C&N-kringloop VWO6

Kringlopen
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Kringlopen

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Lien

Slide 3 - Lien

In welke vorm kan koolstof in de koolstofkringloop NIET voorkomen?
A
koolstofdioxide
B
glucose
C
stikstofgas
D
methaan

Slide 4 - Quiz

Een tropisch regenwoud neemt niet meer toe in totale biomassa. Is de koolstofkringloop daar gesloten?
A
Ja, want er wordt geen CO2 meer opgenomen
B
Ja, want de totale hoeveelheid koolstof neemt niet toe of af
C
Nee, want de producenten nemen CO2 op
D
Nee, want de organismen stoten CO2 uit

Slide 5 - Quiz

In de koolstofkringloop wordt door organismen organische stoffen verbrand. Bij welke groep organismen is dit?
Meerdere antwoorden mogelijk!

A
Producenten
B
Reducenten
C
Consumenten
D
Afvaleters

Slide 6 - Quiz

Maak nu opdr. 8 blz. 47 (binas erbij)

Slide 7 - Diapositive

Antwoord koe-kalf
Als I (intake) bij koe en kalf even groot is, dan is bij het kalf de F (faeces) kleiner en de A groter (kalf drinkt melk, dat is beter te verteren dan gras). 
Bij het kalf zal de R (respiratie) groter zijn dan bij de koe, omdat hij meer beweegt. 
Bij het kalf zal de P groter zijn: het beestje groeit heel snel. Bij de koe is de P niet nul: ze geeft melk (dat valt ook onder P!) en mogelijk wordt ze nog dikker. Maar deze P is wel kleiner.

Slide 8 - Diapositive

En nu de Stikstofkringloop

Slide 9 - Diapositive

In de stikstofkringloop vindt in de grond een omzetting plaats van afval (dode resten van organismen) in (stikstof)mineralen. Welke organismen zorgen voor deze omzetting?
A
Planten
B
Dieren
C
Bacteriën en schimmels
D
Zowel planten, dieren, schimmels als bacteriën

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Lien

Nitrificatie en denitrificatie zijn elkaars tegenovergestelde.
Wat betekent nitrificatie?
A
Vorming van nitraat (NO3-)
B
Vorming van ammoniak (NH3)
C
Vorming van stikstof (N2)
D
Vorming van denitrificerende bacteriën

Slide 12 - Quiz

Wanneer een boer meer NO3 in zijn grond wil krijgen, moet hij deze dan zuurstofrijk of zuurstofarm maken?
A
Zuurstofrijk, want dan verloopt de nitrificatie beter
B
Zuurstofrijk, want dan verloopt de denitrificatie beter
C
Zuurstofarm, want dan verloopt de nitrificatie beter
D
Zuurstofarm, want dan verloopt de denitrificatie beter

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Lien

Slide 15 - Lien

Nitrificerende bacteriën
N-bindende bacteriën
in wortelknollen
N-bindende bodembacteriën
Ammonium
Stikstof in atmosfeer
Planten
Ontbinders bacteriën en schimmels
Nitraten

Slide 16 - Question de remorquage

Slide 17 - Lien

Bij de vorming van stikstof uit organische stoffen in afvalwater spelen verschillende bacteriën, processen en omstandigheden een rol. 
Sleep de bacteriën, processen en omstandigheden naar de juiste plaats in het onderstaande schema.
aeroob
ammonificatie
anaeroob
nitrificatie
denitrificerende bacteriën
anaeroob
denitrificatie
nitrificerende bacteriën
rottingsbacteriën

Slide 18 - Question de remorquage

Stikstof/Koolstof- kringloop onduidelijk?

Bekijk andere filmpjes op biologiepagina oid.
Lees 18.1 en 18.2 en maak de opgaven.
Bestudeer BINAS.
Oefen!

En wanhoop niet!!!

Slide 19 - Diapositive