H2.4 B1VG Dichtheid

Pak alvast:
  • Je schrift (aantekeningen) + pen 
  • Rekenmachine
1 / 43
suivant
Slide 1: Diapositive
Nask / TechniekMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 43 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Pak alvast:
  • Je schrift (aantekeningen) + pen 
  • Rekenmachine

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gaan we deze les doen?
  1. Herhaling: H2.3                            -Oefenopdrachten Volume        - 2 bruggen testen      
  2. Nieuw: H2.4 Dichtheid                 -Wat is dichtheid?
  3. Zelfstandig:                                    -Opdracht 1 t/m 6                                                      

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Herhaling H2.3
Herhaling H2.3 

Slide 3 - Diapositive

Demo 7
Doel: demonstreren hoe geluidstrillingen onderzocht kunnen worden met behulp van een oscilloscoop.
Nodig: oscilloscoop, toongenerator, luidspreker, microfoon, stemvork op klankkast, hamertje, (diverse muziekinstrumenten).
Uitvoering:
– Sluit de toongenerator aan op de oscilloscoop. Stel de toongenerator in op 1 Hz. Stel de tijdbasis van de oscilloscoop in op 0,5 s/div. Op het scherm is dan duidelijk een trillend punt te zien.
– Leg uit dat de uitwijking van het punt bepaald wordt door de grootte van de spanning die de toongenerator levert. Doordat de spanning steeds verandert, beweegt het punt steeds op en neer.
herhaling H2.3
Maak de opdrachten

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

herhaling H2.3

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

herhaling H2.3

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vaardigheid 4: Eenheden omrekenen

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

 Je kunt het volume van een rechthoekig voorwerp en een cilinder berekenen.
Volume berekenen
  • Volume = oppervlakte grondvlak × hoogte
  • Volume = pi × straal × straal × hoogte
  • V = π · r² · h

Hierin is:
• V het volume in kubieke meter (m³);
• r de straal in meter (m);
• h de hoogte in meter (m).

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2.4.1 Je kunt uitleggen wat de dichtheid van een stof is.

Dichtheid

Slide 10 - Diapositive

Demo 2
Doel: introduceren van het begrip dichtheid.
Nodig: de ‘kogels gelijke massa’ van Eurofysica (152500); deze bestaat uit twee kogels met een andere straal maar met dezelfde massa.
Uitvoering: Laat zien dat alle twee kogels dezelfde massa hebben (bijvoorbeeld door ze aan weerskanten van een gelijkarmige hefboom te hangen). Vraag daarna aan de leerlingen hoe dat kan.
Hoe kan het dat ze even zwaar zijn?

Slide 11 - Diapositive

DEMO:
Uitvoering: Laat zien dat beide voorwerpen dezelfde massa hebben. Vraag daarna aan de leerlingen hoe dat kan.
Dichtheid
Licht en zware stoffen
Zware stoffen
Lichte stoffen

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Dichtheid
Vurenhoud
Aluminium

Licht en zware stoffen
Zware stoffen
Goud
Staal


Lichte stoffen
Stoffen vergelijken: Als wel stoffen vergelijken mogen we maar één variabele aanpassen
→ We gebruiken het zelfde volume (1 cm³)


Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Dichtheid
Licht en zware stoffen
Zware stoffen
Lichte stoffen
Stoffen vergelijken: Als wel stoffen vergelijken mogen we maar één variabele aanpassen
→ We gebruiken het zelfde volume (1 cm³)


Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2.4.1 Je kunt uitleggen wat de dichtheid van een stof is.

Dichtheid
Dichtheid = massa per kubieke centimeter (g/cm³)
 → Stofeigenschap

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2.4.1 Je kunt uitleggen wat de dichtheid van een stof is.

Dichtheid
Dichtheid = massa per kubieke centimeter (g/cm³)
 → Stofeigenschap

Voorbeeld
De dichtheid van aluminium is 2,7 g/cm³ 
→ Dit betekent: elke cm³ aluminium is 2,7 g

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2.4.1 Je kunt uitleggen wat de dichtheid van een stof is.

Dichtheid
Dichtheid = massa per kubike centimeter (g/cm³)
 → Stofeigenschap

Voorbeeld
De dichtheid van aluminium is 2,7 g/cm³ 
→ Dit betekent: elke cm³ aluminium is 2,7 g

Vraag: Welke massa heeft 23 cm³ aluminium?

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2.4.1 Je kunt uitleggen wat de dichtheid van een stof is.

Dichtheid
De dichtheid van aluminium is 2,7 g/cm³ 
Vraag: Welke massa heeft 23 cm³ aluminium?

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2.4.1 Je kunt uitleggen wat de dichtheid van een stof is.

Dichtheid
1 cm³     |       2,7 g
23 cm³  |     62,1 g 
De dichtheid van aluminium is 2,7 g/cm³ 
Vraag: Welke massa heeft 23 cm³ aluminium?

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

2.4.1 Je kunt uitleggen wat de dichtheid van een stof is.

Dichtheid
  • Een aluminium blokje van 1,0 cm3 heeft een massa van 2,7 g. 
  • Een stalen blokje van 1,0 cm3 heeft een massa van 7,9 g. 

  • Staal is dus ongeveer drie keer zo ‘zwaar’ als aluminium

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2.4.2 Je kunt uitleggen waarom dichtheid een stofeigenschap is.

Dichtheid als stofeigenschap
  • Dichtheid is een stofeigenschap.

