13 id oorlog, afl 11, Indië

13 in de oorlog, aflevering 11.
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
BurgerschapPraktijkonderwijsLeerjaar 1-4

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

13 in de oorlog, aflevering 11.

Slide 1 - Diapositive

Video
Op de volgende pagina  vind je aflevering 11 van 13 in de oorlog.
Gedurende de video kom je allerlei vragen tegen. Het is dus belangrijk dat je de hele aflevering bekijkt.
Succes!

Slide 2 - Diapositive

10

Slide 3 - Vidéo

01:09
Hoelang duurde de reis met de boot van Nederland naar Indonesië?
A
1 week
B
half jaar
C
1 maand

Slide 4 - Quiz

01:46
Welke drie specerijen worden er genoemd in het filmpje?

Slide 5 - Question ouverte

02:01
Waarom wilde Nederland Indië graag hebben?
A
het land had veel te bieden op het gebied van de handel
B
Nederland hoopte een mooi vakantieland er aan over te houden
C
Nederlanders wilden graag de recepten van het lokale eten

Slide 6 - Quiz

02:06
De hoofdstad "Jakarta" had ten tijde van "Nederlands-Indië" een andere naam.
Hoe heette de hoofdstad?

Slide 7 - Question ouverte

02:32
Nog steeds zijn er in Indonesië sporen te vinden van de periode dat Nederland daar de baas was. Kies twee voorbeelden van Nederlandse "sporen".
A
De mensen eten boerenkool met worst.
B
Een ophaalbrug in typisch Nederlandse stijl
C
Een door Nederlanders gegraven kanaal.
D
Alle mensen lopen op klompen in Indonesië

Slide 8 - Quiz

04:26
Zoals Duitsland in Europa een groot rijk wil vormen. Wil een ander land in Azië een groot rijk vormen. Dit land vormt ook een dreiging voor Nederlands-Indië.
Welk land was een dreiging voor Nederland-Indië.
A
China
B
Korea
C
Japan
D
Australië

Slide 9 - Quiz

04:50
Wat betekent de afkortong KNIL?

Slide 10 - Question ouverte

07:12
Waarom is Indonesië bijna niet te verdedigen?
A
Het land heeft te veel bergen
B
Het land heeft te weinig inwoners
C
Het land bestaat uit oneindig veel eilandjes en de eilanders kunnen niet zwemmen
D
3. Waarom is Indonesië bijna niet te verdedigen?

Slide 11 - Quiz

07:24
Waar komen de Japanners op 1 maart 1942 het land (Nederlands-Indië) binnen?
A
Aan de kust van Java
B
Op alle eilandjes tegelijk
C
Op het vliegveld van Batavia

Slide 12 - Quiz

07:58
Op zee, aan land , in de lucht......de Japanners zijn te sterk voor het KNIL. Na hoeveel dagen is de strijd voorbij?
A
5
B
3
C
9
D
7

Slide 13 - Quiz

Video
Op de volgende pagina  vind je het tweede stuk van 
aflevering 11 van 13 in de oorlog.
Gedurende de video kom je allerlei vragen tegen. Het is dus belangrijk dat je de hele aflevering bekijkt.
Succes!

Slide 14 - Diapositive

11

Slide 15 - Vidéo

00:32
Hoe gaat de hoofdstad van Indië weer heten nu de Japanners de baas zijn?
A
Nieuw-Japan
B
Klein-Tokio
C
Batavia
D
Jakarta

Slide 16 - Quiz

01:50
Hoe komt het dat de Japanners een hekel aan de blanke Europeanen hebben gekregen?

Slide 17 - Question ouverte

02:01
Als er een Japanse soldaat voorbijkomt , moet je als blanke Europeaan.......

Slide 18 - Question ouverte

02:23
Wat gebeurt er als je niet gaat buigen voor de Japanse soldaten?

Slide 19 - Question ouverte

03:05
Wat gebeurt er uiteindelijk met de Europeanen?
A
Ze worden in kampen gestopt
B
Ze worden teruggestuurd naar Nederland
C
Ze worden op een bootje gezet

Slide 20 - Quiz

04:51
De blanken en Indonesiërs moesten werken aan een spoorlijn. Hoe wordt deze spoorlijn ook wel genoemd?

Slide 21 - Question ouverte

06:49
Wat was het geheime wapen van de Amerikanen tegen Japan?

Slide 22 - Question ouverte

07:15
Wanneer was de oorlog echt afgelopen? Dus ook voor Nederlands-Indië.
A
15 mei 1945
B
15 augustus 1945
C
15 augustus 1946

Slide 23 - Quiz

08:15
Hoeveel mensen zijn er ongeveer omgekomen in de Jappenkampen?

Slide 24 - Question ouverte

09:17
De oorlog was voorbij, maar de Nederlanders in Indië waren nog steeds bang. Voor wie?

Slide 25 - Question ouverte

10:04
De WOII was misschien dan wel voorbij, maar de Nederlanders en Indonesiërs hebben nog 4 jaar lang doorgevochten. Waarom?

Slide 26 - Question ouverte

Einde

Slide 27 - Diapositive