Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Klas 2 Français H1
Bonjour!
1 / 45
suivant
Slide 1:
Diapositive
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Cette leçon contient
45 diapositives
, avec
quiz interactif
,
diapositives de texte
et
1 vidéo
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Bonjour!
Slide 1 - Diapositive
français
néerlandais
Slide 2 - Diapositive
Je me présente....
Je m'appelle.......
J'ai..... ans
J'habite à...........
Slide 3 - Diapositive
Cette année
Méthode: Grandes lignes
+ Cahier de notes
Inloggen Lesson-up met account
Klassencode: kdnsj
Slide 4 - Diapositive
A.
1. Bonjour
2. Comment ça va?
3. Tu t'appelles comment?
4. Tu as quel âge?
5. Tu habites où?
B.
1. Salut
2. Ça va bien/ Ça va mal
3. Je m'appelle....
4. J'ai treize (13) ans.
5. J'habite à.......
Slide 5 - Diapositive
On y va
Ensemble:
Faire: 2a P8
6a P11
À toi: 1c P8, 4b P10, 6d P11, 8a P12
Klaar? Ga naar Wrts/ Quizlet, voer de woorden van A&B in op P16
Slide 6 - Diapositive
A.
1. Bonjour .......(nom)
2. Comment ça va?
3. On a des devoirs?
4. Ah oui merci..
B.
1. Salut
2. Geef in het Frans antwoord
3. Je ne sais pas, regarde dans ton agenda!
4. Bonne chance :)
Slide 7 - Diapositive
Menu du jour
1. Répéter conversation
2. Ensemble: 7b, 8b,d
2. À toi: exercices: 8a,8c, magister: ga naar het huiswerk van
vandaag
en maak de linkjes.
3. Huiswerk: ex 11a
Slide 8 - Diapositive
Chapitre 1:
Salut, c'est moi! P-20
Slide 9 - Diapositive
Action France
Regarder le film
Slide 10 - Diapositive
Écouter: ex 3 + dialogue
Lire ensemble P23
À toi:
2b p21;
4 en 5 a,b en d p22.
Klaar? Maak 6 en 7, 8
Slide 11 - Diapositive
Lire
10a,b,c,d
11 a,b
12 a,b
Traduis= vertaal
Slide 12 - Diapositive
A
1. Aujourd'hui c'est..... (dag)
2.C'est quand le weekend?
P15: dagen van de week
B
1. On a français le .... et le......
2. Le weekend c'est le .... et le.....
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
le la l' les ?????
P.32-33
Het lidwoord
Slide 15 - Diapositive
onbepaald lidwoord
un (m), une (v) = een
des= (mv)
Slide 16 - Diapositive
l'article défini= bepaald lidwoord
le (m), la (v) l' (klinker/ h)= de/het
Les= (mv) de
Slide 17 - Diapositive
2. L'article
J'ai
un
vélo rouge.
Il donne
une
rose.
Je mange
des
fruit
s
.
=
EEN in het Nederlands
Slide 18 - Diapositive
2. L'article
J'ai
le
vélo rouge.
Il donne
la
rose.
Je mange
les
fruit
s
.
=
de/het in het Nederlands
Slide 19 - Diapositive
Choisis(kies):
le/ la/ l'/ les
un/ une/ des
........................ garçon (een)
........................ madame (de)
........................ tante ( een)
........................ oncle (de)
........................ chiens (een, mv)
........................ maman (de)
........................ hôpital (het)
........................ écoles (de)
Slide 20 - Diapositive
Grandes-lignes
Ga naar magister, leermiddelen: grandeslignes
Je bent al gekoppeld aan een klas, kies daarna jaar 1 havo/vwo
Ga door naar het hoofdmenu
Klik rechts op slim stampen H1 Maak A,B, C
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Diapositive
Faire
1. 16a,b,c,d
2. 18,19
Slide 23 - Diapositive
Francofolies
P. 36,37
Slide 24 - Diapositive
Regarder
1. 20a regarder jeunes détectives
Ensemble: faire exercices: 20
Faire: 20d, 21a,b, 22a,b
Slide 25 - Diapositive
Slide 26 - Diapositive
Lire F
P. 43
Slide 27 - Diapositive
Faire
23a,b
24a,b,c
25a,b
26 a
Slide 28 - Diapositive
Grammaire et écrire
1. Persoonlijk voornaamwoord
ensemble: 30 d
30a,b,
2. Werkwoord avoir: 31a,c,
Slide 29 - Diapositive
We gebruiken het werkwoord "avoir" echt heel vaak !
Wat betekenen de
rood
gekleurde woorden volgens jou ?
1 Chantal
a
une auto bleu.
2 Nous
avons
100.000 euros. Super !
3 Eric et Charles
ont
deux T-shirts.
4 J'
ai
la grippe ..... C'est horrible.
Het zijn allemaal
vormen
van het
hele
werkwoord "avoir".
Slide 30 - Diapositive
0
Slide 31 - Vidéo
Ken je het rijtje van "avoir" (met vertaling) ?
avoir...... avoir.......
mmmm....
Slide 32 - Diapositive
AVOIR ( = hebben)
Vervoeging van "avoir" met vertaling :
Slide 33 - Diapositive
edu.familiekock.nl
Slide 34 - Lien
A. optreden
B. ontdekt worden
C. zin hebben om te
A. zij heeft
B. zij hebben
C. men heeft
D. jullie hebben
E. jij / je hebt
F. wij hebben
1. nous avons
2. tu as
3. ils ont
4. on a
5. vous avez
6. elle a
Slide 35 - Question de remorquage
https:
Slide 36 - Lien
https:
Slide 37 - Lien
https:
Slide 38 - Lien
edu.familiekock.nl
Slide 39 - Lien
Slide 40 - Diapositive
Phrases-clés et parler
Faire ensemble: 27a,b,c
28a
Parler: 29a,bc
Klaar? maak 32+33
Slide 41 - Diapositive
Slide 42 - Diapositive
Maak zelf een stripverhaal
1. Bedenk een verhaal aan de hand van de zinnen/woorden op pagina 52/53/54. Zorg ervoor dat het verhaal een begin en een eind heeft.
2. Maak een script, maak daarna foto's in de school of zoek op internet.
min 10 foto's max 14
3. Verzamel alle foto's in een powerpoint/ word document/ app
Slide 43 - Diapositive
Le bilan
Slide 44 - Diapositive
Leren voor de toets
1. Alle woorden&zinnen van H1
2. Alle grammatica:
- le, la, un, une
- het werkwoord avoir
- cijfers 1-20
Slide 45 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
découvrir amsterdam
Avril 2024
- Leçon avec
15 diapositives
Frans
Enseignement Primaire
Klas 1 Français H1
Août 2020
- Leçon avec
39 diapositives
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Klas 1 Français H1
Juin 2023
- Leçon avec
41 diapositives
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
1. Les verbes-règle en rap
Octobre 2022
- Leçon avec
27 diapositives
Frans
WO
Studiejaar 1
Expression écrite (havo 2)
Mars 2023
- Leçon avec
19 diapositives
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
La semaine 44 Unité 2, 2.2
Octobre 2021
- Leçon avec
34 diapositives
Frans
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
Avoir
Décembre 2022
- Leçon avec
24 diapositives
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Avoir
Janvier 2021
- Leçon avec
31 diapositives
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1