M3 NE paragraaf 5.5 Woorden + Nieuwsbegrip

NE M3 
5.5 Woorden + Nieuwsbegrip tekst C
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

NE M3 
5.5 Woorden + Nieuwsbegrip tekst C

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen 
- Je kent de betekenis van de behandelde woorden. 
- Je kunt je woordgebruik variëren. 
- Je kent de hoofdzaken van de ramadan 
- Je kunt een oordeel vormen over voor- en nadelen van vasten.

Slide 2 - Diapositive

Weektaak 
- Basis opdracht 1 t/m 15 (9A, 12A en 15A, B en C)
Keuze:
- Test jezelf 5.5 woorden 
- Quizlet 5.5 woorden 

Slide 3 - Diapositive

Wat weet je nog?

Slide 4 - Diapositive

Quizizz
Woorden 

https://quizizz.com/admin/quiz/6061d1aafb6bfc001e6b8b4d 

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Wanneer hecht je waarde aan iets?
A
Als iets je niets uit maakt.
B
Als je iets belangrijk vindt.

Slide 7 - Quiz

Als mensen jou agressief vinden, dan heb je een ...
A
goede reputatie.
B
slechte reputatie.

Slide 8 - Quiz

Het doet me deugd dat mensen naar elkaar om kijken. Wat betekent het doet me deugd?
A
Dan word je daar blij van
B
Dan vind je het verschrikkelijk

Slide 9 - Quiz

Wat is een audicien?
A
een oogspecialist
B
een gehoorspecialist
C
hartspecialist
D
huidspecialist

Slide 10 - Quiz

"Onze familie woont van oudsher in Noord-Holland."

Wat betekent van oudsher?
A
sinds kort
B
zo lang mensen zich kunnen herinneren

Slide 11 - Quiz

Hoe vond je de les gaan?
😒🙁😐🙂😃

Slide 12 - Sondage

Wat heb je geleerd?

Slide 13 - Question ouverte

Weektaak 
- Basis opdracht 1 t/m 15 (9A, 12A en 15A, B en C)
Keuze:
- Test jezelf 5.5 woorden 
- Quizlet 5.5 woorden 

Slide 14 - Diapositive

Nieuwsbegrip 
Week 14 - Tekst C

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive



1. Wat zou in dit tekstdeel de betekenis van zuil kunnen zijn?

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive



2. In welke periode van het jaar is het vasten in de ramadan het makkelijkst en waarom?


Slide 20 - Diapositive

3. Hoe kan het dat de ramadanperiode niet overal op de wereld op dezelfde dag begint?

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive


4. Je leest dat liegen, kwaadspreken en vloeken tijdens de ramadan extra kwalijk zijn. Wat denk je, geldt dit net als eten en drinken alleen overdag of ook als de zon is ondergegaan? Waarom denk je dit?


Slide 23 - Diapositive


5. Er zijn mensen die om bepaalde redenen niet kunnen vasten. Van wie van hen wordt verwacht dat ze dit inhalen van van wie niet?

Slide 24 - Diapositive


6. In regel 31 lees je: 'Verder zou vasten het inlevingsvermogen in de minderbedeelden versterken...'. Wie moeten zich kunnen inleven in wie?

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive


7. Je leest over mensen die voedselpakketten samenstellen voor minderbedeelden of geld doneren aan een goed doel. Bij welke zuil van de islam hoort dit vooral?

Slide 27 - Diapositive



Wat vind je goed en minder goed aan vasten zoals dit in de tekst beschreven wordt?

Slide 28 - Diapositive

Hoe vond je de les gaan?
😒🙁😐🙂😃

Slide 29 - Sondage

Wat heb je geleerd?

Slide 30 - Question ouverte