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2.4.3 Je kunt de dichtheid van een stof bepalen als de massa en het volume gegeven zijn.

De dichtheid berekenen
dichtheid=volumemassa

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2.4.3 Je kunt de dichtheid van een stof bepalen als de massa en het volume gegeven zijn.

De dichtheid berekenen
dichtheid=volume[cm3]massa[g]=
cm3g
= g/cm³
ρ=Vm

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2.4.3 Je kunt de dichtheid van een stof bepalen als de massa en het volume gegeven zijn.

De dichtheid berekenen
dichtheid=volume[cm3]massa[g]=

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2.4.3 Je kunt de dichtheid van een stof bepalen als de massa en het volume gegeven zijn.

De dichtheid berekenen
dichtheid=volume[cm3]massa[g]=
cm3g

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2.4.3 Je kunt de dichtheid van een stof bepalen als de massa en het volume gegeven zijn.

De dichtheid berekenen
dichtheid=volume[cm3]massa[g]=
cm3g
= g/cm³

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2.4.3 Je kunt de dichtheid van een stof bepalen als de massa en het volume gegeven zijn.

De dichtheid berekenen
dichtheid=volumemassa
ρ=Vm

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2.4.3 Je kunt de dichtheid van een stof bepalen als de massa en het volume gegeven zijn.

De dichtheid berekenen
dichtheid=volumemassa
ρ=Vm
eenheid=cm3g
= g/cm³
dichtheid=volume[cm3]massa[g]=

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2.4.3 Je kunt de dichtheid van een stof bepalen als de massa en het volume gegeven zijn.

De dichtheid berekenen
Oefening:
Miranda heeft een goudkleurige armband met een massa van 78 g en een volume van 5,0 cm3.
Bereken de dichtheid
ρ=Vm
eenheid=cm3g
= g/cm³
dichtheid=volume[cm3]massa[g]

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2.4.3 Je kunt de dichtheid van een stof bepalen als de massa en het volume gegeven zijn.

De dichtheid berekenen
Oefening:
Miranda heeft een goudkleurige armband met een massa van 78 g en een volume van 5,0 cm3.
Bereken de dichtheid
dichtheid=volumemassa
ρ=Vm

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2.4.3 Je kunt de dichtheid van een stof bepalen als de massa en het volume gegeven zijn.

De dichtheid berekenen
Oefening:
Van welk materiaal zou dit blokje gemaakt kunnen zijn?
dichtheid=volumemassa
ρ=Vm

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2.4.3 Je kunt de dichtheid van een stof bepalen als de massa en het volume gegeven zijn.

De dichtheid berekenen
Oefening:
Van welk materiaal zou dit blokje gemaakt kunnen zijn?
dichtheid=volumemassa
ρ=Vm

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2.4.4 Je kunt aan de hand van de dichtheid uitleggen waarom een stof zinkt, zweeft of drijft.

Drijven, zweven of zinken
  • Drijven: dichtheid kleiner dan water
  • Zinken: dichtheid groter dan water
  • Drijven: dichtheid gelijk aan water

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2.4.5 Je kunt aan de hand van dichtheid van stoffen uitleggen waarom een gas opstijgt (EXTRA)
EXTRA weerballon
  • Waarom stijgt een weerballon op?

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2.4.5 Je kunt aan de hand van dichtheid van stoffen uitleggen waarom een gas opstijgt (EXTRA)
EXTRA weerballon
  • Waarom stijgt een weerballon op?
  • Dichtheid Helium:
  • (ρ = 0,000 178 g/cm3). 
  • Een ballon stijgt op als de dichtheid ervan kleiner is dan die van lucht: 
  • (ρ = 0,001 293 g/cm3).

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

...
Tekst

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

...
Tekst

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 39 - Diapositive

Demo 7
Doel: demonstreren hoe geluidstrillingen onderzocht kunnen worden met behulp van een oscilloscoop.
Nodig: oscilloscoop, toongenerator, luidspreker, microfoon, stemvork op klankkast, hamertje, (diverse muziekinstrumenten).
Uitvoering:
– Sluit de toongenerator aan op de oscilloscoop. Stel de toongenerator in op 1 Hz. Stel de tijdbasis van de oscilloscoop in op 0,5 s/div. Op het scherm is dan duidelijk een trillend punt te zien.
– Leg uit dat de uitwijking van het punt bepaald wordt door de grootte van de spanning die de toongenerator levert. Doordat de spanning steeds verandert, beweegt het punt steeds op en neer.

Slide 40 - Diapositive

Demo 7
Doel: demonstreren hoe geluidstrillingen onderzocht kunnen worden met behulp van een oscilloscoop.
Nodig: oscilloscoop, toongenerator, luidspreker, microfoon, stemvork op klankkast, hamertje, (diverse muziekinstrumenten).
Uitvoering:
– Sluit de toongenerator aan op de oscilloscoop. Stel de toongenerator in op 1 Hz. Stel de tijdbasis van de oscilloscoop in op 0,5 s/div. Op het scherm is dan duidelijk een trillend punt te zien.
– Leg uit dat de uitwijking van het punt bepaald wordt door de grootte van de spanning die de toongenerator levert. Doordat de spanning steeds verandert, beweegt het punt steeds op en neer.
Aan de slag!
  • Opdrachten: H2.4      1 t/m 6                                             

Slide 41 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 42 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 43 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions