3.1-1

H3: Warmte en energie
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo b, k, g, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 28 diapositives, avec diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

H3: Warmte en energie

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we vandaag doen?
  • Introductie H3 Warmte                            5 min
  • Uitleg Brandstoffen                                  10 min
  • Maken opdracht 1 t/m 7                          10 min
  • Bespreken 1 t/m 7                                      5 min
  • Uitleg warmte uit verbranding             10 min
  • Maken opdracht 8 t/m 15                        15 min
  • Bespreken opdrachten                            15 min  

Slide 2 - Diapositive

3.1 Warmte opwekken 

Slide 3 - Diapositive

Pak erbij:
Bladzijde 158 in je boek

Slide 4 - Diapositive

Wat zijn warmtebronnen

Een warmte bron is iets dat warmte geeft. Denk aan een brander, een kachel, een föhn of een broodrooster. Maar ook de zon is een warmtebron.


Twee soorten warmtebronnen

  1. Chemische energie wordt omgezet in warmte
  2. Elektrische energie wordt omgezet in warmte


Slide 5 - Diapositive

Wat is chemische energie
Verbranden van een brandstof.
  1. S teenkool
  2. Bruinkool
  3. Aardgas
  4. Aardolie
  5. Hout
  6. Kaarsvet (waxine)
  7. Papier
  8. ...

Slide 6 - Diapositive

Wat is elektrische energie

De elektrische energie is de energie die door elektriciteit wordt verzorgd. De energie wordt geleverd door een energiebron. Als we de elektriciteit gebruiken voor warmte spreken we van een warmtebron. Hier volgen vier voorbeelden van energiebronnen.

  • Kookplaat
  • Oven
  • Waterkoker
  • Soldeerapparaat

Slide 7 - Diapositive

Branddriehoek
  1. Brandstof, bijvoorbeeld aardgas
  2. Zuurstof, onder zuurstof geen verbranding
  3. Ontbrandingstemperatuur, temperatuur waarbij het mengsel brandt

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Chemische reactie






Bij een chemische reactie verdwijnen stoffen én er ontstaan nieuwe stoffen.

  • beginstoffen:  De stoffen die bij de chemische reactie verdwijnen
  • reactieproducten:  de stoffen die ontstaan bij een chemische reactie

Slide 10 - Diapositive

Verschillende reacties:
- verbranding (altijd met zuurstof)
brandstof + zuurstof --> Verbrandingsproducten

Slide 11 - Diapositive

Eenheid van energie = Joule (J)
Staat vaak op verpakking van eten
1000 J = 1 kJ
In pindakaas op brood zit 416000 J = 416 kJ

Slide 12 - Diapositive

Aan de slag 
  • Wat? Maak 3.1 opdracht 1 t/m 7 
  • Hoe? Binnen je groep
  • Tijd? 10 min
  • Resultaat? Klassikaal bespreken
  • Klaar? Maak opdracht 8 t/m 15

timer
10:00

Slide 13 - Diapositive

Pak erbij:
Bladzijde 159 in je boek

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Warmte uit verbranding
De hoeveelheid warmte die vrijkomt bij verbranding, hangt af van:
  • de hoeveelheid brandstof die je verbrandt;
  • de verbrandingswarmte van de brandstof. 

Slide 16 - Diapositive

Verbrandingswarmte
De hoeveelheid warmte (in J) die bij de verbranding van 1 g of     1 cm3 stof ontstaat.

De verbrandingswarmte is een stofeigenschap.

Slide 17 - Diapositive

Verbrandingswarmte rekenen
In de cv-ketel verbrandt op een dag 2,5 m3 aardgas. 
De verbrandingswarmte van aardgas is 32 J/cm3
Bereken hoeveel warmte daarbij vrij komt.

Slide 18 - Diapositive

Verbrandingswarmte rekenen
In de cv-ketel verbrandt op een dag 2,5 m3 aardgas. 
De verbrandingswarmte van aardgas is 32 J/cm3
Bereken hoeveel warmte daarbij vrij komt.

Stap 1: Zelfde eenheden

Slide 19 - Diapositive

Verbrandingswarmte rekenen
In de cv-ketel verbrandt op een dag 2,5 m3 aardgas. 
De verbrandingswarmte van aardgas is 32 J/cm3
Bereken hoeveel warmte daarbij vrij komt.

Stap 1: Zelfde eenheden
2,5 m3 = _____________________ cm3

Slide 20 - Diapositive

Verbrandingswarmte rekenen

Stap 1: Zelfde eenheden
2,5 m3 = 2 500 000 cm3

Slide 21 - Diapositive

Verbrandingswarmte rekenen
In de cv-ketel verbrandt op een dag 2,5 m3 aardgas. 
De verbrandingswarmte van aardgas is 32 J/cm3
Bereken hoeveel warmte daarbij vrij komt.

2,5 m3 = 2 500 000 cm3
32 J/cm3  betekend dat bij de verbranding van 1 cm3 aardgas 32 J vrij komt. 

Slide 22 - Diapositive

Verbrandingswarmte rekenen
In de cv-ketel verbrandt op een dag 2 500 000 cm3 aardgas. 
De verbrandingswarmte van aardgas is 32 J/cm3
Bereken hoeveel warmte daarbij vrij komt.

32 J/cm3 betekend dat bij de verbranding van 1 cm3 aardgas 32 J vrij komt. 

Volume
1 cm3
warmte
32 J

Slide 23 - Diapositive

Verbrandingswarmte rekenen
In de cv-ketel verbrandt op een dag 2 500 000 cm3 aardgas. 
De verbrandingswarmte van aardgas is 32 J/cm3
Bereken hoeveel warmte daarbij vrij komt.

Volume
1 cm3
2 500 000 cm3
warmte
32 J

Slide 24 - Diapositive

Verbrandingswarmte rekenen
In de cv-ketel verbrandt op een dag 2 500 000 cm3 aardgas. 
De verbrandingswarmte van aardgas is 32 J/cm3
Bereken hoeveel warmte daarbij vrij komt.

1 x 2 500 000 = 2 500 000




32 x 2 500 000 = 
Volume
1 cm3
2 500 000 cm3
warmte
32 J

Slide 25 - Diapositive

Verbrandingswarmte rekenen
In de cv-ketel verbrandt op een dag 2 500 000 cm3 aardgas. 
De verbrandingswarmte van aardgas is 32 J/cm3
Bereken hoeveel warmte daarbij vrij komt.

1 x 2 500 000 = 2 500 000




32 x 2 500 000 = 80 000 000 J
Volume
1 cm3
2 500 000 cm3
warmte
32 J
80 000 KJ

Slide 26 - Diapositive

Verbrandingswarmte
Het volume en de hoeveelheid warmte zijn recht evenredig.

Dat betekent dat als het volume twee keer zo groot wordt, dan wordt de hoeveelheid warmte ook twee keer zo groot. 

Rechte lijn door de oorsprong. 

Slide 27 - Diapositive

Aan de slag 
  • Wat? Maak 3.1 opdracht 1 t/m 15
  • Hoe? Binnen je groep
  • Tijd? 15 min
  • Resultaat? Huiswerk is af
  • Klaar? Lees bladzijde 160 en Maak opdracht 16 t/m 24 

timer
15:00

Slide 28 - Diapositive