H6 - §6.2 Breking

Welkom in de les
Vandaag:
  • practicum 2
  • terugblik
  • lesdoelen §6.2
  • instructie §6.2
  • Maken opdrachten
  • Afsluiten les 

 


§6.2 Breking
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Welkom in de les
Vandaag:
  • practicum 2
  • terugblik
  • lesdoelen §6.2
  • instructie §6.2
  • Maken opdrachten
  • Afsluiten les 

 


§6.2 Breking

Slide 1 - Diapositive

Practicum 2
Breking - blz. 204

Slide 2 - Diapositive

Vragen
a. Breekt een lichtstraal naar de normaal toe of ervan af als hij een transparante stof binnenkomt?



b. Breekt een lichtstraal naar de normaal toe of ervan af als hij een transparante stof uitkomt?

Slide 3 - Diapositive

Vragen
a. Breekt een lichtstraal naar de normaal toe of ervan af als hij een transparante stof binnenkomt?
Een lichtstraal breekt naar de normaal toe als hij een transparante stof binnenkomt

b. Breekt een lichtstraal naar de normaal toe of ervan af als hij een transparante stof uitkom?
Een lichtstraal breekt van de normaal af als hij een transparante stof uitkomt.

Slide 4 - Diapositive

Huiswerk gemaakt?

Slide 5 - Diapositive

Vragen §6.1

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Wat doet het glas
met licht?
A
absorberen
B
doorlaten
C
weerkaatsen
D
doorlaten en weerkaatsen

Slide 8 - Quiz

Bij welke van de volgende voorbeelden vindt spiegelende weerkaatsing plaats:
1. een glad wateroppervlak
2. een wit geverfde wand
3. een gepoetste glimmende auto
4. een beslagen spiegel
A
1 en 2
B
2 en 3
C
1 en 3
D
2 en 4

Slide 9 - Quiz


Hoe noem je de glinsteringen op de foto.

Slide 10 - Question ouverte

Als je jezelf bekijkt in een vlakke spiegel, is dan je spiegelbeeld dichterbij, even ver of verder weg van de spiegel dan jezelf.
A
dichterbij
B
even ver
C
verder weg

Slide 11 - Quiz

Bij een bolle spiegel ...
A
wordt het beeld verkleint
B
blijft het beeld even groot
C
wordt het beeld vergroot

Slide 12 - Quiz

Als het beeld groter is dan het voorwerp is de vergrotingsfactor ...
A
groter dan 1
B
kleiner dan 1
C
groter dan 0
D
kleiner dan 0

Slide 13 - Quiz

Je leert ...
  • schetsen hoe een lichtstraal naar de normaal toe breken als ze een stof ingaan;
  • schetsen hoe een lichtstraal van de normaal af breken als ze een stof uitgaan;
  • drie factoren noemen waar de sterkte van breking van afhangt;
  • de optische as en het brandpunt aangeven van een lens;
  • schetsen hoe een lens de lichtstralen breekt die evenwijdig aan de optische as lopen;
  • met breking verklaren dat een bolle lens een convergerende werking heeft en een holle lens een divergerende werking.

Slide 14 - Diapositive

§ 6.2 Breking
Waarom zie je het lichaam 
onder water op een andere plek 
dan je zou verwachten?



Slide 15 - Diapositive

Wat is breking?
Soms zie je een voorwerp op een andere plek 
dan de werkelijkheid.

Lichtstralen knikken bij het ingaan of uitgaan 
van een doorzichtige stof

Breking is het knikken van lichtstralen. 

Slide 16 - Diapositive

Factoren voor breking

  • Hoe schuiner het licht invalt hoe sterker de breking
  • Breking hangt af van kleur: violet licht breekt sterker dan roodlicht. 
  • Stof afhankelijk: lucht naar glas is sterkere breking dan lucht naar water. 

Slide 17 - Diapositive

Wat is breking?
Lichtstralen die recht invallen breken niet
Prisma kan wit licht in alle kleuren van regenboog scheiden. violet licht breekt meer dan rood licht
Glas(Rechts)  breekt sterker dan water (links)

Slide 18 - Diapositive

Breking van lucht naar glas
Breking vindt plaats bij ingaan en uitgaan van doorzichtige stoffen

Ingaan: 

- Lichtstralen breken naar de normaal toe. 
- Brekingshoek is kleiner dan invalshoek


Slide 19 - Diapositive

Breking van glas naar lucht
Breking vindt plaats bij ingaan en uitgaan van doorzichtige stoffen
Uitgaan: 

- Lichtstralen breken van de normaal af. 
- De breking hoek is groter dan de invalshoek.


Slide 20 - Diapositive

Lenzen
2 soorten lenzen: bolle en holle lenzen


Bolle lens: Positieve lens (+) en heeft een convergerende werking. 
Lichtstralen breken naar elkaar toe en komen samen in het brandpunt (F)
Hoe boller de lens hoe sterker de breking.

Holle lens: Negatieve lens (-) en heeft een divergerende werking 
Lichtstralen breken van elkaar af. 

Slide 21 - Diapositive

Lenzen
F = brandpunt

Slide 22 - Diapositive

Aan de slag!
Lezen §6.2 uit je boek


Maak:
- route groen

- route blauw
of
- route paars






Zs
timer
5:00

Slide 23 - Diapositive

Aan de slag!
Lezen §6.2 uit je boek


Maak:
- route groen
- route blauw
of
- route paars


Zf

Slide 24 - Diapositive

Wat weet je al???

Slide 25 - Diapositive

§ 6.2 Breking
Waarom zie je het lichaam 
onder water op een andere plek 
dan je zou verwachten?



Slide 26 - Diapositive

Waarom is snoephappen zo
moeilijk?

Slide 27 - Question ouverte

In de figuur is een zogenoemde prismabril getekend. Een persoon kan door naar beneden in het prisma te kijken, zien wat er voor hem gebeurt.
Is de breking bij overgang 1 juist weergegeven?
A
Ja
B
Nee

Slide 28 - Quiz

In de figuur is een zogenoemde prismabril getekend. Een persoon kan door naar beneden in het prisma te kijken, zien wat er voor hem gebeurt.
Is de breking bij overgang 2 juist weergegeven?
A
Ja
B
Nee

Slide 29 - Quiz

Een vis zwemt onder het wateroppervlak. Iemand bevindt zich in punt O
en kijkt naar de vis.
De persoon ziet de vis ...
A
dieper dan in werkelijkheid.
B
op dezelfde diepte.
C
minder diep.

Slide 30 - Quiz

Een vis zwemt onder het wateroppervlak. Iemand bevindt zich recht boven
de vis en kijkt naar de vis.
De persoon ziet de vis ...
A
dieper dan in werkelijkheid.
B
op dezelfde diepte.
C
minder diep.

Slide 31 - Quiz

Je kunt...
  • schetsen hoe een lichtstraal naar de normaal toe breken als ze een stof ingaan;
  • schetsen hoe een lichtstraal van de normaal af breken als ze een stof uitgaan;
  • drie factoren noemen waar de sterkte van breking van afhangt;
  • de optische as en het brandpunt aangeven van een lens;
  • schetsen hoe een lens de lichtstralen breekt die evenwijdig aan de optische as lopen;
  • met breking verklaren dat een bolle lens een convergerende werking heeft en een holle lens een divergerende werking.




Slide 32 - Diapositive

Ja, dat kan ik!
😒🙁😐🙂😃

Slide 33 - Sondage