Hoofdstuk 5 grammatica

Hoofdstuk 5 grammatica
Pak je boek erbij en je iPad!
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 5 grammatica
Pak je boek erbij en je iPad!

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we in deze les doen?
  • Herhalen zinsdelen en woordsoorten
  • Persoonlijk voornaamwoord en bezittelijk voornaamwoord
  • Opdrachten maken

Slide 2 - Diapositive

Voordat we naar de woordsoorten gaan....

Eerst herhalen we de zinsdelen!

Slide 3 - Diapositive

Stappenplan ontleden
Werkwoordelijk gezegde
onderwerp
persoonsvorm
lijdend voorwerp
        zinsdelen

Slide 4 - Question de remorquage

1. PV
Maak de zin vragend , verander van tijd of van getal
2. // zinsdelen
Zinsdeelproef: alles voor de pv is 1 zinsdeel
3. Werkwoordelijk gezegde
Alle andere werkwoorden in de zin
4. Onderwerp
Wie/wat + gezegde? Of verander van vorm
6. LV (begint nooit met een vz)
Wie/wat + gezegde + onderwerp?
Stappenplan zinnen ontleden

Slide 5 - Diapositive

Welke woordsoorten
weten we nog?

Slide 6 - Carte mentale

Persoonlijk voornaamwoord
  • Een persoonlijk voornaamwoord verwijst naar één of meer personen of dingen.
  • Mij, me, jou, je, u, hem, haar, het, ons, jullie, u, hun, hen, ze
  • Persoonlijk voornaamwoord komt in twee vormen voor:
  1. Onderwerpsvorm: Als het psv het onderwerp in de zin is.
  2. Voorwerpsvorm: In alle andere gevallen.

Slide 7 - Diapositive

Persoonlijk voornaamwoord
  • Onderwerpsvorm:  Hij gaat gamen met zijn vriend.
  • Voorwerpsvorm: Jan heeft hem gebeld. We spreken bij haar af.

Slide 8 - Diapositive

Bezittelijk voornaamwoord
  • Een bezittelijk voornaamwoord geeft aan van wie iets is. 
  • Het staat altijd vóór een zelfstandig naamwoord. Er kunnen meerdere woorden tussen staan.
  • Mijn, jouw, uw, haar, zijn, ons, onze, jullie, uw, hun

Slide 9 - Diapositive

Aan de slag!
  • Jullie gaan opdracht 1, 3, 5, 6, 7 en 8 van paragraaf 5.7 grammatica maken.
  • Je werkt met elkaar samen.
  • Ben je klaar? Dan mag je iets voor jezelf doen!

Slide 10 - Diapositive