Wet en regelgeving

Wet- en regelgeving
Diersoortverdieping gezelschapsdieren
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
DierverzorgingMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Wet- en regelgeving
Diersoortverdieping gezelschapsdieren

Slide 1 - Diapositive

Wat weet je al van wet- en regelgeving voor gezelschapsdieren?

Slide 2 - Carte mentale

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Wat staat er in de wet dieren centraal?
A
Hoeveel dieren er voor productie gebruikt mogen worden.
B
De intrinsieke waarde van het dier.
C
Hoeveel honden er in Europa gehouden mogen worden.
D
Wie er mag fokken met dieren.

Slide 8 - Quiz

De Wet Dieren heeft als doel de kwaliteit van het welzijn en de gezondheid van dieren te waarborgen
A
Goed
B
Fout

Slide 9 - Quiz

De Wet Dieren werkt volgens het nee, tenzij principe

A
Goed
B
Fout

Slide 10 - Quiz

In de Wet Dieren staan details en specifieke regels

A
Goed
B
Fout

Slide 11 - Quiz

Wat is de speenleeftijd van:
honden, katten, konijnen, chimpansees, varkens?

Slide 12 - Question ouverte

In artikel 1.3 wordt de intrinsieke waarde van het dier genoemd. Wat wordt hiermee bedoeld?

Slide 13 - Question ouverte

Marie ziet buiten op straat een rondzwervend (huis-)konijn dat op 3 poten rondhupt, het dier heeft duidelijk moeite met bewegen. Is Marie verplicht dit dier te helpen ook al is het niet haar konijn?

Slide 14 - Question ouverte

Besluit Houders van Dieren
  • Bevat regels waaraan houders van dieren moeten voldoen rondom huisvesting en verzorging.
  • Ook staan er regels in rondom opvangen, fokken, verhandelen van dieren.
  • Globaal: dierenwelzijn centraal, 5 vrijheden verwerkt in de wetgeving. 

Slide 15 - Diapositive

Besluit diergeneeskundigen
  • De wet verbiedt ingrepen bij een dier die een lichaamsdeel verwijderen of beschadigen.
  • Maar sommige ingrepen zijn wel toegestaan. Bijvoorbeeld oormerken bij runderen of varkens.
  • In het Besluit diergeneeskundigen staat welke ingrepen wel of niet mogen.



Slide 16 - Diapositive

Opdracht Besluit Houders van dieren
Jullie gaan zo meteen in verschillende groepen  een onderdeel van het Besluit Houders van dieren lezen en bespreken. Vervolgens zorg je dat je de essentie van het artikel/de artikelen (= antwoord op de vraag) op een begrijpelijke manier aan de rest van de klas kan overbrengen:

Slide 17 - Diapositive

Opdracht Besluit Houders van dieren
  • Artikel 1.3 Wat mag je, volgens de wet, niet doen met dieren?
  • Artikel 1.4 Wanneer komt een diersoort in aanmerking om op de huisdierenlijst te komen?
  • Artikel 1.6 Wat zijn de basisvoorwaarden bij het houden van dieren?
  • Artikel 1.7 Wat verstaat men onder goede verzorging?
  • Artikel 1.8 Wat verstaat de wet onder goede huisvesting van dieren?

Jullie krijgen 20 minuten voor deze opdracht
Daarna bespreken we jullie antwoorden klassikaal


Slide 18 - Diapositive

Artikel 1.3. Verboden gedragingen ten aanzien van dieren
  • het zich ontdoen van een dier;
  • het schoppen van een dier;
  • het zodanig slaan van een dier dat dit letsel ten gevolge heeft;
  • het onderwerpen van een dier aan een explosieve, bijtende of brandende stof;
  • het weiden van een dier op niet beweidbaar land of, anders dan voor korte duur, weiden op slecht beweidbaar land
  •  het zich vervoeren of verplaatsen, het zich laten vervoeren of laten verplaatsen of een ander doen vervoeren of doen verplaatsen op een dier of in of op een vervoermiddel dat wordt voortbewogen door een dier, indien dat vervoeren of verplaatsen de krachten van dat dier kennelijk te boven gaat, of indien het dier daartoe kennelijk niet geschikt is.

Slide 19 - Diapositive

Artikel 1.4 Wanneer komt een diersoort in aanmerking om op de huisdierenlijst te komen?
  • De diersoort mag geen risico’s vormen voor de veiligheid of gezondheid van mensen, bijvoorbeeld door agressief gedrag of de verspreiding van ziekten.
  • De soort mag geen ernstige schade toebrengen aan de natuur of het ecosysteem wanneer ze ontsnapt.
  • Het dier moet in een huiselijke omgeving gehouden kunnen worden zonder dat het welzijn van het dier ernstig wordt geschaad. De natuurlijke gedragingen van het dier moeten binnen redelijke grenzen uitgeoefend kunnen worden.
  • De fysiologische behoeften van het dier (zoals voeding, ruimte, sociale interactie) moeten vervuld kunnen worden in een omgeving die gangbaar is voor een huisdier.

