GETALLEN: Theorie + Video's

• Wiskunde
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1

THEORIE + VIDEO'S

GETALLEN

LES 2

Leerdoelen

• Ik weet wat het verschil is tussen CIJFERS en GETALLEN.

• Ik ken de WAARDE van getallen.
  

Leerdoelen

• Ik kan vermenigvuldigen en delen door de komma te verplaatsen.

Leerdoelen

• Ik kan GROTE GETALLEN met WOORDEN en CIJFERS opschrijven.

LES 3

Leerdoelen

• Ik ken het begrip DELERS en ik kan alle delers van een getal opschrijven.

• Ik ken het begrip VEELVOUDEN en ik kan alle veelvouden van een getal opschrijven.

• Ik ken de begrippen EVEN en ONEVEN en weet van alle getallen of ze even of oneven zijn.

Leerdoel

• Ik weet wat DECIMALE GETALLEN zijn.
• Ik weet wat GEHELE GETALLEN zijn.
• Ik kan decimale- en gehele getallen op een getallenlijn en in volgorde van klein naar groot zetten.

LES 4

Leerdoel

• Ik kan DECIMALE GETALLEN afronden op één, twee of meer decimalen.

• Ik kan DECIMALE GETALLEN afronden op een geheel getal.
• Ik kan decimale getallen AFRONDEN in PRAKTISCHE SITUATIES.

LES 5

Leerdoelen

• Ik weet wat rekenkundige BEWERKINGEN zijn.
  
• Ik weet wat bij een berekening het PRODUCT en de FACTOREN zijn.
  
• Ik weet wat bij een bewerking het QUOTIËNT is.
  
• Ik weet wat bij een bewerking de SOM en de TERMEN zijn.
  
• Ik weet wat bij een bewerking het VERSCHIL is.

Leerdoel

• Ik weet wat de VERMENIGVULDIGINGSPUNT is en pas deze toe bij een vermenigvuldiging.

• Ik ken de REKENVOLGORDE en kan het WERKSCHEMA REKENVOLGORDE toepassen.

LES 8

THEORIE

• Een positief getal is een getal boven de 0. (=warmer dan 0 graden).
• Een negatief getal is een getal onder de nul. (= kouder dan 0 graden)
• Voor een negatief getal staat een min. 

THEORIE

erbij koud wordt kouder.

THEORIE

Eruit koud wordt warmer.

Leerdoelen

• Ik weet wat een positief getal is.
• Ik weet wat een negatief getal is.
• kan optellen met positieve en negatieve getallen.
• Ik kan aftrekken met positieve en negatieve getallen.
• Ik kan met tussenstappen meer dan twee positieve en/of negatieve getallen optellen en aftrekken.
• Ik ken de tekens > (groter dan), < (kleiner dan) en = (is gelijk aan).
• Ik kan met aangeven welk getal het grootst of kleinst is.

THEORIE

EZELSBRUGGETJES

Hoe groter het negatieve getal hoe kouder.