Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
H2 - Meer dan lezen 2-3 - verbanden en signaalwoorden
Nederlands: Signaalwoorden
1 / 32
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-4
Cette leçon contient
32 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
1 vidéo
.
La durée de la leçon est:
30 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Nederlands: Signaalwoorden
Slide 1 - Diapositive
Lesdoel
Aan het eind van de les is mijn kennis over tekstverbanden en signaalwoorden opgefrist en kan ik deze (gemakkelijk) vinden in een tekst of zin.
Slide 2 - Diapositive
Signaalwoord
Slide 3 - Carte mentale
Wat is een signaalwoord?
• Verbindingswoord
•Signaalwoorden geven het verband aan tussen zinsdelen, zinnen en alinea’s.
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Vidéo
Chronologisch verband
Daarna, dan, eerst, inmiddels, intussen, later, nadat, nu, ooit, terwijl, toen, uiteindelijk, vervolgens, voordat, in 2023.
Slide 6 - Diapositive
Concluderend verband
Al met al, concluderend, dus, daarom, dat houdt in.
Slide 7 - Diapositive
Opsommend verband
Bovendien, daarnaast, en, niet alleen ... (maar) ook, om te beginnen, ook (nog), ten eerst, ten slotte, verder, vervolgens.
Slide 8 - Diapositive
Tegenstellend verband
Aan de ene kant ... aan de andere kant, tegenover, daarentegen, echter, hoewel, maar, ofschoon, toch.
Slide 9 - Diapositive
Toelichtend verband
Als, bijvoorbeeld, denk (maar) aan, neem nou, zo, zoals.
Slide 10 - Diapositive
Doel – middelverband
Aan de hand van, door middel van, met behulp van, om te, opdat, zodat.
Slide 11 - Diapositive
Oorzakelijk verband
Als gevolg van, daardoor, dankzij, dat komt door, doordat, dus, het gevolg is, vanwege, waardoor, zodat.
Let op: bij een oorzaak heeft de mens geen invloed!
Slide 12 - Diapositive
Redengevend verband
Daarom, dankzij, de reden hiervoor is, dus, immers, namelijk, omdat, want.
Let op: bij een redengevend verband heeft de mens invloed!
Slide 13 - Diapositive
Samenvattend verband
Samengevat, kortom, dus, al met al, met andere woorden.
Slide 14 - Diapositive
Vergelijkend verband
Evenals, in vergelijking met, even/net (zo) ... als, zoals.
Vergrotende trap: meer/groter/beter etc. dan
Slide 15 - Diapositive
Voorwaardelijk verband
Als, wanneer, tenzij, in (voor) het geval dat
(Dit verband zit nog niet in deze toets.)
Slide 16 - Diapositive
Opdracht 1
Welk verband zit in de volgende zinnen?
Slide 17 - Diapositive
1. Dierendag is leuk voor dieren, want ze worden extra verwend.
A
opsommend
B
redengevend
C
oorzakelijk
D
concluderend
Slide 18 - Quiz
2. De meeste dieren krijgen cadeautjes, maar niet alle dieren hebben dat geluk.
A
tegenstellend
B
vergelijkend
C
toelichtend
D
samenvattend
Slide 19 - Quiz
3. Denk aan alle zwerfhonden in de wereld.
A
doel-middel
B
vergelijkend
C
concluderend
D
toelichtend
Slide 20 - Quiz
4. Ook dieren in kleine kooitjes zijn zielig.
A
opsommend
B
chronologisch
C
toelichtend
D
tegenstellend
Slide 21 - Quiz
5. Vergeleken met hen heeft mijn cavia het heel goed.
A
tegenstellend
B
concluderend
C
samenvattend
D
vergelijkend
Slide 22 - Quiz
6. Die heeft bijvoorbeeld een groot hok, veel buitenruimte, een rad om in te rennen en veel speeltjes.
A
opsommend
B
toelichtend
C
chronologisch
D
samenvattend
Slide 23 - Quiz
7. Bovendien mag mijn cavia heel vaak los.
A
oorzakelijk
B
opsommend
C
concluderend
D
vergelijkend
Slide 24 - Quiz
8. Maar zwerfdieren hebben dit allemaal niet.
A
tegenstellend
B
opsommend
C
samenvattend
D
concluderend
Slide 25 - Quiz
9. Daarom vind ik dat we op dierendag extra aandacht aan zwerfdieren moeten schenken!
A
oorzakelijk
B
redengevend
C
samenvattend
D
doel-middel
Slide 26 - Quiz
Extra oefenen?
Slide 27 - Diapositive
Slide 28 - Diapositive
Slide 29 - Diapositive
Weet je wat een signaalwoord is?
A
ja
B
nee
Slide 30 - Quiz
Ben je al goed genoeg voorbereid op de toets?
A
ja
B
nee
Slide 31 - Quiz
Nog niet genoeg?
Magister - map studiewijzers: overzicht verbanden en signaalwoorden
Quizlet: https://quizlet.com/nl/440269605/signaalwoorden-tekstverbanden-oefenen-nederlands-havovwo-22-flash-cards/?x=1jqt
NN online - oefentoets Meer dan lezen par. 2
NN online - overgeslagen opdrachten par. 1-3
Slide 32 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Signaalwoorden
Septembre 2022
- Leçon avec
24 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Thema 5 hoofdstuk 3 vakantie P4A
Janvier 2022
- Leçon avec
40 diapositives
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 4
Thema 5 Les 4 Lezen
Mars 2024
- Leçon avec
26 diapositives
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 4
havo 2 tekstverbanden
Novembre 2023
- Leçon avec
25 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
2HVc - lezen les 5
Septembre 2022
- Leçon avec
26 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
2H wk 42 - les 1 - Toets bespreken + laatste lezen h2
Octobre 2019
- Leçon avec
12 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Lezen H2
Mai 2024
- Leçon avec
19 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
V2_Herhaling tekstverbanden de Brug en H2 Lezen
Novembre 2022
- Leçon avec
10 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2