Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
Je gaat naar een video kijken.
Daarna krijg je vragen en een schrijfopdracht.
1. Schrijf 10 zinnen over video.
2. Schrijf in een verhaaltje wat er gebeurt.
2. Schrijf in een verhaaltje wat er gebeurt. Gebruik de voltooide tijd. Gebruik bijvoeglijk naamwoorden.