HV1 - 7.2 Inrichting en Bewoners (les 2) (H1Y)

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Welkom! Ga zitten volgens deze plattegrond:

Pak je aantekeningenschrift en je laptop, maar laat je laptop nog even dicht.

HV1 AK - H7 §2 Inrichting en Bewoners

HV1 AK - H7 §2 Inrichting en Bewoners

HV1 AK - H7 §2 Inrichting en Bewoners

Schrijf de antwoorden in je schrift:

1. Welke vormen van ruimtegebruik hebben we geleerd?
2. Welke vormen van stedelijke vernieuwing hebben we geleerd?
3. In welke wijken is veel stedelijke vernieuwing nodig? (kijk eventueel naar de aantekening over de stad)
4. Wat heb je nodig om de bevolkingsgroei van een land te kunnen berekenen?

Klaar? Maak opdracht 5, 6 en 7 van paragraaf 7.2.

HV1 AK - H7 §2 Inrichting en Bewoners

1. Is hier sprake van renovatie? Leg je antwoord uit.
2. Hoe is de adressendichtheid veranderd? Leg je antwoord uit.
3. Noem een voordeel en een nadeel van deze manier van stedelijke vernieuwing.

HV1 AK - H7 §2 Inrichting en Bewoners

Na vandaag kun je...

...het verschil tussen natuurlijke bevolkingsgroei en sociale bevolkingsgroei benoemen.

...de natuurlijke bevolkingsgroei en sociale bevolkingsgroei berekenen.

...drie bewonerskenmerken benoemen.

...bewonerskenmerken van verschillende plaatsen met elkaar vergelijken.

HV1 AK - H7 §2 Inrichting en Bewoners

Bevolkingsgroei

Geboortes - sterfte = natuurlijke bevolkingsgroei Immigratie - emigratie = sociale bevolkingsgroei

HV1 AK - H7 §2 Inrichting en Bewoners

Bevolkingsgroei

natuurlijke bevolkingsgroei + sociale bevolkingsgroei = totale bevolkingsgroei

HV1 AK - H7 §2 Inrichting en Bewoners

Een dorp heeft 851 inwoners.

In een jaar overlijden 25 inwoners en worden 17 kinderen geboren.

Er verhuizen 15 mensen naar het dorp en er verhuizen 30 mensen uit het dorp naar een andere plaats.

Hoeveel mensen wonen er nog na een jaar?

1. Hoe groot is de sociale bevolkingsgroei?
2. En de natuurlijke bevolkingsgroei?
3. En de totale bevolkingsgroei?

HV1 AK - H7 §2 Inrichting en Bewoners

Bewonerskenmerken gaan over de inwoners van een stad/dorp/wijk/buurt.

HV1 AK - H7 §2 Inrichting en Bewoners

Bewonerskenmerken

1. Woningbezetting: gemiddeld aantal mensen per huis

2. Leeftijdsopbouw: samenstelling van de leeftijdsgroepen (bijvoorbeeld: veel kinderen, weinig ouderen)

 

3. Afkomst: migratieachtergrond

westerse of niet-westerse migratieachtergrond

HV1 AK - H7 §2 Inrichting en Bewoners

Bewonerskenmerken

Wat kun je zeggen over de...

...woningbezetting?

...leeftijdsopbouw?

...afkomst?

Met de sterfte en geboortes van een plaats bereken je de...

1. Bevolkingsgroei
2. Natuurlijke bevolkingsgroei
3. Sociale bevolkingsgroei
4. Geboortegolf

Sociale bevolkingsgroei bereken je met...

1. Leeftijdsopbouw
2. Inkomen en bevolkingsgroei
3. Natuurlijke bevolkingsgroei en afkomst
4. Verhuisgegevens

Land A heeft 100 miljoen inwoners. 2 miljoen kinderen worden geboren. 1 miljoen mensen overlijden. 1 miljoen mensen verhuizen naar een ander land. 2 miljoen mensen verhuizen vanuit een ander land naar land A. Hoe groot is de bevolkingsgroei van land A? Schrijf je berekening op!

Noem drie bewonerskenmerken die je vandaag geleerd hebt.

Noem een verschil tussen de
afkomst van de inwoners van
Amsterdam en de inwoners
van Ede.

Noem een verschil tussen de
leeftijdsopbouw van Amsterdam
en Ede.

HV1 AK - H7 §2 Inrichting en Bewoners

Maak opdracht 5, 6 en 7 van paragraaf 7.2.