Je kunt uitleggen wat infectieziekten zijn en waardoor ze worden veroorzaakt.
Je kunt uitleggen hoe ziekteverwekkers in je lichaam komen en hoe je de kans op infectieziekten verkleint.
Slide 10 - Diapositive
Infectie
Bij een infectie dringen ziekteverwekkers je lichaam binnen.
Als de ziekteverwekkers in je lichaam gaan delen ontstaat er een ontsteking.
Een ontsteking is een reactie van je lichaam op de infectie. Bijvoorbeeld roodheid, pijn, zwelling en warmte.
Slide 11 - Diapositive
Infectieziekten
Een ziekte waarmee je een ander kan besmetten heet een infectieziekten.
Bacteriën en schimmels kunnen infectieziekten veroorzaken. Denk aan longontsteking, oorontsteking en zwemmerseczeem.
Slide 12 - Diapositive
Virus
Een virus is geen organisme, omdat het geen levensverschijnselen vertoont en overleeft alleen met een organisme.
Voorbeelden van een virusinfectie is griep, verkoudheid en koortslip, ook geslachtsziekten.
Slide 13 - Diapositive
Incubatietijd
Na besmetting vermenigvuldigen de ziekteverwekkers in je lichaam. In het begin ben je nog niet ziek, maar kun je wel anderen besmetten. Na een poosje wordt je ziek.
De tijd tussen de besmetting en het moment dat je ziek wordt.
heet de incubatietijd.
Slide 14 - Diapositive
Bescherming tegen ziekten
Hygiëne -> verkleint de kans op infectieziekten.
- jezelf wassen
- schone kleding
- schone omgeving
- voedsel op de juiste manier klaarmaken en bereiden
Weerstand -> je lichaam beschermt zichzelf beter.
Slide 15 - Diapositive
Verspreiding voorkomen
Een goede hygiëne is ook belangrijk om te voorkomen dat je anderen besmet als je ziek bent.
Bijvoorbeeld door in je elleboog te niezen of vaak je handen te wassen.
Bij infectieziekten is het soms nodig om in quarantaine te gaan. Bij quarantaine moet je thuis blijven en mag je geen bezoek ontvangen. (CORONA)!
Slide 16 - Diapositive
De jongen had een infectie. Wat betekent infectie?
A
Pijn
B
Ontsteking
C
Gebroken arm
D
Schaafwond
Slide 17 - Quiz
Een virus is ......
A
Geen organisme
B
organisme
Slide 18 - Quiz
incubatietijd is
A
de tijd dat je ziek bent
B
de tijd tussen besmetting en ziek worden
C
de tijd dat het duurt dat je beter wordt
D
de tijd dat je koorts hebt
Slide 19 - Quiz
Infectieziekten, wat zijn dat?
A
antistoffen die ontstaan als je ziek bent
B
stoffen die je ingespoten krijgt bij een vaccinatie