herhalingsles 4.1 t/m 4.3

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

welkom

ga rustig zitten en pak je boeken erbij.

wat gaan we doen

opening 5 min

herhaling 4.1 5 min

aan de slag 4.1 5 min

herhaling 4.2 10 min

aan de slag 4.2 10 min

herhaling 4.3 5 min

aan de slag 4.3 5 min

4.1

je kan uitleggen wat een zintuig doet.

je kan uitleggen hoe een prikkel word verwerkt in je lichaam.

je kan benoemen hoe en waarom een zintuig niet alle prikkels door geeft.

zintuigen

dit zijn 5 zintuigen van de mens

zien dit doe je met je ogen

reuk, geur dit doe je met je neus

horen door middel van je oor

smaak dit doe je met behulp van je tong

voelen of tast doe je met je huid en tong

prikkels

er zijn twee soorten prikkels

inwendige prikkels > komen van binnen je lichaam honger, pijn of dorst

uitwendige prikkels > prikkels die van buitenaf komen zoals geur, temperatuur of geluid

een adequate prikkel

een adequate prikkel betekent dat het de specifieke prikkel is voor een zintuig.

licht is de adequate prikkel voor je ogen geluid wordt niet opgevangen door je ogen en is dus niet de adequate prikkel voor je ogen.

geluid is de adequate prikkel voor je oren.

Hoe verwerkt je lichaam prikkels?

gewenning

gelukkig hoor je het getik van een klok niet altijd. dit komt omdat je went aan het geluid. door dat je went aan het geluid hoor je het niet meer. Dit kan ook zo zijn met pijn 

motivatie

vaak als je je best voor iets doet dan gaat het beter dan wanneer je niet gemotiveerd bent. Als jij je heel erg focust op 1 zintuig zoals bijvoorbeeld het gehoor.. dan hoor je meer dan wanneer je je er niet op focust.

aan de slag 4.1

 samenvatten opdracht 1 t/m 4 blz 46

test jezelf opdracht 1 t/m 5 blz 50

4.2

je kan benoemen hoe je ogen worden beschermd.

je kan benoemen hoe je ogen werken.

je kan benoemen hoe je ogen scherpstellen.

je kan benoemen hoe je pupillen groter en kleiner worden.

je kan benoemen hoe je oor werkt.

je kan benoemen hoe je evenwichtsorgaan werkt.

het oog

Beschermt het oog tegen vuil en te fel licht

Beschermt het oog tegen uitdroging

Verspreidt traanvocht over het oog

Zorgt ervoor dat zweet langs het oog loopt

Produceert traanvocht

Ooglid

Traanklier

Traanvocht

Wenkbrauw

Wimper

staafjes en kegeltjes

kegels : deze zijn om kleuren te zien

staafjes : deze zijn om zwart wit te zien

accommonderen

gebeurt door een kringspier die om de lens zit: het straallichaam

• lens hangt aan lensbandjes in het straallichaam, samen zorgen ze ervoor dat de lens boller en platter kan worden.
• dichtbij zien: straallichaam samengetrokken - lensbandjes slap - lens boller
• veraf zien: straallichaam ontspant - lensbandjes strak - lens platter

pupilreflex

Je pupillen zorgen er voor dat er de juiste hoeveelheid licht in je ogen valt.

wanneer er veel licht is zijn je pupillen klein, wanneer het donker is juist groot om zo veel mogelijk licht op te vangen.

Pupilreflex

dit werkt doormiddel van een kringspier en lengte spieren.

Het gehoor

hoe hoor je?

het geluid gaat=>

oorschelp- gehoorgang- trommelvlies- gehoorbeentjes - slakkenhuid - gehoorzenuw

aan de slag 4.2

 samenvatten opdracht 5 t/m 10 blz 46 en 47

test jezelf opdracht 6 t/m 12 blz 50 en 51

4.3

je kan benoemen hoe je proeft.

je kan benoemen welke zintuigen in je huid liggen.

Reukzintuig

Belangrijk bij smaken!!!

Smaak is combinatie van 

smaakprikkel van tong 

en geurprikkel van de neus

verschillende smaken

op je tong zitten smaak zintuigen verspreid

verschillende smaken

op verschillende plekken op je tong proef je dus verschillende smaken. je kan 5 verschillende smaken proeven.

-zoet

-zout

-zuur

-bitter

-umami (hartig)

Zintuigen in de huid

Tastzintuigen: reageren op lichte aanrakingen van de huid. Tastknopjes. Ruw, glad.

Drukzintuigen: dieper in de huid. Regelen bv. kracht waarmee je iets vastpakt. 

Warmtezintuigen: Reageren als je huid in aanraking komt met iets dat warmer is dan je huid.

Koudezintuigen: Reageren als je huid in aanraking komt met iets dat kouder is dan je huid. 

Pijnpunten: komen overal in je lichaam voor. 

aan de slag 4.3

 samenvatten opdracht 11,12 en 13 blz 47 

test jezelf opdracht 13 t/m 16 blz 51 t/m 52