De 5 klassen van gewervelde dieren

De 5 klassen van gewervelde dieren

Doel van de les

Aan het einde van de les kunnen de leerlingen de gewervelde dieren indelen in 5 klassen.

Introduceer het doel van de les en bespreek de leerdoelen met de leerlingen.

Wat weet jij al over gewervelde dieren?

Wat zijn gewervelde dieren?

Gewervelde dieren zijn dieren die een wervelkolom hebben.

Leg kort uit wat gewervelde dieren zijn en benadruk dat het belangrijk is om ze te kunnen indelen.

Klasse 1: Vissen

Vissen zijn gewervelde dieren die in het water leven. Ze hebben kieuwen en schubben.

Beschrijf wat vissen zijn en wat hun kenmerken zijn. Laat foto's van verschillende vissen zien.

Klasse 2: Amfibieën

Amfibieën zijn gewervelde dieren die in het water en op het land leven. Ze hebben een gladde huid en leggen eieren in het water.

Beschrijf wat amfibieën zijn en wat hun kenmerken zijn. Laat foto's van verschillende amfibieën zien.

Klasse 3: Reptielen

Reptielen zijn gewervelde dieren die op het land leven. Ze hebben een schubbenhuid en leggen eieren op het land.

Beschrijf wat reptielen zijn en wat hun kenmerken zijn. Laat foto's van verschillende reptielen zien.

Klasse 4: Vogels

Vogels zijn gewervelde dieren die kunnen vliegen. Ze hebben veren en leggen eieren.

Beschrijf wat vogels zijn en wat hun kenmerken zijn. Laat foto's van verschillende vogels zien.

Klasse 5: Zoogdieren

Zoogdieren zijn gewervelde dieren die hun jongen zogen met melk. Ze hebben haar en een constante lichaamstemperatuur.

Beschrijf wat zoogdieren zijn en wat hun kenmerken zijn. Laat foto's van verschillende zoogdieren zien.

Interactieve oefening

Laat de leerlingen in groepjes verschillende dieren indelen in de juiste klasse.

Geef de leerlingen opdracht om in groepjes van 3 of 4 verschillende dieren uit te zoeken en in de juiste klasse in te delen.

Controleer de antwoorden

Bespreek samen met de leerlingen de juiste antwoorden en leg uit waarom elk dier in een bepaalde klasse hoort.

Loop samen met de leerlingen de antwoorden na en geef uitleg waar nodig.

Samenvatting

Vraag de leerlingen om kort samen te vatten wat ze hebben geleerd over de 5 klassen van gewervelde dieren.

Vraag de leerlingen om kort samen te vatten wat ze hebben geleerd en beantwoord eventuele vragen.

Einde van de les

Bedank de leerlingen voor hun inzet en sluit de les af.

Rond de les af en geef eventuele huiswerkopdrachten mee.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.