Slide 20 - Diapositive

Artikel 1.6 Houden van dieren
  • De bewegingsvrijheid van een dier wordt niet op zodanige wijze beperkt dat het dier daardoor onnodig lijden of letsel wordt toegebracht.
  • Een dier wordt voldoende ruimte gelaten voor zijn fysiologische en ethologische behoeften.
  • Een dier wordt, indien het niet in een gebouw wordt gehouden, bescherming geboden tegen slechte weersomstandigheden, gezondheidsrisico’s en zo nodig roofdieren.
  •  De houder van een dier dat in een gebouw of kooi wordt gehouden, draagt er zorg voor dat het dier daaruit niet kan ontsnappen.

Slide 21 - Diapositive

Artikel 1.7 Verzorgen van dieren (1)
Degene die een dier houdt, draagt er zorg voor dat een dier:

  • wordt verzorgd door een persoon die beschikt over de voor die verzorging nodige kennis en vaardigheden;
  • slechts onder de hoede wordt gesteld van een persoon die kennelijk tot de verzorging in staat is;
  •   dat ziek of gewond lijkt onmiddellijk op passende wijze wordt verzorgd;
  •   een toereikende behuizing heeft onder voldoende hygiënische omstandigheden;

   

Slide 22 - Diapositive

Artikel 1.7 Verzorgen van dieren (2)
Degene die een dier houdt, draagt er zorg voor dat een dier:

  •  een voor dat dier toereikende hoeveelheid gezond en voor de soort en de leeftijd geschikt voer krijgt toegediend op een wijze die past bij het ontwikkelingsstadium van het dier;
  • toegang heeft tot een toereikende hoeveelheid water van passende kwaliteit of op een andere wijze aan zijn behoefte aan water kan voldoen;
  •  voldoende verse lucht of zuurstof krijgt.

Slide 23 - Diapositive

Artikel 1.8 Behuizing
  • Een ruimte waarin een dier wordt gehouden, wordt voldoende verlicht en verduisterd om aan de ethologische en fysiologische behoeften van het dier te voldoen.

  • Behuizingen, waaronder begrepen de vloer, waarin een dier verblijft en inrichtingen voor de beschutting voor een dier zijn op zodanige wijze ontworpen, gebouwd en onderhouden dat bij de dieren geen letsel of pijn wordt veroorzaakt en bevatten geen scherpe randen of uitsteeksels waaraan het dier zich kan verwonden..

Slide 24 - Diapositive

Artikel 1.8 Behuizing (2)
  • In de ruimte waarin een dier wordt gehouden, worden geen materialen en, in voorkomend geval, bodemdekking gebruikt die ongeschikt of schadelijk zijn voor het dier.


  • De materialen, bedoeld in het derde lid, kunnen eenvoudig worden gereinigd en ontsmet

Slide 25 - Diapositive

Bedrijfsmatigheid
  • Er zijn regels waar je je aan moet houden als je bedrijfsmatig bezig bent met dieren (dierenwelzijn, vakbekwaamheid, huisvesting, opvang, fokken, verhandelen)

Slide 26 - Diapositive

Kan jij voorbeelden bedenken wanneer je dieren bedrijfsmatig houd?

Slide 27 - Question ouverte

Bedrijfsmatigheid
  • Je fokt niet om de dieren zelf te houden als huisdier of voor vrienden/ familie.
  • Je verkoopt of levert dieren af aan anderen dan vrienden/ familie.
  • Je vangt dieren op tegen vergoeding en plaatst advertenties hiervoor.
  • Je hebt ruimtes speciaal ingericht voor de opvang, handel of fof van dieren.
  • Je bent geregistreerd bij de Kamer van Koophandel of hebt een BTW nummer.
  • Je adverteert.
  • Je oefent activiteiten uit om winst te maken.

  • Je beoordeelt zich of je bedrijfsmatig bezig bent! Bij controle moet je zelf aannemelijk maken bij de inspecteur dat je hobbymatig en niet bedrijfsmatig bezig bent!

  • Als je een beurs, markt of tentoonstelling organiseert waar bedrijfsmatige activiteiten met huisdieren plaatsvinden, moet je dit zelf melden bij de NVWA.

Slide 28 - Diapositive

Wat zijn invasieve soorten?

Slide 29 - Question ouverte

Invasieve exoten (1)
Uitheemse soorten (exoten) die zich buiten hun natuurlijke leefomgeving hebben gevestigd, door menselijk handelen, en daar schade veroorzaken aan de inheemse natuur
- Kunnen de inheemse natuur verdringen, opeten, infecteren, vermengen, ecosystemen veranderen
- Economische schade veroorzaken

Slide 30 - Diapositive

Invasieve exoten (2)

Komen hier via bijv.: handel (en vrijlaten), meeliften (containers, bagage reizigers). soms ook bewust (biologische bestrijding)

Europese wetgeving: IAS Unielijst
- Houdverbod m.b.t. diersoorten die bij ontsnapping/vrijlaten invasief (kunnen) zijn

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Vidéo

Slide 33 - Diapositive

Check-out: wat wil je nog kwijt of vragen?

Slide 34 - Carte mentale