranten komen niet uit de armste landen, maar uit de middeninkomenslanden zoals Marokko en de Filipijnen. Hoe komt dit denk je?

Aspiraties en mogelijkheden

Mensen die vooral kunnen emigreren:

Jongeren, hoger opgeleiden, mensen met geld of veel contacten

Aspiratie = de wens om de eigen situatie te verbeteren

Mogelijkheden = middelen om de aspiraties uit te voeren

Economische groei > meer migratie

Kettingmigratie en migratienetwerken

Kettingmigratie: eenmaal gestarte  leidt vaak tot meer migratie

Migratienetwerken: Relaties tussen migranten en thuisblijvers

- Vriendschappen

- Familie

- Dorpsgenoten

Wat cijfers op een rijtje

80% = binnenlandse migratie

20% = buitenlandse migratie

7% = vluchteling

86% van vluchtelingen vertrekken naar buurlanden

14% van vluchtelingen vertrekken naar rijke landen

Leerdoelen 5.1 bespreken

- Je weet welke soorten migratie en migratieredenen er zijn

- Je begrijpt economische groei en ontwikkeling in arme landen vaak tot meer emigratie leidt

- Je kunt met betrekking tot migratie kaarten en grafieken analyseren

Huiswerk volgende keer

Maken paragraaf 5.1